ECLI:NL:RBAMS:2024:4933

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
715090
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een kampeerauto in het kader van een koopovereenkomst en de gevolgen daarvan

In deze zaak heeft [eiser] B.V. een koopovereenkomst gesloten met RANGE LEADER B.V. voor de aanschaf van een Iveco Range Leader Special Edition, bedoeld voor langdurig reizen in onherbergzame gebieden. [eiser] stelt dat de Truck niet voldoet aan de overeenkomst, terwijl RANGE LEADER van mening is dat dit wel het geval is. De rechtbank benoemt een deskundige om de geschiktheid van de Truck te beoordelen. De deskundige concludeert dat de Truck niet geschikt is voor het beoogde reisdoel, wat leidt tot een geschil over non-conformiteit. De rechtbank oordeelt dat RANGE LEADER tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, en dat [eiser] recht heeft op ontbinding van de overeenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] toe, inclusief schadevergoeding en terugbetaling van de aankoopsom. RANGE LEADER wordt veroordeeld tot betaling van diverse kosten, waaronder proceskosten en beslagkosten. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/715090 / HA ZA 22-224
Vonnis van 14 augustus 2024
in de zaak van
[eiser] B.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. M.A.R.M. van Camp,
tegen
RANGE LEADER B.V.,
te Budel-Schoot,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Range Leader,
advocaat: mr. W.J.F. Geertsen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 januari 2023 waarin de rechtbank een deskundige heeft benoemd,
- het deskundigenbericht met bijlagen,
- de conclusie na deskundigenbericht, tevens houdende eiswijziging van [eiser] , met producties,
- de antwoordconclusie tevens houdende antwoordakte na eiswijziging van Range Leader, met producties,
- de akte uitlaten producties van [eiser] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
Wat vooraf ging
1.3.
In mei 2021 heeft [eiser] met Range Leader een koopovereenkomst gesloten voor de Iveco Range Leader Special Edition (hierna: de Truck). In de koopovereenkomst is het reisdoel van [eiser] opgenomen; zij wil met de Truck voor een periode van jaren over de wereld kunnen reizen om in onherbergzame gebieden te kunnen werken en verblijven. Het gaat om zowel warme als koude gebieden en de Truck moet bestand zijn tegen rijden over onverharde wegen, wegen met veel en grote kuilen, wegen met diepe waterplassen, doorkruizen van water- en modderwegen, steile wegen, bergpassen, zandwegen en zandbergen. [eiser] vindt dat de Truck niet aan de overeenkomst beantwoordt, en Range Leader vindt van wel. Daarom heeft de rechtbank een deskundige benoemd. Kort gezegd is de deskundige gevraagd om te beoordelen of de Truck geschikt is voor het reisdoel van [eiser] .

2.Het geschil

2.1.
[eiser] vordert – samengevat en na wijziging van eis – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis
primair
voor recht verklaart dat de Koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden, althans dat de rechtbank deze ontbindt,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 187.190,30 uit hoofde van haar ongedaanmakingsverplichting, vermeerderd met wettelijke (handels)rente vanaf 3 december 2021, tegen teruglevering van de Truck aan Range Leader, op kosten van Range Leader,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 16.746,33 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke (handels)rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 5.925,95 aan schadevergoeding voor deskundigenonderzoek, vermeerderd met wettelijke (handels)rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 12.360,31 aan schadevergoeding voor stalling en verzekering, vermeerderd met wettelijke (handels)rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 1.199,19 aan beslagkosten, te vermeerderd met wettelijke rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, conform het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit),
subsidiair
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 16.746,33 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke (handels)rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van € 1.199,19 aan beslagkosten, vermeerderd met wettelijke rente,
Range Leader veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, conform het Besluit,
primair en subsidiair
Range Leader veroordeelt tot betaling van de proces- en nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het vonnis, vermeerderd met wettelijke rente indien Range Leader daar niet aan voldoet.

3.De verdere beoordeling

Het deskundigenbericht, samengevat
3.1.
