ECLI:NL:RBAMS:2024:5021

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
744192
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor lekkages na verbouwing woning

In deze zaak vorderen eisers, eigenaren van een woning, schadevergoeding van de aannemer, MJ Bouw B.V., wegens lekkages die zijn ontstaan na een verbouwing van hun woning in 2017 en 2018. De lekkages hebben zich voorgedaan in de kelder, onder de dakkapel en in de aanbouw. Eisers stellen dat de aannemer tekort is geschoten in de uitvoering van de aannemingsovereenkomst door zijn zorgplicht en waarschuwingsplicht te schenden, zoals vastgelegd in de artikelen 7:401 en 7:754 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de vorderingen van eisers afgewezen, omdat niet is aangetoond dat MJ Bouw tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de aannemer niet verantwoordelijk is voor de lekkages, aangezien de ventilatiegaten in de kelder niet door hem dichtgemaakt hoefden te worden en de oude afvoerbuis niet zichtbaar was voor de aannemer. De rechtbank concludeert dat de schade niet het gevolg is van een tekortkoming van MJ Bouw en dat eisers in het ongelijk zijn gesteld. De proceskosten worden aan eisers opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/744192 / HA ZA 23-1157
Vonnis van 14 augustus 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,2. [eiser 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
hierna te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. F.A.J.H. de Lugt,
tegen
M.J. BOUW B.V.,
gevestigd te Zaanstad,
gedaagde,
hierna te noemen: MJ Bouw,
advocaat: mr. M.B. Chylinska.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 maart 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 juni 2024 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
MJ Bouw heeft in 2017 en 2018 de woning van [eisers] in [woonplaats] verbouwd. MJ Bouw heeft onder andere werkzaamheden in de kelder verricht, een nieuwe dakkapel geplaatst en een aanbouw aan de achterkant van de woning gebouwd. In de periode van 2019 tot en met 2022 zijn er kleine en grote lekkages in deze ruimtes geweest waardoor schade is ontstaan. [eisers] spreken MJ Bouw aan voor deze schade. Volgens hen is de schade terug te voeren op tekortkomingen van MJ Bouw bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
2.2.
De rechtbank wijst de vorderingen af omdat niet is gebleken dat MJ Bouw tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. De rechtbank legt hieronder uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.

3.De feiten

3.1.
[eisers] zijn sinds juli 2017 eigenaar van een twee-onder-een-kapwoning aan de [adres 1] .
3.2.
MJ Bouw is een aannemingsbedrijf.
3.3.
[eisers] en MJ Bouw hebben in oktober 2017 een aannemingsovereenkomst gesloten voor de verbouwing van de woning van [eisers] voor € 539.415,43 (inclusief btw). Volgens een opdrachtbevestiging van [eisers] van 16 oktober 2017 hebben zij de opdracht aan MJ Bouw verstrekt op basis van: (i) de werkomschrijving van de architect, (ii) de goedgekeurde sloopmelding met de daarbij behorende tekeningen en sloopveiligheidsplan, (iii) de omgevingsvergunning met de daarbij behorende gegevens, en (iv) de offerte van MJ Bouw van 13 oktober 2017 genaamd ‘Verbouwing [adres 2] Optie 2’. MJ Bouw heeft zijn werkzaamheden aan de woning in oktober 2018 afgerond.
3.4.
Tot de opgedragen werkzaamheden behoorden onder andere: de kelderwanden voorzien van geïsoleerde voorzetwanden, het plaatsen van een nieuwe dakkapel aan de voorkant van de woning en het bouwen van een nieuwe aanbouw aan de achterkant van de woning. De voorzetwanden moesten op enkele centimeters voor de bestaande kelderwanden worden aangebracht zodat de ruimte achter de voorzetwanden geventileerd kon worden. Aan de onder- en bovenzijde van de kelderwanden moesten ventilatieopeningen hiervoor worden aangebracht.
3.5.
In maart 2019 is er voor het eerst een lekkage in de kelder geweest. Op 19 en 20 juni 2021 is er een tweede ernstige lekkage in de kelder ontstaan, waarbij de kelder volledig onder water is komen te staan. Op 6 november 2022 is er een nieuwe grote lekkage in de kelder geweest. In de periode 2019 -2022 is er ook een lekkage onder de nieuwe dakkapel geweest, waardoor een scheur in het plafond van de verdieping daaronder is ontstaan. Daarnaast is er een lekkage in de nieuwe aanbouw geweest.
