Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
(ex-)toeslagpartner. Dat staat in artikel 2.2. van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag:
- dagvaarding € 137,39
€ 135,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee voormalige toeslagenpartners, eiseres en gedaagde, die tot 2018 een affectieve relatie hadden en samen twee kinderen hebben. Gedaagde heeft als aanvrager van de kinderopvangtoeslag € 30.000 ontvangen uit de Catshuisregeling, bedoeld voor gedupeerden van de toeslagenaffaire. Eiseres is van mening dat dit bedrag moet worden gedeeld, omdat zij samen de kosten hebben gedragen en beiden gedupeerd zijn. Gedaagde betwist dit en stelt dat eiseres recht heeft op de ex-toeslagpartnerregeling.
De rechtbank oordeelt dat het bedrag van € 30.000 moet worden gedeeld tussen de partners die samen gedupeerd zijn. De kantonrechter stelt vast dat gedaagde de aanvrager was van de kinderopvangtoeslag en dat de Belastingdienst verwacht dat de aanvrager het bedrag deelt met zijn (ex-)toeslagpartner. De rechtbank wijst erop dat het niet uitmaakt of partijen getrouwd zijn of niet; het bedrag moet worden verdeeld tussen de aanvrager en diens toeslagpartner in de periode dat zij gedupeerd zijn.
De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot betaling van € 15.000 aan eiseres, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast worden de proceskosten aan de zijde van eiseres begroot op € 1.171,39, die gedaagde ook moet betalen. De rechtbank wijst de vordering van eiseres tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet is aangetoond dat deze kosten zijn gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op 12 juli 2024.