De deskundige heeft in opdracht van de rechtbank de volgende vragen beantwoord:
Is de Truck geschikt voor het beoogde reisdoel van [eiser] , zoals omschreven in artikel 1 van de Overeenkomst?
Zo ja, waarom wel, zo nee, waarom niet?
Indien niet: is het mogelijk om de Truck geschikt te maken voor het beoogde reisdoel en zo ja, hoe kan dat worden bereikt en wat zijn daarvan de geschatte kosten?
Indien niet: welke onderdelen van de Truck die niet passen bij het beoogde reisdoel van [eiser] moeten tijdens de bezichtiging en/of proefrit zichtbaar en duidelijk vaststelbaar zijn geweest voor [eiser] ?
Wat is de conclusie over de overige klachten van [eiser] ?
Zijn bij het ombouwen van de Truck tot expeditievoertuig de richtlijnen en voorschriften in acht genomen van de toepasselijke Bodybuilders Instructions?
Indien niet: is dat nadelig voor de eigenschappen van de Truck, althans leidt dat tot ongeschiktheid van de Truck voor het beoogde reisdoel, en waarom dan?
Is de leefunit van de Truck voldoende vrij van torsie voor het beoogde reisdoel? Op basis van welke testen bent u gekomen tot het antwoord op deze vraag?
Is het frame/chassis verlengd?
Indien wel: maakt dat, al dan niet in samenhang met andere factoren, de Truck ongeschikt voor het beoogde reisdoel?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgns u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
Het rapport is binnengekomen op 15 januari 2024 en bestaat uit een beschrijving van het verloop van het onderzoek en vervolgens de beantwoording van de vragen. De deskundige heeft de beantwoording van de vragen verduidelijkt met foto’s. Bij het rapport zitten verschillende bijlagen, namelijk het tussenvonnis van 4 januari 2023, de koopovereenkomst, de conformiteitsverklaring van de RDW, de 73-puntenlijst van [eiser] , het ijkcertificaat van de weegbrug Kranenburg en de opmerkingen van beide partijen op het concept-rapport met de antwoorden van de deskundige daarop.
3.3.
De deskundige is van mening dat de Truck op vlakken van functionaliteit, inzetduur en inzetlocatie “zonder enige twijfel” niet geschikt is voor het beoogde reisdoel zoals opgenomen in de Koopovereenkomst. Bij de beantwoording van vraag 1 en 2 heeft de deskundige de volgende categorieën beoordeeld:
Chassis, subframe, gewichten en voertuig
Motor, transmissie, brandstofsysteem en in- en uitlaatsysteem,
Elektrische installatie van de Truck
Elektrische, sanitaire en thermische installatie van de leefunit
Rem en luchtsysteem
Banden, wielen, assen, vering en torsievermogen
Cabine en airconditioning
Bergruimten en buitenkeuken
Leefunit en garage
3.4.
Ook heeft de deskundige een inschatting gemaakt of [eiser] bepaalde zaken zelf had kunnen opmerken bij de inspectie van de Truck of de proefrit. Een aantal onderdelen had [eiser] zelf kunnen zien volgens de deskundige, maar een aantal ook niet.
Het deskundigenbericht voldoet
3.5.
Volgens Range Leader kan de rechtbank het deskundigenbericht niet gebruiken omdat de deskundige volgens haar niet deskundig is op het gebied van expeditietrucks, en bovendien is het onderzoek niet goed uitgevoerd. Het onderzoek was slechts visueel en daaruit kon de deskundige niet de conclusie trekken dat bepaalde onderdelen zoals genoemd onder 3.3. niet aan de overeenkomst beantwoordden. Vooral het feit dat het onderzoek in de stalling heeft plaatsgevonden waar geen faciliteiten aanwezig waren stuit Range Leader tegen de borst. De Truck had op korte rijafstand gewogen kunnen worden en ook had bij gebruik van een brug beter gekeken kunnen worden of de Truck geschikt is; met name om te controleren of de leefunit losgemaakt kon worden.
3.6.
