Uitspraak
1.De procedure
- het verzoek van de vader, ingekomen op 30 mei 2024;
- het verweer van de moeder tevens zelfstandig verzoek, ingekomen op 1 juli 2024;
- een F9-formulier van 9 juli 2024 met als bijlagen producties 7 tot en met 10 van de moeder;
- een F9-formulier van 10 juli 2024 met bijlagen 5 en 6 van de vader;
- een op 11 juli 2024 door mr. Neijenhof verzonden emailbericht met als bijlage productie 11;
- een brief van 11 juli 2024 van mr. Franssen met als bijlage haar pleitaantekeningen voor de behandeling op 12 juli 202.
2.De feiten
[minderjarige] .
3.Het verzoek en het verweer en het zelfstandige verzoek
4.De beoordeling
Tegenover die zorgen van vader staat de wens van moeder om bij haar familie in haar thuisland te zijn. De rechtbank vindt dit echter onvoldoende om de reis daarmee in het belang van [minderjarige] te achten. Daarbij betrekt de rechtbank dat de moeder de noodzaak voor het maken van deze reis met [minderjarige] onvoldoende heeft onderbouwd. Concluderend acht de rechtbank het dan ook niet in het belang van [minderjarige] om vervangende toestemming aan moeder te verlenen voor de reis naar Rusland. Dat de moeder en [minderjarige] de Russische nationaliteit bezitten en zij zullen worden toegelaten, werpt hier geen ander licht op. De rechtbank merkt tot slot op dat zij er van uit gaat dat de vader, zoals hij ter zitting heeft verklaard, wel zijn toestemming aan de moeder zal verlenen voor een vakantie met [minderjarige] op een andere veilige bestemming binnen Europa.
5.De beslissing
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2019, naar Italië te reizen in de periode van 22 juli tot en met 2 augustus 2024 en van 8 augustus 2024 tot en met 18 augustus 2024;