ECLI:NL:RBAMS:2024:4861

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
23/6617
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking urgentieverklaring voor passende woning in verband met medische klachten

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar urgentieverklaring door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had in 2017 een urgentieverklaring gekregen vanwege de medische situatie van haar zoon, die lijdt aan een luchtwegaandoening en gevoelig is voor schimmel. Op 5 juli 2023 trok het college deze urgentieverklaring in, omdat eiseres een woning had geweigerd die volgens hen passend was. Eiseres betwistte deze intrekking, stellende dat de aangeboden woning niet voldeed aan de eisen vanwege de kans op schimmel, wat schadelijk zou zijn voor de gezondheid van haar zoon.

De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft aangetoond dat de aangeboden woning voldeed aan de voorwaarden van de urgentieverklaring. De rechtbank benadrukt dat de medische omstandigheden van zowel eiseres als haar zoon in acht moeten worden genomen bij het aanbieden van een woning. Aangezien het college geen onderzoek heeft gedaan naar de schimmelvorming in de aangeboden woning, concludeert de rechtbank dat eiseres de woning terecht heeft geweigerd. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en herstelt de urgentieverklaring van 24 november 2021, waardoor eiseres recht heeft op een passende woning die voldoet aan haar medische behoeften.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/6617

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 augustus 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. W.H. Boomstra),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder, hierna het college
(gemachtigde: mr. F.M.E. Schuttenhelm).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het intrekken van haar urgentieverklaring.
1.2.
Het college heeft met het besluit van 5 juli 2023 de urgentieverklaring van eiseres ingetrokken (het primaire besluit). Met het bestreden besluit van 24 oktober 2023 op het bezwaar van eiseres is het college bij dat besluit gebleven.
1.3.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 26 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2.1.
De rechtbank beoordeelt of het college de urgentieverklaring van eiseres terecht heeft ingetrokken omdat zij een passende woning heeft geweigerd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
2.2.
Het beroep is gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Heeft eiseres een passende woning geweigerd?
3.1.
Een houder van een urgentieverklaring krijgt één keer een woning aangeboden die past binnen het zoekprofiel, een zogeheten “passende” woning. De urgentieverklaring wordt ingetrokken als de houder van de urgentieverklaring een passende woning krijgt aangeboden en deze dan weigert. [1] In het zoekprofiel wordt rekening gehouden met medische problematiek als dat noodzakelijk is volgens een advies van de GGD-arts. [2]
3.2.
Eiseres heeft in 2017 een urgentie gekregen vanwege de ernst van het type luchtwegaandoening van haar zoontje, die daardoor erg gevoelig is voor schimmel. Zij heeft toen haar huidige woning betrokken. Op 1 september 2021 heeft zij opnieuw een urgentieverklaring toegewezen gekregen vanwege haar eigen medische en sociale problematiek. Eiseres heeft op 30 juni 2023 een woning in Amsterdam-Noord van Rochdale geweigerd omdat deze volgens haar niet passend was. Hierop heeft het college de urgentieverklaring ingetrokken.
3.3.
Eiseres voert aan dat het college de urgentieverklaring ten onrechte heeft ingetrokken. Zij heeft de woning geweigerd omdat er kans is op schimmel wat zeer schadelijk is voor de astma van haar zoon. Eiseres heeft tijdens het bezoeken van de woning overlegd met een vertegenwoordiger van de verhuurster en die heeft bevestigd dat er in het verleden schimmel aanwezig was in de woning. De verhuurster heeft volgens eiseres haar afgeraden om de woning te accepteren. Eiseres heeft de urgentieverklaring gekregen vanwege medische problematiek van haarzelf en haar zoon. De woning die zij aangeboden heeft gekregen voldoet niet aan de vereisten voor een passende woning bij hun medische klachten. Daarom stelt eiseres zich op het standpunt dat zij terecht de woning heeft mogen weigeren.
