ECLI:NL:RBAMS:2024:4838

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
2 augustus 2024
Zaaknummer
C/13/752605 / KG ZA 24-521
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitlatingen over betrokkenheid van jongeren uit de Tigray-regio bij rellen in Den Haag

Op 2 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Vereniging van Ethiopische Tigreërs in Nederland en de Federatie van Eritrese Gemeenschappen in Nederland. De zaak betreft uitlatingen van [naam 4], woordvoerder van de Federatie, die op 20 februari 2024 in een interview met PowNews verklaarde dat jongeren uit de Tigray-regio betrokken waren bij rellen die plaatsvonden op 17 februari 2024 bij een evenement georganiseerd door de Federatie. De Vereniging van Ethiopische Tigreërs vorderde rectificatie van deze uitlatingen, die zij als onrechtmatig beschouwde, omdat er onvoldoende bewijs was dat jongeren uit de Tigray-regio betrokken waren bij het geweld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van [naam 4] onvoldoende steun vonden in de beschikbare feiten en dat deze onrechtmatig waren jegens de Vereniging van Ethiopische Tigreërs. De rechter gebiedde de Federatie om binnen drie dagen een rectificatie te plaatsen op haar social media en websites, en om een ondertekende brief te sturen naar de Vereniging van Ethiopische Tigreërs. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de Federatie niet aan deze verplichtingen voldeed. De rechter wees de reconventionele vorderingen van de Federatie af, waarbij de proceskosten voor de Vereniging van Ethiopische Tigreërs werden toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/752605 / KG ZA 24-521 VVV/TF
Vonnis in kort geding van 2 augustus 2024
in de zaak van
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN ETHIOPISCHE TIGREËRS IN NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
2. de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN TIGRAY IN NEDERLAND,
gevestigd te Rotterdam,
3.
[naam 1],
wonende te [woonplaats 1] ,
4.
[naam 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
5.
[naam 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
eisers in conventie bij gelijkluidende dagvaardingen van 24 juni 2024,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. C.J. Nierop te Amsterdam,
tegen
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FEDERATIE VAN ERITRESE GEMEENSCHAPPEN IN NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[naam 4],
wonende te [woonplaats 4] ,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. R.A. Korver te Amsterdam.
Partijen (eisers in conventie en gedaagden in conventie) zullen hierna de groep Tigray en de groep Eritreeërs worden genoemd. De groep Tigray bestaat uit de Vereniging van Ethiopische Tigreërs (eiser sub 1), de Vereniging van Tigray (eiser sub 2), [naam 1] (eiser sub 3), [naam 2] (eiser sub 4) en [naam 3] (eiser sub 5). De groep Eritreeërs bestaat uit de Federatie van Eritrese Gemeenschappen en [naam 4] (ook gedaagde sub 2).

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 18 juli 2024 heeft de groep Tigray de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De groep Eritreeërs heeft mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd en tegen de Vereniging van Tigray een tegenvordering (eis in reconventie) ingediend. Deze vereniging heeft de tegenvordering bestreden. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. De groep Eritreeërs heeft bezwaar gemaakt tegen toelating van de producties 27 en 28 van de groep Tigray, omdat die te laat zijn ingediend. De voorzieningenrechter heeft de producties toegelaten, nu de groep Eritreeërs daarmee niet in haar procesbelang wordt geschaad. Het betreffen immers overzichtelijke producties, die ter zitting nader aan de orde komen. Tot slot is vonnis bepaald op vandaag.
1.2.
Op de zitting waren aanwezig:
- aan de kant van de groep Tigray: [naam 5] (bestuurslid van eiser sub 1),
[naam 6] (bestuurslid van eiser sub 2), [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] met mr. Nierop;
- aan de kant van de groep Eritreeërs: [naam 4] en namens de Federatie van Eritrese Gemeenschappen: gemachtigden [naam 7] en [naam 8] met mr. Korver en zijn kantoorgenoot mr. L.K.G. Mulder.

2.De feiten

2.1.
De achterban van de Vereniging van Ethiopische Tigreërs en de Vereniging van Tigray bestaat uit personen afkomstig uit de regio Tigray in Noord-Ethiopië.
In de statuten van de Vereniging van Ethiopische Tigreërs staat als doel van de vereniging omschreven: een onafhankelijke non-politieke en non-religieuze organisatie van Ethiopische Tigreeërs en vrienden van Ethiopische Tigreeërs in Nederland te zijn. Uit artikel 4 van de statuten volgt dat het lidmaatschap wordt verkregen door aanmelding en toelating door het bestuur. Uit artikel 4 van de statuten van de Vereniging van Tigray volgt dat alle Tigreeërs in Nederland leden van die vereniging kunnen zijn. In artikel 2 van de statuten wordt (onder andere) als doel van die vereniging omschreven, het bevorderen van de welzijn van Tigreeërs en verbetering van hun rechtspositie. Eisers 3 tot en met 5, althans één of twee van hen, zijn in de regio Tigray geboren. Eisers sub 3 en 4 zijn allebei nog geen 30 jaar oud.
2.2.
In de jaren ’20 van deze eeuw heeft in de regio Tigray in Ethiopië een burgeroorlog gewoed, die nog steeds gaande is. Naar schatting zijn er 300.000 tot 600.000 personen overleden als gevolg van geweld en hongersnood. De regio Tigray grenst aan Eritrea. Betrokken bij deze oorlog zijn het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) en Ethiopië en Eritrea.
2.3.
Van de Ethiopiërs die als vluchteling naar Nederland (zijn) (ge)komen, is een gedeelte afkomstig uit de regio Tigray. Onbekend is hoeveel.
2.4.
De Federatie van Eritrese Gemeenschappen is een overkoepelende organisatie van verschillende Eritrees-Nederlandse verenigingen in Nederland. Zij behartigt de belangen van haar leden.
2.5.
Een deel van de Eritrese vluchtelingen die vóór 1993 naar Nederland kwamen, is overwegend voorstander van het regime van de huidige Eritrese president Isaias Afewerki. Hij is in 1993 nadat Eritrea onafhankelijk werd van Ethiopië aan de macht gekomen. Latere vluchtelingen zijn vaak tegenstander van deze regering.
2.6.
Op 17 februari 2024 heeft in zalencentrum Opera in Den Haag een evenement of feest plaatsgevonden, dat door de Federatie van Eritrese Gemeenschappen was georganiseerd voor leden van de Eritrese gemeenschap. Tijdens dit evenement zijn buiten het zalencentrum rellen uitgebroken. Er was sprake van geweld door personen die niet op het feest aanwezig waren. Er is onder andere gegooid met stoeptegels, fietsen en vuurwerk. Van dit alles is door de media uitgebreid verslag gedaan.
