5.7.[gedaagde] heeft -samengevat- vijf schadeposten genoemd:
Volgens [gedaagde] is de vloer met twee maanden vertraging geleverd, als gevolg waarvan hij niet in zijn appartement kon wonen en eerder dan gepland moest afreizen naar Sarajevo. Dit heeft € 500,- aan reiskosten en € 1.100,- aan accommodatie gekost.
[gedaagde] heeft een deel van zijn meubels op het balkon geplaatst, zodat de vloer gelegd kon worden. [eiser] zou na het leggen deze meubels weer binnen zetten. [eiser] heeft dat niet gedaan, waardoor schade is ontstaan aan de eettafel (€ 2.387,70), de commode (€ 280,-) en de eetkamerstoelen (€ 253,50). Twee vrienden van [gedaagde] hebben geholpen met het repareren van de meubels en hun werkkosten bedragen € 384,-.
Volgens [gedaagde] heeft [eiser] de sleutel van de woning nooit aan hem teruggeven, waardoor hij het slot van zijn woning moest laten vervangen. Dit kostte € 250,-.
[gedaagde] heeft stukken moeten laten vertalen voor deze procedure en heeft hiervoor kosten gemaakt van € 184,60.
Volgens [gedaagde] heeft de eigenaar van [eiser] hem bedreigd en afgeperst, waarvoor [gedaagde] schadevergoedingen van € 10.000,- en € 5.000,- vraagt.
De kantonrechter zal de schadeposten hieronder één voor één bespreken en daarover een beslissing nemen.
Schadepost i) de reis- en verblijfkosten in Sarajevo