Ook heeft de deskundige onvoldoende gehoor gegeven aan het beginsel van hoor- en wederhoor, aldus Range Leader. Dit is in strijd met het fair trial beginsel zoals vastgelegd in artikel 6 van Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM). Dat zit met name in het feit dat de deskundige vier en een half uur gesproken heeft met [eiser] , maar slechts anderhalf uur met Range Leader. Ook mocht [eiser] nog reageren na het gesprek met Range Leader, maar kreeg Range Leader deze mogelijkheid niet. Dat is in strijd met artikel 5.2 van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna: de Leidraad).
3.7.
De rechtbank is van oordeel dat het fair trial beginsel niet is geschonden. Dat de deskundige met partijen apart gesproken heeft is toegestaan op grond van artikel 11.2 van de Leidraad. Kennelijk heeft de deskundige reden gezien om partijen apart van elkaar te spreken. Niet is gebleken dat Range Leader daartegen bezwaar heeft gemaakt, terwijl die mogelijkheid wel is opgenomen in artikel 11.2. Daar komt nog bij dat Range Leader niet heeft aangevoerd welk nadeel zij hierdoor zou hebben ondervonden. Als het inderdaad klopt dat de deskundige veel langer met [eiser] dan met Range Leader heeft gesproken, wil dat nog niet zeggen dat Range Leader onvoldoende ruimte voor hoor- en wederhoor heeft gekregen. Zij heeft niet gesteld dat zij meer tijd nodig had en dat de deskundige die tijd niet heeft gegeven. Anders dan Range Leader heeft gesteld, ziet de rechtbank op pagina 3 van het deskundigenbericht bovendien niet vermeld dat [eiser] nog mondeling heeft mogen reageren na het gesprek van de deskundige met Range Leader. Daar komt nog bij dat partijen uitgebreid hebben kunnen reageren op het concept rapport en dat ook daarna nog conclusies zijn genomen door beide partijen. Niet is gebleken dat Range Leader onderaan de streep in haar belangen is geschaad.
3.8.
De rechtbank constateert verder dat de antwoorden van de deskundige op basis van de rest van zijn rapport begrijpelijk en volledig zijn. De door de hem op basis van zijn deskundigheid gekozen (omvang van de) onderzoeksmethode is voor deze zaak efficiënt gebleken. Inhoudelijk is er geen aanleiding de deskundige alsnog te kwalificeren als niet-deskundig. Dit alles bij elkaar betekent dat de rechtbank de bevindingen van de deskundige tot de hare maakt. Een nieuw deskundigenonderzoek, zoals Range Leader wil, zal dus niet plaatsvinden.
Non-conformiteit
3.9.
Op grond van artikel 7:17 BW moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden, dat wil zeggen dat deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik als bij de overeenkomst voorzien. Wat de koper mag verwachten wordt ingekleurd door mededelings- en onderzoeksplichten en de overige omstandigheden van het geval. De verkoper is gehouden mededeling te doen van gebreken waarvan hij op de hoogte is. Een gebrek dat aan normaal gebruik in de weg staat, kan onder omstandigheden meebrengen dat van non-conformiteit sprake is, ook als de verkoper het gebrek niet kende.
3.10.
De rechtbank stelt voorop dat de vraag hier luidt of de Truck geschikt is voor het reisdoel van [eiser] , aangezien deze expliciet is opgenomen in de koopovereenkomst. De vraag is dus niet of de Truck veilig is (naar APK standaarden), of de Truck wel of niet van goede kwaliteit is, of dat [eiser] op basis van de leeftijd en koopprijs heeft gekregen wat zij mocht verwachten. In dit geval is er een bijzonder gebruik overeengekomen, namelijk het reisdoel van [eiser] . Dat reisdoel vergt veel van de Truck, en het feit dat het reisdoel is opgenomen in de koopovereenkomst betekent niet dat de Truck tegen iedere extreme omstandigheid bestand moet zijn en dat er nooit iets kapot mag gaan, maar wel dat [eiser] met een gerust hart en met vertrouwen de Truck kan gebruiken in onherbergzame gebieden omdat de Truck daar in principe geschikt voor is. De deskundige heeft over veel onderwerpen gezegd dat er niet voor de juiste onderdelen is gekozen, dat er functionaliteiten missen of dat sommige onderdelen voor problemen kunnen zorgen, maar het grootste punt wat betreft de rechtbank is de constatering van de deskundige ten aanzien van het chassis, het subframe en de leefunit en hoe deze aan elkaar zijn verbonden.