2.7.
In een artikel op NOS Nieuws van zaterdagavond 17 februari 2024 met de titel “Rellen in Den Haag rond bijeenkomst Eritreeërs, politieauto’s in brand” staat –
samengevat – dat een rivaliserende groep Eritreeërs probeerde het zalencentrum binnen te komen, waar volgens de woordvoerder van de Gemeente De Haag een bijeenkomst was georganiseerd door regeringsgezinde Eritreeërs.
2.8.
In een artikel van de Volkskrant van 22 februari 2024 met de titel “Hoe kon het zaterdag zo misgaan in Den Haag? ‘De Nederlandse politie beschermt de dictatuur van Eritrea, zo voelen wij dat’” staat dat met zeven anonieme jongvolwassen Nederlandse Eritreeërs, allen sterk gekant tegen het huidige regime in Eritrea, is gesproken. Zij waren volgens de Volkskrant bij de rellen aanwezig, maar veroordelen het geweld. De Volkskrant heeft verder geschreven dat uit de gesprekken kan worden afgeleid, dat er een oproep is geweest om naar Den Haag te komen door internationale Brigade Nhamedu, die zich verzet tegen bijeenkomsten die zij associëren met het regime dat zij zijn ontvlucht. In het artikel wordt daarnaast [naam 4] (gedaagde sub 2) aangehaald. Zij wordt in het artikel aangeduid als van origine Arabist, voorheen CDA kamerlid en wethouder in Enschede, en nu woordvoerster en adviseur van de Federatie van Eritrese Gemeenschappen. Volgens het artikel zou deze federatie zich verzetten tegen het beeld dat zij een pro-regime-organisatie is die politieke feesten organiseert.
2.9.
Op 20 februari 2024 heeft [naam 4] , die ook op het feest op 17 februari 2024 aanwezig was, een interview gegeven aan PowNews, een actualiteitenrubriek van PowNed, over de rellen op 17 februari 2024. In dit interview heeft [naam 4] de volgende uitspraak gedaan:
(…) die Brigade Nhamedu, die buiten al dat geweld heeft gepleegd, dat zijn eigenlijk geen Eritreeërs, dat zijn Ethiopiërs, dat zijn jongeren die uit de Tigray regio komen. Tigray is ook een volk en in dat gebied is al een paar jaar een burgeroorlog gaande en tot op heden is de oorlog niet gewonnen door hen. En die willen nu hun woede, hun frustratie, hun boosheid uiten… afreageren met zwaar fysiek geweld tegen deze mensen.
2.10.
Op 27 februari 2024 heeft de burgemeester van Den Haag 223 vragen van de gemeenteraad beantwoord over de rellen op 17 februari 2024. In het verslag wordt de Brigade Nahmedu regelmatig genoemd, maar staat niets vermeld over personen uit de regio Tigray.
2.11.
Op 29 februari 2024 hebben vertegenwoordigers van de groep Tigray met [naam 4] gesproken over haar uitlatingen op 20 februari 2024.
2.12.
Bij e-mail van 4 maart 2024 heeft de Vereniging van Tigray aan [naam 4] meegedeeld, dat zij bezwaar maakt tegen de onder 2.9 vermelde en (volgens de Tigreeërs)
onrechtmatigeuitlatingen die zij in haar interview met PowNed heeft gedaan en verzocht deze publiekelijk te rectificeren. In de e-mail staat voor zover van belang het volgende:
(…) Deze uitlatingen beschouwen wij als smaad en laster, aangezien ze ons reputatie ernstig schaden en gebaseerd zijn op onwaarheden. (…) Wij ontken categorisch dat bovenstaande uitspraken enige grond van waarheid bevatten en dat onze gemeenschap op geen enkele wijze betrokken is geweest bij het incident.
2.13.
Op 5 maart 2024 heeft [naam 3] namens de Vereniging van Tigray aangifte van belediging gedaan jegens [naam 4] vanwege de uitlatingen in het interview van 20 februari 2024.
2.14.
In een e-mail van 6 maart 2024 heeft [naam 4] , in reactie hierop, aan PowNed voor zover van belang het volgende geschreven:
19 februari (20 februari, vzr) heb ik namens de Federatie van Eritrese Gemeenschappen in Nederland een interview gegeven voor uw televisie over de gruwelijke gewelddadigheden die 2 dagen daarvoor hebben plaats gevonden in Den Haag voor het Opera Zalencomplex waar leden en aanhangers van de Brigade Nhamedu hebben getracht om een bijeenkomst van een grote groep vreedzame Eritrese Nederlanders te verstoren door hen aan te vallen. Deze aanval is gelukkig niet gelukt en tegengehouden door de politie en ME.
Ik heb in het interview met u aangegeven dat deze aanhangers en leden van de Brigade Nhamedu geen Eritreeërs zijn maar mensen uit Ethiopië en de Tigray regio.
Nu is er in Nederland een vereniging Tegaru, een vereniging van mensen die voorheen uit de Tigray regio komen (…). Zij vinden dat ik in mijn uitspraak over de leden en aanhangers van Brigade Nhamedu hen ook bedoel en hen vereenzelvig met de Brigade Nhamedu.
Ik wil u graag laten weten dat ik dat op generlei wijze bedoel want met het benoemen van de leden en aanhangers van Brigade Nhamedu bedoel ik alleen mensen die zich openlijk daarmee afficheren en aan de oproepen tot geweld gehoor geven (…)
Nogmaals, de Brigade Nhamedu bestaat uit leden en aanhangers uit Ethiopië, Tigray regio en zelfs een aantal ook echt uit Eritrea (de grensregio) en met de Tigray regio sympathiseert en die de organisatie steunen en Plan A en Plan B uitvoeren en met geweld ‘hun recht’ willen halen. (…)
2.15.
Bij deurwaardersexploot van 9 april 2024 heeft de advocaat van de Vereniging van Tigray [naam 4] nogmaals verzocht (gesommeerd) haar uitlatingen te rectificeren.
2.16.
Op 17 mei 2024 hebben 12 relschoppers voor hun daden terechtgestaan voor de rechtbank Den Haag. Op 31 mei 2024 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten. Een van de hoofdverdachten was [naam 9] (alias [naam 9] ), een van de leiders van Brigade Nhamedu. In een artikel in de Volkskrant van 17 mei 2024 over de rechtszaak staat dat er 12
Eritreeërsvoor de rechter stonden.
2.17.