3.6.
Naar aanleiding van de vochtoverlast in de kelder heeft Dry Works in juni 2021 de buitenmuur van de kelder geseald en heeft de opstalverzekeraar van [eisers] de lekkages in de kelder laten onderzoeken. Vervolgens hebben [eisers] TOP Expertise onderzoek naar de kelder laten doen. TOP Expertise concludeerde op 2 mei 2022 onder meer:
“Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heeft de aannemer, die de verbouwing in 2018 heeft uitgevoerd, gaten in en door de betonwand geboord om de lucht uit de spouw te gebruiken om achter de voorzetwanden te ventileren.
Als dat het geval zou zijn, zal via deze gaten water in de kelder zijn binnengestroomd.”
TOP Expertise adviseerde aanvullend destructief onderzoek te doen om de exacte oorzaken te bevestigen. Verder concludeerde TOP Expertise dat er een gietijzeren rioolafvoer door de buitengevel steekt waarop een pvc binnenriool is aangesloten.
3.7.
Op 13 september 2022 heeft TOP Expertise het destructieve onderzoek uitgevoerd. Zij concludeerde op 28 september 2022 in een aanvullend rapport van expertise:
“Het hemelwater slaat bij regenval door het buitengevel-metselwerk en komt daarbij tot op de betonnen nok van de kelderwand. Bij extreme regenval zal ook oppervlaktewater door het metselwerk trekken en/of in de spouw lopen en op de nok van de betonnen kelderwanden komen. De spouw fungeert dan als het ware als een “goot” en loopt het hemelwater via de ventilatiegaten naar binnen. De aannemer heeft verzuimd om deze gaten (wij gaan er vanuit dat er meer dan één zijn, maar is dat als gevolg van het onvoldoende verwijderen van de voorzetwanden niet zichtbaar) waterdicht te maken. […] Als gevolg van capillaire werking is het vocht, via de betonwand en keldervloer, in de gemetselde tussenmuur gedrongen.”
3.8.
Onderhoudsbedrijf Favié heeft de dag na de tweede grote lekkage van 6 november 2022 onderzoek naar de oorzaak van deze lekkage verricht. Volgens Favié zijn de optredende lekkages veroorzaakt doordat regenwater via de open stootvoegen en/of bestaande ventilatieopeningen in de buitengevel naar de spouw en/of rechtstreeks naar de kelder kon stromen en door een bestaande loze afvoerbuis die niet goed was afgedopt. Ook is er toen een video van deze afvoerbuis gemaakt waarop te zien is dat hier water uit stroomt. Onderhoudsbedrijf Favié heeft de afvoerbuis toen permanent afgedicht.
3.9.
[eisers] hebben MJ Bouw op 21 december 2022 aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van de lekkages. De aansprakelijkheidsverzekeraar van MJ Bouw heeft vervolgens onderzoeksbureau DEKRA voor een nieuw onderzoek ingeschakeld. DEKRA heeft op 15 februari 2023 een inspectie uitgevoerd en op 6 juni 2023 onder meer gerapporteerd dat de door Top Expertise en Favié genoemde toedracht van de lekkages in de kelder aannemelijk is.
3.10.
MJ Bouw heeft de aansprakelijkheidsstelling van [eisers] op 18 juli 2023 afgewezen.

4.Het geschil

De vordering
4.1.