3.11.
De deskundige heeft vastgesteld dat het subframe van de Truck op regelmatige afstand is voorzien van vaste bevestigingspunten, die zijn voorzien van torsieveren. De torsieveren zorgen ervoor dat als er over oneffen terrein wordt gereden, het chassis iets kan torderen maar dat de leefunit die op het subframe gemonteerd is torsievrij blijft. Zo wordt schade aan interieur en exterieur van de leefunit voorkomen. Volgens de deskundige is het probleem echter dat het subframe door Range Leader ook op meerdere plekken is vastgemaakt aan het chassis door middel van geboute en/of gelaste verbindingen tussen het subframe en het voertuigchassis. Er is daardoor geen sprake meer van een afzetbare unit, maar daarnaast is het subframe ook niet meer in staat om de torsiekrachten op te vangen. Daarnaast heeft de deskundige geconstateerd dat een aantal bouten in de torsieveren te kort zijn waardoor de veerweg van de veren nagenoeg teniet wordt gedaan.
3.12.
[eiser] heeft zich aangesloten bij de conclusie van de deskundige, maar Range Leader heeft de bevindingen betwist. Ten aanzien van de veerweg en de te korte bouten heeft Range Leader aangevoerd dat dit geen punt is waarop de Truck APK wordt afgekeurd, en dat het dus geen onveilige situatie oplevert. De APK-keuring is, volgens Range Leader, een veiligheidskeuring waarbij beoordeeld wordt of de Truck in mechanisch en technisch opzicht voldoende veilig is om de weg op te mogen. Dat is het geval, ook op dit onderdeel, stelt Range Leader. Dit argument gaat niet op. Dat de Truck APK goedgekeurd is, maakt niet dat hij ook automatisch beantwoordt aan de overeenkomst en geschikt is voor het in het bijzonder overeengekomen doel.
3.13.
Over het torsievermogen van de Truck heeft Range Leader het volgende aangevoerd. De deskundige heeft gezegd dat de torsie niet (goed genoeg) opgevangen kan worden door de vaste verbindingen tussen het chassis en het subframe. Range Leader heeft betwist dat de deskundige deze conclusie kan trekken op basis van enkel visueel onderzoek, zonder daaraan berekeningen ten grondslag te leggen. Echter, de deskundige heeft in zijn rapport ook beschreven dat hij aan Range Leader heeft gevraagd of zij een reken technisch ontwerp of een dynamische krachtberekening heeft opgesteld om de geschiktheid van het subframe te berekenen. Range Leader zou daarop hebben geantwoord (en dat heeft zij niet betwist) dat zij die berekeningen niet heeft gemaakt. Dat de deskundige op basis van visueel onderzoek kan vaststellen dat de verbindingen die Range Leader heeft gemaakt maken dat dergelijke krachten die horen bij het reisdoel van [eiser] onvoldoende kunnen worden opgevangen, bijvoorbeeld omdat er maar weinig ruimte is om krachten op te vangen omdat de verbindingen weinig beweging toelaten, is niet onaannemelijk. Helemaal nu Range Leader zelf ook niet kan aantonen dat zij heeft berekend dat het subframe de krachten wél kan opvangen.
3.14.
Tot slot heeft Range Leader aangevoerd dat de leefunit niet onlosmakelijk is verbonden met de Truck en dat deze door zogenoemde Twistlocks kan worden losgemaakt. Ten aanzien hiervan heeft zij een bewijsaanbod gedaan in de vorm van het horen van de heer [naam 1] , servicemanager werkzaam bij Burgers Group te Maasbracht, die zou kunnen bevestigen dat de leefunit wel degelijk losgemaakt kan worden. De rechtbank passeert dit bewijsaanbod. Als het zou kloppen dat de leefunit wel losgemaakt kan worden, dan moet deze in ieder geval tijdens het rijden vast zitten. Dat deze wordt vastgemaakt met Twistlocks (de heer [naam 1] noemt dit in zijn verklaring de
hoofdbevestiging) mag zo zijn, maar Range Leader heeft niet betwist dat als de leefunit vast zit, deze ook met bouten, althans andere verbindingen, is vastgemaakt. Hierover heeft de deskundige gezegd dat die andere (niet Twistlock) verbindingen maken dat de leefunit teveel krachten opvangt bij het rijden over oneffen terrein. Als het zo is dat de leefunit losgemaakt kan worden, maakt dit niet dat het de krachten aankan als er met de Truck gereden wordt.