Bij brief van 12 juni 2024 heeft de advocaat van Vereniging van Tigray de Federatie van Eritrese Gemeenschappen gesommeerd de uitlatingen van [naam 4] te rectificeren.
2.18.
De Federatie en [naam 4] zijn niet tot rectificatie overgegaan.
2.19.
In een artikel in de Volkskrant van 18 juli 2024 met de titel “Als alle Eritrese jongeren als terroristen en raddraaiers worden bestempeld, komen er meer botsingen” wordt hoogleraar Sennay Ghebreab aangehaald, die spreekt over Eritrees-Nederlandse jongeren die bij de rellen aanwezig waren en over een botsing tussen groepen Eritreeërs op 17 februari 2024. Verder bepleit deze hoogleraar in het artikel om niet alle Eritrese jongeren als raddraaiers en terroristen te bestempelen.
2.20.
In de eerste alinea van de ‘constitution’ van de Brigade Nhamedu UK staat het volgende:
This drafted paper is thus adopted in its entirety as a guide for justice-seekers who are members of Brigade Nhamedu -UK. The rules of the organization primarily aim, as an Eritrean old adage goes, is to restrain the rebels while providing a refuge for the innocents; making adherence to these bylaws a cover for the progressive fighters who sincerely desire justice. It will bring all members together and serve as a bridge of unity to bring the people of Eritrea to the desired state of freedom.
Aanvullende feiten in reconventie
2.21.
Op 25 februari 2024 heeft de Vereniging van Tigray op haar website Tegaru.nl het geweld op 17 februari 2024 veroordeeld en uitlatingen over [naam 4] gedaan.
2.22.
In een brief van 26 april 2024 heeft de raadsman van [naam 4] de vereniging gesommeerd deze tekst van de website te verwijderen en meegedeeld dat [naam 4] aangifte heeft gedaan van belediging, smaad en laster.
2.23.
De Vereniging van Tigray heeft hier niet aan voldaan. Thans luidt de tekst op de website zoals onder 4.1 vermeld.
2.24.
In 2009 en 2010 is [naam 4] , destijds wethouder, in opspraak gekomen in verband met corruptie. Uit een bericht op de website www.1Twente.nl volgt dat de Rijksrecherche en het Openbaar Ministerie destijds het onderzoek naar corruptie hebben stopgezet, omdat het onvoldoende bewijs had opgeleverd.
2.25.
De afgelopen jaren zijn de volgende nieuwsberichten over [naam 4] verschenen:
Een artikel in Tubantia op 28 oktober 2013 met de titel ‘Oud wethouder [naam 4] van Enschede beticht van bedreiging’. In dit artikel wordt verwezen naar een uitzending van RTV-Oost waarin zou zijn onthuld hoe [naam 4] haar positie zou hebben gebruikt om mensen te intimideren. Volgens de omroep had de zaak te maken met haar privérelatie.
Een artikel in Tubantia van 9 december 2014 met de titel ‘Beëindiging onderzoek naar voormalig wethouder Enschede [naam 4] ’. Volgens Tubantia heeft het onderzoek van het OM naar [naam 4] onvoldoende bewijs opgeleverd om nader onderzoek te kunnen rechtvaardigen. Het onderzoek van het OM Oost-Nederland en de rijksrecherche richtte zich op ambtelijke corruptie door [naam 4] . Aldus Tubantia.
Een artikel in Tubantia van 26 maart 2017 met de titel ‘CDA preses stapt op vanwege [naam 4] ’. In dit artikel gaat het over de voorzitter van het CDA Enschede, die is opgestapt omdat hij zich stoort aan het ‘eigenzinnige optreden’ van [naam 4] , ‘zonder zich iets aan te trekken van anderen’.
Een artikel in Binnenlands bestuur van 9 mei 2012 ‘wethouder Enschede weg om ‘toekomst binnen CDA’. Hierin wordt gesteld dat [naam 4] al een tijd onder vuur lag. Er wordt gesproken over onrechtmatige afwezigheid. Er zou een motie van wantrouwen tegen haar klaar liggen, maar die is uiteindelijk niet ingediend omdat [naam 4] niet bij de raadsvergadering kwam opdagen.

3.Het geschil in conventie

3.1.
De groep Tigray vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de groep Eritreeërs op straffe van een dwangsom:
a. te gebieden op de tijdlijn van de door haar gebruikte social media-accounts op een duidelijk zichtbare en vindbare plek en op de haar ter beschikking staande websites (waaronder https://www.luniko-connect.com/) op de homepage de volgende tekst te plaatsen:
Op 20 februari 2024 heb ik, [naam 4] , als woordvoerder van de Federatie van Eritrese gemeenschappen onder meer tegenover Pownews verklaard dat bij de rellen bij het Haagse zalencentrum Opera op 17 februari 2024, waar de Federatie van Eritrese Gemeenschappen een evenement organiseerde, jongeren uit de Tigray-regio betrokken waren. Deze bewering is onjuist; ik heb geen aanwijzingen dat bij de rellen jongeren uit de Tigray-regio betrokken waren. Het spijt mij dat ik door deze uitlating ten onrechte schade heb toegebracht aan de reputatie van jongeren en personen afkomstig uit de Tigray-regio.
b. te gebieden aan de groep Tigray een door de groep Eritreëers ondertekende brief te sturen die zij openbaar kan maken waarin tekst onder a is opgenomen.
De groep Tigray vordert daarnaast de groep Eritreeërs te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
De groep Tigray legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
Het is haar er alles aangelegen om haar goede naam in Nederland te bewaken. Zij en andere Tigreeërs in Nederland hebben niets te maken met de rellen op 17 februari 2024. De geweldsuitbarsting is het gevolg van een geschil tussen Eritrese vluchtelingen. Toch beweert [naam 4] op 20 februari 2024 in PowNews dat “het jongeren uit de Tigray-regio zijn” die buiten het zalencentrum het geweld hebben gepleegd en dat het geen Eritreeërs waren. Deze stelling kan echter niet worden onderbouwd. Dat geldt ook niet voor de stelling dat vrijwel alle relschoppers afkomstig zijn uit de Tigray-regio of naburige dorpen grenzend aan deze regio in Eritrea. De uitlatingen dienen te worden gerectificeerd.
3.3.