[eisers] vorderen – samengevat – bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring van recht dat MJ Bouw tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, althans dat MJ Bouw jegens [eisers] onrechtmatig heeft gehandeld;
II. MJ Bouw op straffe van een dwangsom te veroordelen het gebrek in de kelder, het niet afgedichte ventilatiegat, binnen veertien dagen deugdelijk te herstellen, zodanig dat deze waterdicht is, en, voor het geval MJ Bouw dat niet binnen 60 dagen doet, een verklaring van recht dat MJ Bouw gehouden is tot vergoeding van de kosten van herstel door een derde, nader op te maken bij staat;
III. een schadevergoeding van € 2.943,32 (inclusief btw) voor de kosten van Favié voor het herstellen van de afvoerbuis, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. een schadevergoeding van € 29.994,39 (inclusief btw) vanwege de gevolgschade van de lekkages in de kelder, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. een schadevergoeding van € 4.500 (inclusief btw) vanwege de gevolgschade van de lekkage in de hal en aanbouw van de begane grond, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VI. een schadevergoeding van € 1.300 (inclusief btw) vanwege de gevolgschade van de lekkage in de aanbouw, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VII. een vergoeding van € 2.259,84 voor de gemaakte kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VIII. een vergoeding van € 1.185 voor de door [eisers] gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IX. MJ Bouw te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[eisers] leggen hier het volgende aan ten grondslag. MJ Bouw is tekort geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst, waardoor lekkages zijn ontstaan en [eisers] schade aan de kelder (vorderingen I, II, III en IV), de dakkapel (vorderingen I en V) en de uitbouw (vorderingen I en VI) hebben geleden. Wat betreft de kelder blijkt uit de bevindingen van TOP Expertise, Favié en DEKRA dat de lekkages het gevolg zijn van het niet dichtmaken van de ventilatiegaten en het niet goed waterdicht afsluiten van de afvoerbuis. Uit de aannemingsovereenkomst volgt dat MJ Bouw de ventilatiegaten waterdicht moest maken voordat hij de voorzetwanden plaatste en dat heeft MJ Bouw niet gedaan. In ieder geval had MJ Bouw op grond van de op hem rustende zorgplicht de ventilatiegaten dicht moeten maken of hier op grond van artikel 7:754 BW voor moeten waarschuwen. Daarnaast heeft MJ Bouw een oude afvoerbuis in de keldermuur niet goed waterdicht gemaakt, of hij heeft in ieder geval niet gecontroleerd of deze waterdicht was. Verder is MJ Bouw aansprakelijk voor de lekkages onder de nieuwe dakkapel en in de nieuwe aanbouw. Subsidiair menen [eisers] dat MJ Bouw onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld doordat MJ Bouw zich bij de uitvoering van de overeenkomst geen enkele rekenschap van de belangen van [eisers] heeft gegeven.
Het verweer
4.3.
MJ Bouw concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
4.4.
MJ Bouw betwist dat hij tekort is geschoten bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. Voor de kelder geldt dat de aannemingsovereenkomst niet bepaalt dat MJ Bouw de ventilatiegaten in de binnenmuur van de spouw dicht zou maken. Bovendien is niet gebleken dat de lekkages door de aanwezigheid van de ventilatiegaten zijn veroorzaakt. De expertiserapporten waar [eisers] zich op beroepen zijn onbruikbaar en hier kunnen geen conclusies aan worden verbonden. MJ Bouw heeft tijdens de verbouwingswerkzaamheden in 2017 en 2018 [eisers] en de bouwbegeleider er bovendien meermaals mondeling op gewezen dat MJ Bouw geen expert is in het afdichten van bestaande kelders en dat MJ Bouw hiervoor geen risico wilde nemen. MJ Bouw heeft vervolgens een andere partij aangedragen voor het injecteren van de kelder, waarvan [eisers] rechtstreeks gebruik heeft gemaakt. Bovendien heeft MJ Bouw de aanwezigheid van de ventilatiegaten in de keldermuur aan de bouwopzichter van [eisers] gemeld en heeft deze bevestigd dat de gaten konden blijven zitten. Ook heeft MJ Bouw de oude afvoerbuis in de keldermuur niet zelf dicht gemaakt; deze was voor hem niet zichtbaar. Doordat MJ Bouw deze afvoerbuis niet kon zien kon hij ook niet controleren of deze waterdicht was en [eisers] hier niet voor waarschuwen. De overige lekkages onder de dakkapel en in de aanbouw zijn verder niet op de uitvoering van de werkzaamheden van MJ Bouw terug te voeren.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Ter beoordeling staat of MJ Bouw tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen op grond van de aannemingsovereenkomst en zo ja, of [eisers] als gevolg hiervan schade hebben geleden.
5.2.