3.4.
Het college stelt dat de urgentieverklaring terecht is ingetrokken omdat zij een passende woning hebben aangeboden en die is geweigerd door eiseres. Het college gaat uit van het GGD-rapport wat ten grondslag ligt aan de urgentieaanvraag. In dit rapport wordt een woning geadviseerd met een lift of etagebinding vanwege de medische klachten van eiseres. De woning die het college heeft aangeboden voldoet aan deze eis en is dus een passend aanbod. De GGD heeft alleen de medische omstandigheden van eiseres meegenomen, niet die van haar zoon. Als eiseres had gewild dat de omstandigheden van haar zoon ook zouden meewegen, dan had zij de aanvraag anders moet formuleren, of had zij bezwaar moeten aantekenen tegen de toekenning van de urgentie.
Oordeel van de rechtbank
4.1.
De rechtbank overweegt dat een urgentieverklaring wordt verstrekt om een huisvestingsprobleem op te lossen. Het huisvestingsprobleem van eiseres is tweeledig. In 2017 is geoordeeld dat rekening moet worden gehouden met de medische situatie van de zoon van eiseres, die een luchtwegaandoening heeft waardoor hij heftig reageert op vocht en schimmel. In 2021 is geoordeeld dat de woning bereikbaar moet zijn met de lift of zich moet bevinden op de begane grond. Als er door het college een woning wordt aangeboden die niet aan deze vereisten voldoet, wordt het woningprobleem van eiseres niet opgelost en mist de urgentieverklaring zijn doel. De rechtbank begrijpt uit de onderzoeksrapporten van de GGD dat het noodzakelijk is voor de medische problematiek van eiseres en haar zoon dat de woning schimmelvrij en gemakkelijk bereikbaar is. Omdat in het zoekprofiel rekening moet worden gehouden met het GGD advies, past een woning dus alleen binnen het zoekprofiel van eiseres als hij aan deze eisen voldoet.
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is het aan het college om aannemelijk te maken dat de aangeboden woning ook voldoet aan de voorwaarden die volgen uit de urgentieverklaring uit 2017. Het is aan het college om aannemelijk te maken dat de aangeboden woning passend is. Het is niet gebleken dat het college onderzoek heeft gedaan naar de schimmelvorming in de aangeboden woning. Dit betekent dat eiseres de woning terecht heeft mogen weigeren. Op de zitting voerde het college aan dat de eerdere urgentie uit 2017 niet meegenomen hoeft te worden tijdens de beoordeling van de huidige aanvraag. Dat argument kan naar het oordeel van de rechtbank geen stand kan houden. Bij het aanbieden van een passende woning diende verweerder ook de urgentieverklaring uit 2017, en het GGD rapport dat toen is opgesteld, te betrekken. Dat heeft het college niet gedaan. Indien het college de urgentieverklaring van 2017, om welke reden dan ook, niet meer van belang acht had zij dit moeten onderzoeken en motiveren. In het geval van eiseres betekent dit dat er een woning aangeboden moet worden waarbij ook rekening wordt gehouden met de luchtwegaandoening van de zoon van eiseres, die voor het college 2017 aanleiding was een urgentieverklaring te verstrekken.
4.3.
Deze beroepsgrond slaagt. De rechtbank is op grond van oordeel dat de urgentieverklaring onterecht is ingetrokken.

Conclusie en gevolgen

5.1.
Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank neemt met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht nu zelf een beslissing en bepaalt dat het primaire besluit wordt herroepen. Dit betekent dat de urgentieverklaring van 24 november 2021 herleeft.
5.2.
Omdat het beroep gegrond is moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten.
Het college moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.750,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold, rechter, in aanwezigheid van
mr. W.L. van der Pijl, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 augustus 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 2.10.10, eerste lid, onder d Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (HVV versie 2023), versie geldend van 16 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
2.Van de Nadere Regels Huisvestingsverordening (Nadere regels 2023), versie geldend van 16 januari 2023 tot en met 31 december 2023.