De groep Eritreeërs voert – samengevat – als verweer dat in de verslaglegging door de media de rellen ten onrechte werden afgeschilderd als botsingen tussen Eritreeërs. Dat is onjuist, in feite betrof het een poging van hooligans om vreedzame festivalgangers aan te vallen. De groep Eritreeërs had dan ook de behoefte dit frame – dat op 17 februari 2024 twee groepen Eritreeërs slaags zijn geraakt, te weerspreken. Brigade Nhamedu zit namelijk achter de rellen. Dit betreft een organisatie die het oogmerk heeft om misdrijven te plegen. Deze organisatie wil de Eritrese regering verzwakken en omver werpen. Sinds de zomer van 2022 voert deze brigade haar missie uit door middel van fysiek geweld, waarbij festivals en bijeenkomsten van onschuldige Eritreeërs doelwit zijn. Brigade Nhamedu is geen Eritrese oppositiegroep zoals zij vaak wordt geduid. Uit verschillende bronnen volgt zij dat de Tigray gemeenschap vertegenwoordigen en beschermen.
3.4.
De groep Eritreeërs stelt voorts dat zij nooit heeft gezegd dat
allejongeren uit de Tigray-regio hebben deelgenomen aan de rellen. Er is echter geen bewijs dat jongeren uit de Tigray-regio
nietbetrokken waren. Er zijn voldoende aanwijzingen dat het geweld uit die hoek kwam, zoals blijkt uit diverse bronnen. Aannemelijk is dat minstens een deel van de relschoppers uit Tigray komt en minst genomen sympathiseren met de doelstellingen van Brighade Nhamedu.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
De groep Eritreeërs vordert – samengevat – de Vereniging van Tigray op straffe van een dwangsom te gebieden de volgende diffamerende tekst over [naam 4] :
Die vrouw die deze leugen in de media aan het verspreiden is, is [naam 4] , voormalig Tweede Kamerlid en oud-wethouder voor het CDA. Zij zegt het woord te voeren namens de Federatie van Eritrese Gemeenschappen, de organisator van de omstreden bijeenkomst in Den Haag. We proberen enigszins te begrijpen dat mevr. [naam 4] met haar lobby werk brood op de plank moet zien te krijgen, en dat vooral i.v.m.
haar besmet verleden (Telegraaf)en
RTV Oost, maar dat ze willens en wetens pertinent leugens stond te verspreiden over de rug van onschuldige burgers van dit land, die dan ook niets te maken hebben met dit incident en geen enkele soortgelijke gewelddadige verleden hebben, gaat ons pet te boven. Als gemeenschap zijn wij dan ook hierdoor erg aangedaan en voelen ons geslachtofferd door deze onverantwoorde en gevaarlijke praktijken van mevr.
[naam 4]en de Federatie van Eritrese Gemeenschappen. Want mede door deze onverantwoorde uitspraken komen de gespannen situatie tussen deze twee bevolkingsgroepen (de Eritrese en Tigray gemeenschappen in Nederland) verder op scherp te staan.
te verwijderen en verwijderd te houden van haar website www.Tegaru.nl en andere uitingen door of namens de Vereniging van Tigray.
De groep Eritreeërs vordert daarnaast de Vereniging van Tigray te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
De groep Eritreeërs legt het volgende aan haar vordering ten grondslag.
[naam 4] wordt geschaad in haar eer en goede naam door de uitlatingen van de Vereniging van Tigray. Ze heeft daarvan ook aangifte gedaan. Ook heeft zij aangifte gedaan van bedreiging door de Brigade Nhamedu. Ze heeft recht en belang bij verwijdering van de uitlatingen omdat anderen daar kennelijk mee aan de haal gaan. De vrijheid van meningsuiting moet worden beperkt omdat de uiting een strafbaar feit omvat. In de uitlatingen wordt verwezen naar een
besmet verledenvan [naam 4] . Deze aantijgingen zijn echter achterhaald en bleken niet te bewijzen. Het Openbaar Ministerie heeft destijds de zaak geseponeerd. Daarover is gepubliceerd (productie 20). De vereniging heeft om [naam 4] te beschadigen aan ‘cherry picking’ gedaan door selectief uit openbare bronnen te putten.
4.3.
De Groep Tigray voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op hun onderlinge samenhang worden de vorderingen in conventie en in reconventie hierna gezamenlijk behandeld.
Ontvankelijkheid in conventie
5.2.
De groep Eritreeërs stelt dat de Vereniging van Tigray slechts beperkte rechtsbevoegdheid heeft en op grond van artikel 3:305a BW geen collectieve actie kan instellen. Voorst stelt de groep Eritreeërs dat beide verenigingen niet aan de overige vereisten van dit artikel voldoen. Onvoldoende is namelijk gebleken wie zij representeren en dat zij zich inzetten voor de belangen hun leden. Zij kunnen dit kort geding dan ook niet voeren en zijn niet-ontvankelijk. Verder is gedaagde sub 5 niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat hij 52 jaar oud is en niet als jongere is aan te merken. De uitlatingen van [naam 4] zien immers slechts op
jongerenuit de Tigray Regio. Ook voor [naam 1] en [naam 2] geldt dat zij niet-ontvankelijk zijn omdat niet kan worden vastgesteld dat zij Tigreeër zijn. Aldus steeds de groep Eritreeërs.
5.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat voldaan is aan het vereiste van artikel 3:305a BW, dat – kort gezegd – sprake moet zijn van een
belangenorganisatie. Voor beide verenigingen kan immers voldoende worden vastgesteld dat zij hun leden vertegenwoordigen en hun belangen behartigen. In de statuten van beide verenigingen staat omschreven wie haar leden zijn en wat zij als vereniging doen. Zij beschermen de belangen van Tigreeërs in Nederland. Dat volgt ook uit hun doelstellingen. Uit de feitelijke activiteiten van de verenigingen voorafgaand aan de zitting (en de aanwezige aanhang op de zitting) volgt dat zij ook daadwerkelijk opkomen voor de belangen van Tigreeërs in Nederland. Gelet op de aard van de rechtsvordering (rectificatie) hoeft voorts op grond van artikel 3:305a lid 6 BW niet aan de voorwaarden van artikel 3:305a lid 2, onderdelen a tot en met e, en lid 5 te worden voldaan. In dit kort geding wordt voorshands geen reden gezien om de Vereniging van Tigray niet-ontvankelijk te verklaren, omdat zij slechts beperkte rechtsbevoegdheid heeft (en geen volledige rechtsbevoegdheid zoals staat in lid 1 van artikel 3:305a BW). Of de Hoge Raad deze beperking voor entiteiten met beperkte rechtsbevoegdheid strikt handhaaft is voorshands onvoldoende duidelijk. Dit kan bovendien in het kader van deze procedure in het midden blijven, omdat bij een niet ontvankelijkheid van de Vereniging van Tigray de vorderingen van de overige eisers op gelijke wijze beoordeeld moeten worden. In ieder geval behartigt de Vereniging van Tigray belangen van Tigreeërs en heeft zij statuten.