Dit moet worden beoordeeld aan de hand van wat partijen in de aannemingsovereenkomst zijn overeengekomen. Daarbij strekt tot uitgangspunt dat uit artikel 7:401 BW volgt dat MJ Bouw gehouden is zich tegenover [eisers] als een goed opdrachtnemer te gedragen en dus dient te handelen als een redelijk bekwaam en redelijk handelend aannemer. Daarnaast bepaalt artikel 7:754 BW dat MJ Bouw als aannemer verplicht was te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen.
5.3.
De schadeposten van [eisers] zijn in drie categorieën te vatten die hierna afzonderlijk worden besproken: de kelder, de dakkapel en de aanbouw.
De lekkages in de kelder
a. de ventilatiegaten
5.4.
Wat betreft de lekkages in de kelder is in de eerste plaats aan de orde de vraag of MJ Bouw op grond van de bepalingen uit de aannemingsovereenkomst de bestaande ventilatiegaten dicht moest maken. Als dat niet het geval is moet worden beoordeeld of MJ Bouw zijn zorgplicht heeft geschonden door dit niet te doen.
5.5.
[eisers] stellen onder verwijzing naar de onderzoeksrapporten van Top Expertise en DEKRA dat de lekkages in de kelder in de eerste plaats door een combinatie van ventilatiegaten in de buiten- en binnenmuur van de spouw zijn ontstaan. Regenwater kon via de bovengrondse ventilatiegaten in de buitenmuur in de spouw terechtkomen. Vervolgens kon dit regenwater vanuit de spouw via ventilatiegaten in de binnenmuur in de kelder komen. Om dit te voorkomen had MJ Bouw de ventilatiegaten in de binnenmuur van de spouw waterdicht moeten maken. Dit had MJ Bouw moeten doen voordat hij de voorzetwanden in de kelder plaatste. Door de voorzetwanden die MJ Bouw voor de keldermuren heeft geplaatst waren de ventilatiegaten niet meer zichtbaar waardoor [eisers] niet konden zien dat er water de kelder in liep.
5.6.
MJ Bouw betwist dat de lekkages door de ventilatiegaten zijn ontstaan. De vraag of de lekkages in de kelder door de ventilatiegaten zijn ontstaan kan in het midden blijven, aangezien de rechtbank oordeelt dat uit de aannemingsovereenkomst niet volgt dat MJ Bouw deze ventilatiegaten dicht moest maken en MJ Bouw zijn zorgplicht niet heeft geschonden door dit niet te doen of hier niet voor te waarschuwen. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
5.7.
[eisers] stellen dat uit de aannemingsovereenkomst volgt dat MJ Bouw de ventilatiegaten in de keldermuur waterdicht moest maken. Daartoe verwijzen zij naar artikel 1, lid 4, artikel 24, lid 9 en artikel 51 van de werkomschrijving, artikel 2.2, lid 6 van het sloopveiligheidsplan en pagina’s 1 en 2 van de opdrachtbevestiging van [eisers]
5.8.
De rechtbank volgt dit standpunt niet. In deze artikelen is het volgende opgenomen:

Artikel 1, lid 4 werkomschrijving:
Alvorens de aannemer het werkterrein in gebruik neemt, dient de aannemer zich te vergewissen van het huidige, tijdelijke en toekomstige beloop van leidingen en kabels.
