Uitspraak
- de heer [naam 1] , financieel directeur bij en gevolmachtigde van DFDS,
- mevrouw [naam 2] , senior legal counsel bij DFDS,
- de heer [naam 3] , CEO en gevolmachtigde van BCC,
- mr. Van de Graaf, voornoemd.
- de akte met aanvullende producties 3 en 4 van BCC.
1.Gronden van de beslissing
DFDS heeft op zitting aan de hand van de stukken bij haar dagvaarding de facturen toegelicht. Op de facturen staat een referentienummer van BCC en de datum waarop de levering is opgehaald bij BCC. Dit referentienummer staat ook vermeld op het CMR-formulier. BCC zegt dat de vijf facturen niet kloppen, maar onderbouwt dit niet, terwijl zij dat wel kon. Indien zij van mening is dat te veel pallets in rekening zijn gebracht, had zij dat aan de hand van haar referentienummer en de datum kunnen onderbouwen met stukken uit haar eigen administratie. Daarbij komt dat BCC sinds januari van dit jaar weer toegang heeft tot de webportal van DFDS waarin de transportopdrachten werden ‘ingeschoten’. BCC heeft dus voldoende gelegenheid gehad om met haar eigen administratie en de gegevens uit de webportal te onderbouwen wat er volgens haar concreet niet klopt aan de facturen. BCC heeft deze onderbouwing echter niet gegeven.
- griffierecht € 1.384,00
- salaris advocaat
€ 812,00(2 punten × tarief € 406,00)