5.4.
De groep Eritreeërs stelt tot slot dat zij geen sommatiebrieven heeft ontvangen van de Vereniging van Ethiopische Tigreërs en dat derhalve niet is getracht met haar in overleg te treden terwijl artikel 3:305a lid 3 BW dat wel vereist. Dit standpunt wordt niet gevolgd. Bij e-mail van 4 maart 2024 en brieven van 9 april en 12 juni 2024 heeft de Vereniging van Tigray sommaties aan de groep Eritreeërs gestuurd en dat heeft niet tot overleg geleid. Overleg had bovendien daarvoor op 29 februari 2024 al plaatsgevonden en onvoldoende opgeleverd. Bij dit overleg was ook een vertegenwoordiging van de Vereniging van Ethiopische Tigreërs betrokken. Het is onwaarschijnlijk dat aparte sommaties van de Vereniging van Ethiopische Tigreeërs – naast die van de Vereniging Tigray – aan de groep Eritreeërs wel tot positief overleg zou hebben geleid.
5.5.
Verder gaat de voorzieningenrechter voorshands ervan uit dat alle Tygreeërs (jong of oud) en eisers sub 3 tot en met 5, ook als zij strikt genomen geen Tygreeër zijn, maar zich daarmee verwant voelen ontvankelijk zijn in hun vorderingen. Zij voelen zich immers door de uitlatingen van [naam 4] aangetast in hun eer en goede naam (waarover hierna meer). De door de groep Eritreeërs opgeworpen vraag of al dan niet aan formaliteiten van artikel 1018c lid onder e en f Rv is voldaan, is in deze zaak niet van toepassing omdat er geen sprake is van een schadevergoedingsvordering.
Spoedeisend belang
5.6.
Het spoedeisend belang is gegeven. Los van de vraag in conventie of de uitlatingen van [naam 4] onrechtmatig zijn, staan zij nog steeds online en kunnen zij worden bekeken. Ook al vergt dat enige moeite en dient een bepaalde zoekopdracht (bijvoorbeeld de naam [naam 4] in combinatie met Eritrea) te worden geformuleerd, de uitlatingen zijn niet onvindbaar. Misschien zijn de uitlatingen door tijdsverloop in de vergetelheid geraakt, maar zij kunnen op elk moment weer belangstelling wekken. Ook de in reconventie gewraakte publicatie staat nog online op de website www.Tegaru.nl zodat de groep Eritreeërs eveneens een spoedeisend belang heeft bij haar vordering tot het verwijderen van de uitlatingen over [naam 4] .
Criterium
5.7.
Toewijzing van de in conventie onder a en b door de groep Tigray gevorderde rectificatie zou betekenen dat het grondrecht van de groep Eritreeërs op vrijheid van meningsuiting, zoals bepaald in artikel 10 lid 1 van het EVRM, wordt beperkt. Zoals lid 2 van artikel 10 EVRM bepaalt brengt de vrijheid van meningsuiting bepaalde plichten en verantwoordelijkheden mee, en kan deze worden beperkt als dat bij wet is voorzien, bijvoorbeeld om de goede naam en de rechten van anderen te beschermen. Zo’n beperking die bij wet is voorzien doet zich voor als een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.
5.8.
Voor het antwoord op de vraag of de uitlatingen onrechtmatig zijn, moeten de wederzijdse belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van de groep Tigray is dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen. Het belang van de groep Eritreeërs is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over kwesties (of misstanden) die de samenleving raken. Bij deze belangenafweging komen alle omstandigheden van het geval aan bod.
Uitwerking
5.9.
Het gaat in deze zaak om de volgende uitlatingen van [naam 4] op 20 februari 2024 in een interview gegeven aan PowNews.
die Brigade Nhamedu, die buiten al dat geweld heeft gepleegd, dat zijn eigenlijk geen Eritreeërs, dat zijn Ethiopiërs, dat zijn jongeren die uit de Tigray regio komen. Tigray is ook een volk en in dat gebied is al een paar jaar een burgeroorlog gaande en tot op heden is de oorlog niet gewonnen door hen. En die willen nu hun woede, hun frustratie, hun boosheid uiten… afreageren met zwaar fysiek geweld tegen deze mensen.
5.10.
Een van de omstandigheden die een rol spelen bij de beoordeling is of de uitlatingen een bijdrage leveren aan een publiek debat van maatschappelijk belang. Dat is het geval omdat de uitlatingen gaan over de heftige rellen op 17 februari 2024 die veel maatschappelijke onrust binnen en buiten Den Haag hebben veroorzaakt. De maatschappij heeft er belang bij te kunnen duiden wat daar is gebeurd en wie bij de rellen betrokken waren. Uitlatingen (ook die van [naam 4] ) daarover kunnen daartoe bijdragen.
5.11.
Verder speelt een rol de mate waarin de uitlatingen die door [naam 4] zijn gedaan steun vinden in de feiten. De groep Eritreeërs heeft primair aangevoerd dat de uitlatingen slechts een mening omvatten, die niet hoeft te worden onderbouwd. Los van de vraag of meningen onderbouwd moeten worden, treft dit verweer geen doel. De uitlatingen zijn stellig geformuleerd als feiten. [naam 4] zegt met haar bewoordingen dat Brigade Nhamedu al het geweld heeft gepleegd en dat die niet uit Eritreeërs bestaat, maar uit Ethiopiërs, namelijk jongeren die uit de Tigray regio komen. Dit komt erop neer dat zij in feite zegt dat het geweld is gepleegd door jongeren uit de Tigray regio. Het woord
eigenlijkin de tekst doet hier niets aan af.
5.12.
Ter onderbouwing van haar uitlatingen heeft de groep Eritreeërs verschillende bronnen aangehaald. Die zullen hieronder worden besproken.
Uitingen van leden van de Brigade Nhamedu op social media en andere bronnen
5.13.
Volgens de groep Eritreeërs geven leiders en leden van de Brigade Nhamedu op social media aan dat zij uit de regio Tigray komen of met inwoners van die regio en hun strijd sympathiseren. Ter onderbouwing heeft de groep Eritreeërs als productie 7 afbeeldingen (op facebook en/of andere social media) overgelegd met vertegenwoordigers/aanhangers van Brigade Nhamedu die de vlag van Tigray dragen. De groep Eritreeërs stellen dat deze personen nooit de Eritrese vlag dragen en in feite streven naar een groot Tigray-territorium.