Artikel 24, lid 9 werkomschrijving:
De kelderwanden voorzien van geïsoleerde voorzetwanden. Deze aanbrengen op enkele cm voor de bestaande kelderwanden zodat de ruimte achter de voorzetwand geventileerd kan worden. Aan onder- en bovenzijde voorzetwanden ventilatieopeningen hiervoor aanbrengen. Opbouw
Faay/voorzetwand metal-stud
of hsb
Artikel 51 werkomschrijving:
Een nieuwe PVC binnenriolering aanbrengen afgestemd op de opstelplaatsen van douches, wastafels, wasapparatuur etc. Rioleringsbuizen van PVC van voldoende diameter toepassen. Leidingen onder voldoende afschot naar de standleidingen aanleggen. Leidingen zo veel als mogelijk wegwerken, afvoerleidingen wastafels en fonteintjes bad- en toiletruimten in de wand wegwerken. Leidingen isoleren om geluidsoverlast te voorkomen. Rekening houden met:
 opstelplaats van de spoelbak en afwasmachine in de keuken;
 opstelplaats spoelbak in de bijkeuken;
 wasbak buiten (onder buitenkraan)
 toiletruimte bg met toilet (inbouwreservoir) urinoir en wastafel;
 toiletruimte 1e verdieping met toilet+bidet (inbouwreservoir) en fonteintje;
 badruimte 1e verd. met dubbele wastafel, bad en dubbele douche (douchedrain);
 wasmachineruimte 1e verd. met wasmachine, condens wasdroger en spoelbak;
 badruimte zolder bij logeerkamer met wastafel, toilet en douche (douchedrain);
 toiletruimte zolder met toilet (inbouwreservoir) en fonteintje;
 badruimte zolder bij kinderslaapkamers met 2 wastafels, bad en douche (douchedrain)
Artikel 2.2, lid 6 sloopveiligheidsplan:
De te slopen onderdelen betreffen op hoofdlijnen:
[…]
6) Installaties”
5.9.
Niet valt in te zien dat uit de aangehaalde bepalingen is af te leiden dat MJ Bouw de ventilatiegaten in de keldermuur dicht zou maken. Ook in de opdrachtbevestiging van [eisers] staat niet dat MJ Bouw verplicht was de ventilatiegaten (water)dicht te maken.
5.10.
Evenmin kan worden aangenomen dat – zoals [eisers] nog aanvoeren – uit de op MJ Bouw rustende zorgplicht volgt dat MJ Bouw de ventilatiegaten waterdicht moest maken, of in ieder geval [eisers] voor de aanwezigheid van de ventilatiegaten had moeten waarschuwen. Daarbij is het volgende van belang.
5.11.
MJ Bouw heeft aangevoerd dat hij de bouwopzichter van [eisers] op de ventilatiegaten in de binnenmuur van de spouw heeft gewezen en dat de bouwopzichter heeft gezegd dat deze kunnen blijven zitten. Bovendien heeft MJ Bouw aangevoerd dat hij tegen de bouwopzichter heeft gezegd dat hij de kelder niet waterdicht maakt en hier geen verantwoordelijkheid voor neemt omdat MJ Bouw hier niet in is gespecialiseerd. Verder heeft MJ Bouw aangevoerd dat de ventilatiegaten al sinds de bouw van de woning in de jaren ’50 of ’60 in de buitenmuur van de spouw zitten en dat ook de ventilatiegaten in de binnenmuur van de spouw er al zaten toen hij met zijn werkzaamheden begon. Dit alles is niet inhoudelijk door [eisers] weersproken, zodat ook de rechtbank dit tot uitgangspunt neemt. Daarnaast heeft MJ Bouw – onweersproken – aangevoerd dat tijdens de verbouwingswerkzaamheden een vochtige plek in de keldermuur is ontdekt. MJ Bouw heeft toen aangeraden de keldermuur door een andere partij te laten injecteren en coaten. [eisers] hebben toen Dry Works ingeschakeld om de keldermuur te laten injecteren en coaten.
5.12.
MJ Bouw behoefde er onder deze omstandigheden niet op bedacht te zijn dat er onjuistheden in de opdracht zouden zitten doordat de ventilatiegaten (mogelijk) tot wateroverlast in de kelder zouden kunnen leiden. Verder mocht MJ Bouw er vanuit gaan dat het niet tot zijn taak behoorde om de kelder waterdicht te maken. [eisers] hebben onvoldoende naar voren gebracht om aan te tonen dat MJ Bouw zich in dit opzicht niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend aannemer heeft gedragen en de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden.
b. de oude afvoerbuis in de keldermuur
5.13.
In de tweede plaats is aan de orde de vraag of MJ Bouw de afvoerbuis dicht heeft gemaakt en of hij dit had moeten controleren. MJ Bouw betwist niet dat een oude – niet goed afgedichte – afvoerbuis in de kelder tot lekkage heeft geleid. Dit is op de overgelegde filmopname ook duidelijk te zien. Ter beoordeling staat of in dit opzicht aan MJ Bouw een verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is en legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
5.14.