3.15.
Het verweer van Range Leader faalt. Daarmee komt vast te staan dat het chassis, het subframe en de leefunit niet geschikt zijn voor het reisdoel door de manier waarop deze met elkaar verbonden zijn. Bij deze stand van zaken hoeven de andere bevindingen van de deskundige geen bespreking meer.
Ontbinding en ongedaanmakingsverbintenissen
3.16.
Het voorgaande betekent dat de Truck niet aan de koopovereenkomst beantwoordt en dat er sprake is van non-conformiteit. De Truck is immers niet geschikt voor het reisdoel, terwijl Range Leader heeft verzekerd dat dat wel zo was en dat ook als zodanig heeft opgenomen in de koopovereenkomst (artikel 8.2 van de koopovereenkomst). Ook was de problematiek rondom het subframe volgens de deskundige niet zichtbaar voor [eiser] bij een bezichtiging of proefrit. De deskundige heeft geconcludeerd dat het niet-functioneren van de Twistlock functionaliteit van de leefunit mogelijk zichtbaar was voor [eiser] , maar dat betekent niet dat zij had kunnen zien dat het subframe niet meer in staat was om torsiekrachten op te vangen. Dat had zij ook niet hoeven weten, Range Leader is immers de verkoper en expert, en dit punt is een punt van dusdanige deskundigheid dat niet van [eiser] verwacht hoefde te worden dat zij dit had opgemerkt.
3.17.
Non-conformiteit impliceert dat Range Leader tekort geschoten is in de nakoming van de koopovereenkomst. [eiser] heeft recht op correcte nakoming in de zin van artikel 7:21 BW, maar zij kan ook de koopovereenkomst ontbinden op grond van artikel 6:265 lid 1 BW. [eiser] heeft gesteld dat Range Leader in verzuim is geraakt op grond van artikel 6:83 aanhef en sub c BW, omdat zij op 20 oktober 2021 schriftelijk heeft laten weten alle aansprakelijkheid van de hand te wijzen, nadat [eiser] problemen had ondervonden met de Truck. De rechtbank volgt deze stelling van [eiser] . [eiser] heeft vervolgens de koopovereenkomst ontbonden op 19 november 2021, met onder andere een verwijzing naar het feit dat het subframe niet geschikt is voor terrein- en offroad rijden. Het aanbod van Range Leader in de conclusie van antwoord om dan een nieuw tussenframe te bouwen indien zou blijken dat deze niet geschikt is, wordt dus gepasseerd. Op dat moment had [eiser] de koopovereenkomst namelijk al ontbonden. De verklaring voor recht dat de koopovereenkomst door [eiser] is ontbonden op 19 november 2021 wordt toegewezen.
3.18.
[eiser] zal worden veroordeeld tot het terugleveren van de Truck aan Range Leader, op kosten van Range Leader, en Range Leader zal de aankoopsom van € 187.190,30 exclusief btw aan [eiser] moeten terugbetalen uit hoofde van de ongedaanmakingsverbintenis die is ontstaan bij de ontbinding van de koopovereenkomst. Range Leader heeft nog betoogd dat [eiser] de op zijn verzoek aangebrachte en als meerwerk in rekening gebrachte wijzigingen moet verwijderen, maar daar gaat de rechtbank niet in mee. De gehele koopovereenkomst is ontbonden door [eiser] , dus moet de gehele Truck inclusief aangebrachte wijzigingen worden teruggeleverd.
3.19.