Verder hebben, volgens de groep Eritreeërs, [naam 9] (leider van de Brigade Nhamedu) en [naam 11] (hierna: [naam 11] ) op social media inzicht gegeven in de grondbeginselen van Brigade Nhamedu. In de door de groep Eritreeërs overgelegde productie 6 staan diverse transcripties van een interview op YouTube
van (onder andere) [naam 11] . Daaruit kan, volgens de groep Eritreeërs, worden afgeleid dat Brigade Nhamedu is opgericht om de identiteit en waarden van de Tigray-gemeenschap in de diaspora te beschermen tegen propagandistische aanvallen, met name tijdens de oorlog in Tigray. De groep Eritreeërs stelt verder dat de leiders van Brigade Nhamedu suggereren dat er een breed draagvlak binnen de Tigray-diaspora is voor de missie van Brigade Nhamedu en zij ernaar streeft een platform voor samenwerking op te richten om de kracht en invloed van de Tigray-diaspora te vergroten. Hun strategie is het verzwakken van de Eritrese regering. Via bestaande politieke organisaties wordt een netwerk opgebouwd om uitvoering te geven aan plan A en plan B. Plan A is bedoeld om vooraf festivals en bijeenkomsten (van de Eritrese regering) te verbieden (via intimidatie en bedreigingen) en plan B om als plan A niet lukt met geweld het evenement te verstoren. Aldus steeds de groep Eritreeërs.
Ook stelt de groep Eritreeërs dat [naam 11] op social media zegt dat Brigade Nhamedu vereenzelvigd kan worden met Tigray Defence Forces (bijlage 1 bij de brief van 26 april van mr. Korver (productie 15)). Ook wordt in deze bijlage een citaat van
[naam 12] , leider van Brigade Nhamedu, die vast zou hebben gezeten voor de rellen op 17 februari 2024, weergegeven, dat als volgt luidt: Mijn droom is om een “Grote Tigray” (…) te creëren. Wat dit natuurlijk zou inhouden dat Eritrea geannexeerd zou worden.
5.14.
De groep Eritreeërs stelt verder dat uit de door haar overgelegde productie 13A en 13B ook blijkt dat buitenlandse media hebben gepubliceerd over Brighade Nhamedu en hun link met Tigray.
5.15.
Volgens de groep Eritreeërs is daarnaast ook aannemelijk geworden dat jongeren uit Tigray betrokken waren bij de rellen. Zij baseren zich op (onder andere) de volgende bronnen:
1. Een artikel van NRC Handelsblad van 23 februari 2024 (CvA P8) waarin bezoekers van de Eritrees-Nederlandse Stichting Gezana worden geïnterviewd. In dit artikel wordt geschreven:
De tafel in de huiskamer van stichting Gezana wordt steeds voller. Mensen praten honderduit en onderbreken elkaar geregeld. Ze willen graag duidelijk maken dat dat volgens hen niet klopt. Volgens hen zijn de relschoppers bovendien geen Eritreeërs, maar mensen die uit Tigray afkomstig zijn.
2. Een artikel van NOS nieuws van 17 mei 2024 (CvA P9) over de rechtszaak tegen de verdachten van de rellen op 17 februari 2024 staat het volgende:
Er gaan ook verhalen dat de relschoppers helemaal niet uit Eritrea komen, maar uit Tigray, een regio in Ethiopië waarmee buurland Eritrea in oorlog is.
3. Een artikel van NU.NL van 18 februari 2024 (CvA P10) waarin Jan Abbink , Eritrea-expert en Professor emeritus Governance and politics in Africa aan de Universiteit in Leiden als volgt wordt aangehaald:
Abbink denkt dat de hevigheid van de botsingen tussen de groepen is toegenomen sinds Ethiopiërs uit de Tigray-regio zich in Nederland en ander (Europese) landen hebben aangesloten bij de groep Eritreeërs die tegen de regering is. Dat zit zo: de Ethiopiërs uit die regio, met name aanhangers van het Tigrayse Volksbevrijdingsfront dat die regio bestuurde, waren tussen 2020 en 2022 in oorlog met de Ethiopische regering. Die regering werd gesteund door het Eritrese regime. Nu verzetten de Ethiopiërs zich samen met de Eritreeërs, met wie zij ook de taal (Tigrinya) delen, tégen dat regime.
5.16.
De groep Tigray heeft verweer gevoerd tegen deze stellingen en trekken de betrouwbaarheid van de bronnen in twijfel. Zij stelt dat Brigade Nhamedu een Eritrese beweging is die zich in de eerste plaats richt op de Eritrese politiek. Over [naam 11] stellen zij zich op het standpunt dat hij Eritreër is en bestuurder van de Eritrean Bright Future Movement en dat [naam 11] op YouTube heeft verklaard dat zijn ouders Eritrees zijn en hebben gevochten (tegen Ethiopië) en voor de onafhankelijkheid van Eritrea. Over de verklaring van [naam 12] heeft de groep Tigray betoogd dat hij slechts heeft verklaard wat hij wenst en ook – kort gezegd – heeft verklaard hij als Eritreeër wil zien dat mensen uit Trigray niet ten onder gaan aan Tigraygenocide, maar als volk overleven.
5.17.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de uitlatingen van [naam 4] , die er in feite op neer komen dat de relschoppers uit Tigray kwamen, onvoldoende steun vinden in de feiten. In de meeste krantenartikelen wordt immers gerept over ruzies tussen Eritreeërs op 17 februari 2024. Bijvoorbeeld in het artikel van de Volkskrant van 18 juli 2024 (productie 29 van de groep Tigray) wordt hoogleraar Sennay Ghebreab aangehaald, die spreekt over Eritrees-Nederlandse jongeren die bij de rellen aanwezig waren en over een botsing tussen groepen Eritreeërs op 17 februari 2024. Verder bepleit deze hoogleraar in het artikel om niet alle Eritrese jongeren te framen als raddraaiers/terroristen. Vooralsnog is niet gebleken dat een jongere uit de Tigray Regio als verdachte terecht heeft gestaan voor de rellen op 17 februari 2024. In het artikel van de Volkskrant van 17 mei 2024 over de rechtszaak staat dat er 12
Eritreeërsvoor de rechter stonden. De groep Eritreeërs heeft onvoldoende onderbouwd dat ook Tygreeërs terecht hebben gestaan. Verder wordt in het verslag van de antwoorden die de burgemeester van Den Haag op de vragen van de gemeenteraad op 27 februari 2024 heeft gegeven over de rellen op 17 februari 2024 de Brigade Nhamedu regelmatig genoemd, maar in het verslag staat niets over personen uit de regio Tigray.