[eisers] stellen dat de afvoerbuis, doordat MJ Bouw deze niet goed waterdicht heeft gemaakt, is gaan lekken en er water uit is gestroomd dat achter de nieuwe voorzetwanden terecht is gekomen. Ook als de afvoerbuis al was afgedicht toen MJ Bouw met zijn werkzaamheden begon, had hij moeten controleren of dit waterdicht was gebeurd. MJ Bouw moet deze afvoerbuis namelijk hebben gezien toen hij de voorzetwanden in de kelder plaatste, aangezien de afvoerbuis drie à vier centimeter uit de keldermuur stak.
5.15.
MJ Bouw betwist dat hij de afvoerbuis dicht heeft gemaakt. MJ Bouw kon deze afvoerbuis ook niet zien omdat deze achter het stuuk/cement van de keldermuur zat. MJ Bouw heeft aangevoerd dat er vier verschillende deskundigen voor nodig waren om de afvoerbuis in de keldermuur te ontdekken. De deskundigen hebben de afvoerbuis eerst in de tuin ontdekt en zijn deze vervolgens in de keldermuur gaan zoeken.
5.16.
De rechtbank stelt voorop dat [eisers] hun stelling dat MJ Bouw de afvoerbuis zelf dicht heeft gemaakt niet concreet hebben onderbouwd. De rechtbank gaat er in het licht van de betwisting hiervan dan ook van uit dat MJ Bouw de afvoerbuis niet zelf dicht heeft gemaakt.
5.17.
Of MJ Bouw de afvoerbuis zelf heeft kunnen zien toen hij met zijn werkzaamheden bezig was kan verder in het midden blijven. Ook al had MJ Bouw – wat hij betwist – het afgedichte uiteinde van de buis destijds kunnen zien, blijft overeind dat MJ Bouw niet zelf behoefde te controleren of dit waterdicht was gedaan. Zoals onder 5.11 is overwogen gaat de rechtbank ervanuit dat op MJ Bouw niet de verplichting rustte om de kelder waterdicht te maken. Ook uit de onder 5.8 aangehaalde artikelen is niet af te leiden dat MJ Bouw in dit opzicht meer actie had behoren te ondernemen. Op de video is bovendien te zien dat het uiteinde van de afvoerbuis met beton of cement was dichtgemaakt. Onder deze omstandigheden hoefde MJ Bouw – voor zover hij het uiteinde van de afvoerbuis al heeft gezien – er niet vanuit te gaan dat hier een lekkage door zou kunnen ontstaan. Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat MJ Bouw ook wat betreft de afvoerbuis de op hem rustende zorgplicht niet heeft geschonden.
5.18.
Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden aangenomen dat [eisers] schade aan de kelder hebben geleden door een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst door MJ Bouw. Vorderingen II, III, IV en vordering I, voor zover deze op de kelder ziet, worden dus afgewezen.
De lekkage die onder de nieuwe dakkapel is ontstaan
5.19.
Verder staat ter beoordeling hoe de lekkage onder de nieuwe dakkapel is ontstaan en of de daardoor ontstane schade voor rekening van MJ Bouw dient te komen. [eisers] stellen dat MJ Bouw het uiteinde van een afvoerpijpje van de hemelwaterafvoer van de nieuwe dakkapel verkeerd om heeft aangelegd. Dit uiteinde is zo aangelegd dat het water uit dit afvoerpijpje onder de dakpannen terecht kon komen. Hierdoor is een lekkage ontstaan en is er een scheur in het plafond van de verdieping onder de nieuwe dakkapel gekomen. Inmiddels is het uiteinde van dit afvoerpijpje omgedraaid waardoor er geen nieuwe lekkages meer ontstaan. De scheur in het plafond moet nog hersteld worden.
5.20.
MJ Bouw betwist dat hij het afvoerpijpje verkeerd heeft aangelegd. Volgens hem kan de lekkage – die eerst jaren na de aanleg van de dakkapel is ontstaan – ook door andere oorzaken zijn ontstaan, zoals bijvoorbeeld door een verstopte hemelwaterafvoer, harde wind, lekkage in de badkamer of het schoonspuiten van de dakpannen.
5.21.
