ECLI:NL:RBAMS:2024:4945
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor RVV-verkeersontheffing aan tegelzetter in Amsterdam
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 augustus 2024, in de zaak met nummer AMS 24/3838, is een verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen. Verzoeker, een tegelzetter werkzaam voor woningbouworganisaties en het GVB, had een aanvraag ingediend voor een RVV-verkeersontheffing die door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, was afgewezen. Verzoeker had eerder wel een ontheffing ontvangen, maar deze was nu niet verleend omdat verweerder meende dat verzoeker niet voldeed aan de criteria voor een ontheffing zoals vastgelegd in de Beleidsregels.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 1 augustus 2024 en geconcludeerd dat er een redelijke kans bestaat dat het bezwaar van verzoeker tegen de afwijzing van de ontheffing zal slagen. De voorzieningenrechter heeft daarbij de noodzaak van de ontheffing voor de werkzaamheden van verzoeker in overweging genomen, waarbij hij zowel spoedeisende als niet-spoedeisende werkzaamheden uitvoert. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker, gezien zijn rol in de publieke zaak, zonder vertraging moet kunnen werken en dat het in het belang van de publieke veiligheid is dat hij de ontheffing krijgt.
De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen, waardoor verzoeker een tijdelijke RVV-verkeersontheffing voor heel Amsterdam wordt verleend, geldig tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht van € 187,- aan verzoeker moet vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.