5.18.
Voor hetgeen de groep Eritreeërs over het gedrag van leiders van Brigade Nhamedu en [naam 11] op social media hebben aangevoerd, geldt het volgende. Er zijn uitlatingen gedaan door mensen die kennelijk betrokken zijn bij Brigade Nhamedu waarin gesympathiseerd wordt met Tigray. Echter dat deze personen daarmee Tigreeër zijn of dat de raddraaiers op 17 februari 2024 in Den Haag Tigreeërs waren, kan daaruit niet worden afgeleid. Dat laatste geldt ook met betrekking tot de verklaringen van andere personen (zoals bijvoorbeeld [naam 12] (een Eritreeër)). Ook afbeeldingen van personen met de vlag van Tygray duiden daar niet op. Mensen kunnen zich immers solidair verklaren met een groep zonder dat dat betekent dat zij zelf tot die groep behoren. Als productie 22 heeft de groep Eritreeërs nog een overzicht verstrekt van diverse posts op social media die er volgens haar op duiden dat Brigade Nhamedu een Tigray groep is of in ieder geval sympathiseert met Tigreeërs. Hiervoor geldt hetzelfde. Er wordt zo hier en daar verwezen naar Tigray of naar iemand die in een plaats in Tigray is geboren, maar dat zegt niet dat de verantwoordelijken voor de rellen Tygreeërs waren. Dat de Brigade Nhamedu alleen of met name uit Tygreeërs bestaat, blijkt uit geen van de overgelegde stukken en is niet aannemelijk geworden.
Bovendien kan uit de eerste alinea (en ook uit het vervolg) van de ‘constitution’ van de Brigade Nhamedu UK worden afgeleid dat deze brigade een Eritrese beweging is. Niet gebleken is dat de UK-versie niet voor de Nederlandse tak van Brigade Nahmedu zou gelden. Dat een beweging die zich met name richt op de politieke situatie in Eritrea hoofdzakelijk uit Tigreërs bestaat is niet voor de hand liggend; die stelling vereist een stevige onderbouwing die uit de door de groep Eritreeërs overgelegde stukken op geen enkele manier blijkt. Ook overigens is niet aannemelijk geworden dat Brigade Nhamedu in Nederland hoofdzakelijk bestaat uit Tigreeërs.
5.19.
De groep Eritreeërs stelt voorts dat personen uit de Tigray-regio makkelijk de weg naar Europa hebben gevonden door zich voor te doen als Eritreeër. Dat kan zo zijn, maar dat betekent niet dat op 17 februari 2024 Tygreeërs verantwoordelijk waren voor de rellen. De bronnen 1, 2 en 3 onder 5.15, die de groep Eritreeërs daarnaast noemen om te onderbouwen dat jongeren uit Tigray betrokken waren bij de rellen overtuigen ook niet. De bronnen bieden onvoldoende feitelijke ondersteuning. Het gaat bij de eerste twee om verhalen die rondgaan. De uitspraak van professor [naam 13] stelt slechts dat Ethiopiërs uit de Tigray regio zich hebben aangesloten bij de groep Eritreeërs die tegen de Eritrese regering is en dat de hevigheid van botsingen sindsdien is toegenomen. Dat leidt niet tot de conclusie dat het geweld op 17 februari 2024 is gepleegd door jongeren uit de Tigray-regio. Al met al worden de uitlatingen van [naam 4] onvoldoende ondersteund door de feiten.
5.20.
Het lijkt er op dat op 6 maart 2024 [naam 4] de uitspraak heeft getracht te nuanceren. Ze heeft aan PowNews namelijk schriftelijk het volgende geschreven:
Nogmaals, de Brigade Nhamedu bestaat uit leden en aanhangers uit Ethiopië, Tigray regio en zelfs een aantal ook echt uit Eritrea (de grensregio) en met de Tigray regio sympathiseert en die de organisatie steunen en Plan A en Plan B uitvoeren en met geweld hun recht willen halen. (…)
Zij heeft toegegeven dat Brigade Nhamedu ook bestaat uit een aantal leden/aanhangers dat uit de grensregio van Eritrea komt, die met de Tigray regio sympathiseren. Deze aanvulling op haar uitlatingen op 20 februari 2024 is echter onvoldoende. Ook dit latere standpunt dat er ook personen uit Eritrea betrokken zijn bij Brigade Nhamedu houdt nog steeds in dat het merendeel van de relschoppers uit Tigray komt; voor die stelling is blijkens het voorgaande onvoldoende onderbouwing. Dat het geweld is gepleegd door jongeren uit de Tigray regio kan niet worden gezegd. Bovendien is deze nuancering niet openbaar gemaakt, zodat deze de eerdere uitlatingen niet kan rectificeren.
5.21.
Van belang is de omstandigheid dat [naam 4] als adviseur/woordvoerster van de Federatie van Eritrese Gemeenschappen heeft gesproken. Dus in een professionele positie. Van haar mag in die rol worden verwacht dat zij haar woorden (die zij namens de Federatie uitspreekt) zorgvuldig koos en op feitelijkheden zou baseren. Dat geldt temeer nu het interview pas enkele dagen na de rellen plaatsvond. [naam 4] had dus voldoende tijd om na te denken over de inhoud van haar reactie. Het gaat niet om een onmiddellijke emotionele uitlating na een schokkende gebeurtenis. Daarnaast was er veel aandacht en verontwaardiging over de rellen (en wie daarvoor verantwoordelijk zijn) binnen de gehele Haagse en Nederlandse samenleving en is de verhouding tussen de verschillende bevolkingsgroepen uit Eritrea en Ethiopië en voor- of tegenstanders van de huidige Eritrese regering zeer gevoelig en ontvlambaar. Er was al met al veel reden om voorzichtig te zijn met beschuldigingen. Gelet op al deze omstandigheden had [naam 4] zich genuanceerder moeten uitlaten over wie er bij de rellen betrokken waren en zich moeten onthouden van beschuldigingen zonder over een feitelijke grondslag te beschikken.
5.22.
Conclusie is dat het in verband brengen van de achterban van de groep Tigray met de gewelddadige rellen op 17 februari 2024 terwijl daarvoor op dit moment geen feitelijke basis aanwezig is, een ernstige schending van haar goede naam en eer oplevert. Het is begrijpelijk dat deze groep personen niet ten onrechte in de hoek van de daders gedrukt wil worden. Daargelaten dat dat kwetsend is, kan zij daar in het dagelijks leven ook hinder van ondervinden. De groep Tigray heeft aangevoerd dat zij belemmeringen ondervinden bij voorbeeld bij het huren van zalen, omdat zij nu met de rellen in verband worden gebracht.
