ECLI:NL:RBAMS:2024:508

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
C/13/744675 / KG ZA 24-5
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning en toetsing boetebeding in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting STICHTING YMERE en twee gedaagden die niet verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.G. Blokziel, had op 17 januari 2024 een dagvaarding uitgebracht. Tijdens de zitting op 25 januari 2024 heeft eiseres de dagvaarding toegelicht en verzocht om vonnis. De gedaagden waren niet verschenen, en er was verstek verleend omdat de dagvaarding op de juiste wijze was betekend.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat deze niet onrechtmatig of ongegrond was. De rechter oordeelde dat het boetebeding, zoals opgenomen in de algemene huurvoorwaarden, niet oneerlijk was en dat de gevorderde boete van € 5.000,00 voor gedaagde sub 1 gerechtvaardigd was. De rechter heeft de gedaagden veroordeeld om binnen zeven dagen de huurwoning te ontruimen en de sleutels aan eiseres te overhandigen. Indien de gedaagden hier niet aan voldoen, kan eiseres de ontruiming door een deurwaarder laten uitvoeren.

Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, inclusief explootkosten, griffierecht en salaris advocaat. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.A. Dudok van Heel, bijgestaan door griffier mr. M. Balk.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/744675 / KG ZA 24-5 MDvH/MB
Vonnis in kort geding van 1 februari 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING YMERE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 17 januari 2024,
advocaat mr. M.G. Blokziel te Almere,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

Ter zitting van 25 januari 2024 heeft eiseres de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding toegelicht. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen. Tegen de niet verschenen gedaagden is verstek verleend, aangezien bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen.
De dagvaarding is achtergelaten zowel op het adres waar gedaagde sub 1 is ingeschreven en gedaagde sub 2 volgens de dagvaarding feitelijk woont, als op het briefadres van gedaagde sub 2.

2.De beoordeling

De vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en is toewijsbaar. Dat geldt ook voor de jegens gedaagde sub 1 gevorderde boete. Voorshands wordt het boetebeding zoals opgenomen in artikel 6.12 van de toepasselijke algemene huurvoorwaarden en de bijbehorende Tarievenlijst op zichzelf niet oneerlijk geacht. De boete is gelimiteerd en van een onevenredig hoge schadevergoeding is geen sprake.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis de onroerende zaak aan het adres [adres] met al de hunnen en het hunne te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eiseres te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform het artikel 555 e.v. jo. 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
3.2.
veroordeelt gedaagden, indien zij niet vrijwillig aan de hiervoor gegeven veroordeling tot ontruiming voldoen en eiseres de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, aan eiseres de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
3.3.
veroordeelt gedaagde sub 1 om aan eiseres te voldoen een bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro), zijnde de contractuele boete krachtens artikel 6.12 van de algemene huurvoorwaarden, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover berekend vanaf 17 januari 2024 tot aan de dag van voldoening,
3.4.
veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van eiseres begroot op:
– € 113,61 aan explootkosten [1] ,
– € 688,00 aan griffierecht en
– € 715,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien gedaagden deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan,
3.5.
veroordeelt gedaagden in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 178,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2024. [2]

Voetnoten

1.De kosten van het ‘herstelexploot’ blijven voor rekening van eiseres
2.type: MB