[eiser] heeft hierover wettelijke handelsrente, danwel wettelijke rente gevorderd vanaf 3 december 2021. In de ontbindingsverklaring van 19 november 2021 heeft [eiser] Range Leader tot 3 december 2021 de tijd gegeven om (onder andere) de aankoopsom terug te betalen, waar Range Leader niet aan heeft voldaan. Artikel 6:119a BW heeft uitsluitend betrekking op de primaire betalingsverbintenis uit de handelsovereenkomst, oftewel de verbintenis tot betaling van de tegenprestatie voor de geleverde goederen of diensten. De gevorderde wettelijke handelsrente over het met de ongedaanmakingsverbintenis gemoeide bedrag is derhalve niet toewijsbaar. In plaats daarvan zal de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag worden toegewezen vanaf 3 december 2021.
Schadevergoeding
3.20.
[eiser] heeft op grond van artikel 6:277 BW schadevergoeding gevorderd ter hoogte van € 16.746,33 bestaande uit drie componenten: (1) onderhoud en reparaties aan de Truck, (2) nadeelcompensatie en (3) letselschade. Allereerst vordert [eiser] € 11.241,33 aan gemaakte kosten voor onderhoud, reparatie, vervanging en aanvulling van onderdelen. Deze vordering wordt afgewezen. [eiser] heeft verwezen naar een productie waarin een overzicht van facturen is opgenomen, maar het is de rechtbank onduidelijk wat [eiser] hiermee probeert te stellen. Indien [eiser] de stelling inneemt dat al deze onderdelen schade betreffen, moet zij wel onderbouwen waarom. Een verwijzing naar een specifieke passage in de koopovereenkomst waaruit de rechtbank kan opmaken dat bepaalde onderdelen door Range Leader geleverd zouden worden ontbreekt, en een toelichting waarom Range Leader schadevergoeding moet betalen voor het vervangen, repareren of aanvullen ontbreekt eveneens. Daarnaast vordert [eiser] € 3.505,00 aan kosten voor hotels en vluchten omdat zij geen gebruik heeft kunnen maken van de Truck. Deze vordering wordt ook afgewezen. Ter onderbouwing heeft [eiser] een zelf opgestelde excel-sheet overgelegd waarin de extra kosten uiteen zijn gezet. Dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt is niet gebleken en ook is niet gebleken dat de extra kosten die zij stelt te hebben gemaakt noodzakelijk en redelijk waren. [eiser] heeft totaal geen inzicht gegeven in de totstandkoming van de berekening. Tot slot heeft [eiser] € 2.000,00 aan letselschade gevorderd. Ook deze schade wordt afgewezen. Naast dat deze post summier is onderbouwd en Range Leader de schade heeft betwist, zijn het [naam 2] (bestuurder van [eiser] ) en zijn vriendin geweest die stellen letselschade te hebben opgelopen. [naam 2] en zijn vriendin zijn echter geen partij bij de koopovereenkomst, uit hoofde waarvan de niet-nakoming door Range Leader volgens [eiser] tot schadevergoeding zou moeten leiden, en zij zijn ook geen partij bij deze procedure.
3.21.