5.23.
De conclusie is dat de belangenafweging in dit geval in het voordeel van de groep Tigray uitvalt en dat de uitlatingen van [naam 4] onrechtmatig zijn. Voor beperking van haar uitingsvrijheid is daarom voldoende grond, in die zin dat een rectificatie wordt geboden, zij het minder stellig en uitgebreid dan gevorderd en bovendien beter aansluitend op de onrechtmatige uitlatingen van [naam 4] . Verder wordt zoals gevorderd de rectificatie op eigen sociale media afdoende geacht, tezamen met de gevorderde brief. Dit betekent dat de volgende rectificatie passend is, onder het kopje RECTIFICATIE.
Op 20 februari 2024 heb ik, [naam 4] , als woordvoerder van de Federatie Eritrese gemeenschappen onder meer tegenover Pownews verklaard dat bij het Haagse zalencentrum Opera op 17 februari 2024, waar de Federatie Eritrese gemeenschappen een evenement organiseerde, Brigade Nhamedu buiten al dat geweld heeft gepleegd, en dat dat eigenlijk geen Eritreeërs zijn, maar Ethiopiërs, bestaande uit jongeren die uit de Tigray regio komen. Bij vonnis van 2 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat deze uitlatingen onvoldoende steun vinden in de beschikbare feiten en daarmee onrechtmatig zijn jegens (verenigingen van) Tigreërs. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat jongeren uit de Tigray regio dat geweld hebben gepleegd.
De rectificatie wordt zakelijk geformuleerd, waarbij excuses – die bovendien juridisch niet afdwingbaar zijn – achterwege kunnen blijven.
5.24.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als volgt in de beslissing.
5.25.
Voor de beoordeling van de reconventionele vordering geldt ook dat het recht op vrijheid van meningsuiting moet worden afgewogen tegen het recht op bescherming van de goede naam van [naam 4] . Welk belang de doorslag geeft, hangt af van de omstandigheden van het geval (zie hiervoor 5.7 en 5.8). De groep Eritreeërs stelt dat zij zich verzet tegen de gehele tekst onder 4.1. Het verwijderen van de gehele tekst is echter te vergaand. Hoewel het een onaardige publicatie over [naam 4] betreft, doet alleen het onderdeel over haar besmette verleden voorshands diffamerend aan. Over het ‘besmette verleden’ van [naam 4] is, zoals groep Tigray aanvoert, al vaker gepubliceerd. Als productie 24 heeft de groep Tigray nieuwsberichten overlegd waaruit blijkt dat [naam 4] diverse malen in opspraak is gekomen. De Volkskrant heeft daar op 24 februari 2024 over geschreven en ook gesproken over een ‘besmet verleden’.
Nu de publicatie op dit alles teruggrijpt, kan niet worden gezegd dat het onderdeel over haar besmet verleden (Telegraaf) en RTV oost niet wordt ondersteund door feiten en als onrechtmatig/diffamerend moet worden verwijderd. Hoewel uit een bericht op de website www.1Twente.nl volgt dat de Rijksrecherche en het Openbaar Ministerie destijds het onderzoek hebben stopgezet, omdat het onvoldoende bewijs had opgeleverd, hoeft de uitlating over het ‘besmette verleden’ dan ook niet te worden aangepast. De enkele omstandigheid dat het onderzoek is stopgezet, betekent immers niet dat over de verdenkingen die destijds bestonden niet meer mag worden geschreven. De reconventionele vordering zal worden afgewezen.
5.26.
De groep Eritreeërs zal in conventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de groep Tigray worden begroot op:
- dagvaarding € 279,14 (2 X € 139,57)
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.252,14
5.27.
Ook in reconventie zal de groep Eritreeërs als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de groep Tigray zullen gelet op de samenhang met de vordering in conventie worden begroot op nihil.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
gebiedt de groep Eritreeërs om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis op de door haar gebruikte social-media-accounts op een duidelijke zichtbare en vindbare plaats en op de haar ter beschikking staande websites (waaronder https://www.luniko-connect.com/) op de homepage de volgende tekst te plaatsen:
RECTIFICATIE
Op 20 februari 2024 heb ik, [naam 4] , als woordvoerder van de Federatie Eritrese gemeenschappen onder meer tegenover Pownews verklaard dat bij het Haagse zalencentrum Opera op 17 februari 2024, waar de Federatie Eritrese gemeenschappen een evenement organiseerde, Brigade Nhamedu buiten al dat geweld heeft gepleegd, en dat dat eigenlijk geen Eritreeërs zijn, maar Ethiopiërs, bestaande uit jongeren die uit de Tigray regio komen. Bij vonnis van 2 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat deze uitlatingen onvoldoende steun vinden in de thans beschikbare feiten en daarmee onrechtmatig zijn jegens (verenigingen van Tigreërs). Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat jongeren uit de Tigray regio dat geweld hebben gepleegd.
6.2.
gebiedt de groep Eritreeërs om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis een door haar ondertekende brief te sturen die de groep Tigray openbaar kan maken, met de volgende tekst:
Op 20 februari 2024 heb ik, [naam 4] , als woordvoerder van de Federatie Eritrese gemeenschappen onder meer tegenover Pownews verklaard dat bij het Haagse zalencentrum Opera op 17 februari 2024, waar de Federatie Eritrese gemeenschappen een evenement organiseerde, Brigade Nhamedu buiten al dat geweld heeft gepleegd, en dat dat eigenlijk geen Eritreeërs zijn, maar Ethiopiërs, bestaande uit jongeren die uit de Tigray regio komen. Bij vonnis van 2 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat deze uitlatingen onvoldoende steun vinden in de thans beschikbare feiten en daarmee onrechtmatig zijn jegens (verenigingen van Tigreërs). Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat jongeren uit de Tigray regio dat geweld hebben gepleegd.
6.3.
veroordeelt de groep Eritreeërs om aan de groep Tigray een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de geboden onder 6.1 of 6.2 voldoet, tot een maximum van € 20.000,00 is bereikt,
6.4.
veroordeelt de groep Eritreeërs in de proceskosten, aan de zijde van de groep Tigray tot op heden begroot op € 2.252,14, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de groep Eritreeërs niet aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.7.
weigert de gevraagde voorzieningen,
6.8.
veroordeelt de groep Eritreeërs in de proceskosten, aan de zijde van de groep Tigray tot op heden begroot op nihil,
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2024.