De rechtbank volgt het standpunt van [eisers] niet en overweegt daartoe als volgt.
5.22.
[eisers] onderbouwen hun stellingen slechts met een verwijzing naar het onderzoeksrapport van DEKRA dat in opdracht van de aansprakelijkheidsverzekeraar van MJ Bouw is opgesteld. Het verhaal van [eisers] wordt echter niet door het onderzoeksrapport van DEKRA bevestigd. DEKRA heeft namelijk alleen vastgesteld dat de scheur in het plafond het gevolg is van
eenlekkage, maar heeft niet vastgesteld hoe deze lekkage is veroorzaakt. In het rapport staat weliswaar dat ’verzekerde’ desgevraagd heeft gezegd dat ‘de lekkage het gevolg was van een onjuiste afwatering van de hemelwaterafvoer van de dakkapel’, maar MJ Bouw heeft ontkend dat hij dit heeft gezegd. Volgens hem hebben juist [eisers] dit zo aan de deskundige verteld. [eisers] heeft dit laatste niet weersproken, zodat ook de rechtbank ervanuit gaat dat deze bewoordingen van [eisers] afkomstig zijn. Daarbij komt dat uit het rapport niet blijkt hoe de lekkage is veroorzaakt.
5.23.
De rechtbank wijst dus vordering V en vordering I, voor zover deze op de dakkapel ziet, af, omdat [eisers] niet hebben aangetoond dat MJ Bouw aansprakelijk is voor deze schade.
De lekkage die in de nieuwe aanbouw is ontstaan
5.24.
[eisers] wensen een bedrag van € 1.300 (vordering VI) te ontvangen, zodat zij de beschadigingen in de aanbouw als gevolg van lekkage door een derde partij kunnen laten herstellen. De rechtbank wijst ook deze vordering af op de hierna te bespreken gronden.
5.25.
Wat betreft de waterschade in de nieuwe aanbouw stellen [eisers] slechts dat er een vochtplek en gezwollen plint zichtbaar zijn, zonder aan te geven hoe deze zijn ontstaan. Zij verwijzen weliswaar naar het onderzoeksrapport van DEKRA, maar DEKRA heeft in het onderzoeksrapport opgenomen dat DEKRA de oorzaak van dit vochtprobleem niet heeft kunnen vaststellen. DEKRA schrijft alleen dat dit mogelijk verband lijkt te houden met de aansluiting van de dakbedekking op de hemelwaterafvoer.
5.26.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft MJ Bouw wel verklaard dat deze schadepost onder ‘de garantie’ valt. De vordering van [eisers] strekt evenwel niet tot nakoming van deze garantie. Dit neemt niet weg dat MJ Bouw heeft aangeboden deze schadepost zelf te herstellen, mede omdat hij dit zelf voor veel minder kosten zou kunnen doen, en dit aanbod is door [eisers] geaccepteerd. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen afgesproken dat MJ Bouw dit in de week na de mondelinge behandeling zou doen. De rechtbank begrijpt uit het na de mondelinge behandeling door [eisers] ingediende B-16 formulier dat twee medewerkers van MJ Bouw in de week na de mondelinge behandeling bij [eisers] zijn geweest om de lekkage in de uitbouw op te nemen. Zij hebben de beschadigde plint toen meegenomen. Volgens [eisers] zou een medewerker van MJ Bouw de volgende dag weer komen om het op te lossen, maar is dat er door een ziektegeval niet van gekomen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat MJ Bouw de schade als gevolg van de lekkage in de aanbouw zal herstellen, zoals partijen tijdens de mondelinge behandeling hebben afgesproken.
Conclusie
5.27.
Op grond van het bovenstaande is niet komen vast te staan dat MJ Bouw tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. Daarnaast hebben [eisers] in het geheel niet onderbouwd dat MJ Bouw onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld. Dit betekent dat alle vorderingen worden afgewezen.
Proceskosten
5.28.
[eisers] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van MJ Bouw aan MJ Bouw betalen. De proceskosten van MJ Bouw worden begroot op:
- griffierecht
2.837
- salaris advocaat
1.572
(2 punten × € 786)
- nakosten
178
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.587

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
6.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten van € 4.587, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92 plus de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Versteeg en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.