Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
‘wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld’. Dit maakt dat de rechtbank zich niet verder zal uitlaten over de bewijsvraag ten aanzien van feit 1, nu een eventuele bewezenverklaring niet kan leiden tot kwalificatie van een strafbaar feit vanwege het ontbreken van dit bestanddeel. Voor zover de opsteller van de tenlastelegging door de verwijzing naar het bestanddeel ‘
buitensporig middelen van de rechtspersoon heeft verbruikt en/of uitgegeven en/of vervreemd’, dat niet voorkomt in artikel 341 Sr , heeft willen verwijzen naar de artikelen 342 en 343 Sr, waarin dit bestanddeel wel voorkomt, geldt dat ook voor deze artikelen het bestanddeel over de benadeling van schuldeisers is vereist. Bovendien richten deze artikelen zich op bestuurders of commissarissen van faillerende rechtspersonen, terwijl in dit geval sprake is van een privé-faillissement. Om die redenen zal verdachte ter zake van dit feit worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
- Ford Transit met kenteken [kenteken] , gesteld op naam van Mijdrecht Asbest Removel op 30 april 2018 en overgeheveld naar Bluivy op 31 juli 2018;
- aanhangwagen (Peters) met kenteken [kenteken] , gesteld op naam van Mijdrecht Asbest Removel op 5 maart 2018 en overgeheveld naar Bluivy op 9 juli 2018;
- aanhangwagen (Peters) met kenteken [kenteken] , gesteld op naam van Mijdrecht Asbest Removel op 5 maart 2018 en overgeheveld naar Bluivy op 9 juli 2018;
- aanhangwagen (Ingersoll Rand) met kenteken [kenteken] , gesteld op naam van Mijdrecht Asbest Removel op 5 maart 2018 en overgeheveld naar Bluivy op 9 juli 2018.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
Feit 2 primair’) en 4.3.3 (‘
Feit 3 primair’) is uiteengezet. Verdachte zal dan ook ter zake van deze feiten worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
first offenderis.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolgingter zake daarvan.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
gevangenisstraf van 6 (zes) maanden.
proeftijd van 3 (drie) jarenvast.