Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
de rechtbank begrijpt: verdachte, [medeverdachte 2] en [naam 3]) de Tolhuistuin in kwamen lopen en dat ze op hem afkwamen. Aangever heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem bij zijn keel greep en dat hij voelde dat [medeverdachte 1] zijn beide kettingen van zijn hals probeerde af te trekken. Dit lukte niet meteen. [medeverdachte 1] heeft dit volgens aangever nog twee of drie keer geprobeerd, waarna het wel lukte. Vervolgens voelde aangever dat een zonnebril van het merk Cartier van zijn hoofd werd gepakt. Aangever heeft verklaard dat hij in de tussentijd door de andere jongens met gebalde vuist veelvuldig werd geslagen en dat één van de jongens zijn schoen had gepakt. Verder riep één van de jongens volgens aangever: “moet ik mijn ganoe pakken voor je!”. De jongens zijn snel weggerend toen er vrouwen aan kwamen gelopen. [4]
(de rechtbank begrijpt: de verdachte)het slachtoffer aan zijn haar naar achter op de tafel heeft getrokken. Daarbij heeft verdachte het slachtoffer ook een stomp gegeven op zijn slaap. [12]
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
first offenderen is sinds de bewezenverklaarde feiten niet opnieuw veroordeeld. Ook heeft verdachte inmiddels goed contact met de reclassering en werkt hij hard om de Nederlandse taal te leren en zijn leven in Nederland verder op te bouwen. Desondanks vindt de rechtbank dat de ernst van de feiten een forse straf rechtvaardigen. Zij zal daarvan echter een deel voorwaardelijk opleggen, met daaraan gekoppeld een flink aantal bijzondere voorwaarden zodat verdachte de positieve ontwikkelingen in zijn leven kan voortzetten. De jonge leeftijd van verdachte maakt dat een outreachende aanpak nodig is. Daarom zal één van de bijzondere voorwaarden zijn dat verdachte meewerkt aan begeleiding door een IFA (intensieve forensische aanpak) coach. Deze voorwaardelijke straf dient daarnaast als stevige stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
2 (twee) jarenvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
taakstrafvan
180 (honderdtachtig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
90 (negentig) dagen.