Verder heeft [eiser] schadevergoeding gevorderd voor de kosten van een door haar opgedragen deskundigenonderzoek. De vordering bedraagt € 5.925,95. [eiser] heeft in beginsel recht op vergoeding van de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (artikel 6:96 lid 2 sub b BW). In de dagvaarding heeft [eiser] een bedrag gevorderd voor de kosten voor deskundigenonderzoek van € 3.885,95 exclusief btw. Zij heeft dat onderbouwd door facturen van DEKRA en Expedition Truck Brokers over te leggen. Vervolgens heeft zij bij eiswijziging in september 2022 haar vordering verhoogd doordat twee reacties van deze deskundigen op de conclusie van antwoord die € 2.040,00 exclusief btw zouden hebben gekost. Range Leader heeft betwist deze kosten verschuldigd te zijn omdat de onderzoeken ondeugdelijk zijn en de onderzoeken niet onafhankelijk zijn uitgevoerd. Deze vordering wordt deels toegewezen. Het is in ieder geval niet gebleken dat de onderzoeken ondeugdelijk waren zoals Range Leader heeft gesteld. Dat ze niet onafhankelijk waren is logisch, want [eiser] heeft opdracht gegeven voor de onderzoeken, maar onafhankelijkheid is ook geen vereiste voor de vergoeding van deze kosten. De kosten voor de eerste onderzoeken voorafgaand aan de dagvaarding zijn inderdaad toewijsbaar, maar het tweede deel van de kosten wordt afgewezen. Dat [eiser] de deskundigen heeft laten reageren op de conclusie van antwoord van Range Leader zodat zij goed verweer kon voeren op hetgeen Range Leader heeft aangevoerd valt niet onder kosten voor vaststelling van aansprakelijkheid. Dit valt onder de noemer proceskosten, waarvoor een aparte vergoeding wordt berekend. Deze kosten komen dus voor eigen rekening van [eiser] . In totaal wordt er dus € 3.885,95 exclusief btw toegewezen. De wettelijke handelsrente over dit gedeelte wordt afgewezen, aangezien het hier schadevergoeding betreft en geen vordering uit hoofde van een handelsovereenkomst. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, namelijk 4 maart 2022.
3.22.
[eiser] heeft tevens schadevergoeding gevorderd ter hoogte van € 12.360,31 bestaande uit kosten voor stalling en verzekering van de Truck. Deze vordering wordt afgewezen. Tussen de tekortkoming van Range Leader en de schade van [eiser] moet een (conditio sine qua non) causaal verband bestaan. Uitgaande van de hypothetische situatie dat Range Leader de Truck zonder tekortkomingen had geleverd, had [eiser] een geschikte Truck gehad die ook gestald en verzekerd had moeten worden. [eiser] heeft niet toegelicht dat de kosten die zij nu vordert anders zijn dan als Range Leader haar verplichtingen was nagekomen. Bij deze stand van zaken bestaat er geen causaal verband tussen de tekortkoming van Range Leader en de gestelde schade van [eiser] en wordt de vordering dus afgewezen.
3.23.
[eiser] vordert een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten dat is gebaseerd op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De onderhavige vordering heeft echter geen betrekking op één van de situaties waarin genoemd besluit van toepassing is, aangezien het hier een vordering uit hoofde van een ongedaanmakingsverbintenis na ontbinding betreft. De rechtbank zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij kosten heeft gemaakt voor het aansprakelijk stellen en in gebreke stellen van Range Leader. Het Rapport BGK-integraal verwijst vervolgens naar de staffel die is opgenomen in het Besluit. Het toegewezen bedrag aan incassokosten komt daarmee uit op € 2.646,90.
Proces- en beslagkosten
3.24.
[eiser] heeft de beslagkosten ter hoogte van € 1.199,19 gevorderd, namelijk € 676,00 aan griffierecht en € 523,19 exclusief btw aan deurwaarderskosten. Deze vordering wordt toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, namelijk 4 maart 2022.
3.25.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
187.190,30
- schadevergoeding
3.885,95
- buitengerechtelijke incassokosten
2.646,90
- beslagkosten
1.199,19
+
Totaal
194.922,34
3.26.
Range Leader is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
103,33
- griffierecht
5.061,00
- kosten deskundigenonderzoek
7.759,13
- salaris advocaat
8.142,00
(3,00 punten × € 2.714,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
21.243,46

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
verklaart voor recht dat [eiser] de koopovereenkomst op 19 november 2021 heeft ontbonden en veroordeelt Range Leader om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 187.190,30, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 3 december 2021, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [eiser] om de Truck aan Range Leader terug te leveren, op kosten van Range Leader,
4.3.
veroordeelt Range Leader om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.885,95, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 4 maart 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.4.
veroordeelt Range Leader om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.646,90,
4.5.
veroordeelt Range Leader om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.199,19, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 4 maart 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.6.
veroordeelt Range Leader in de proceskosten van € 21.243,46, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe en te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Range Leader niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Q.R.M. Falger, rechter, bijgestaan door mr. L. Schwalb, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.