Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juli 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens eiswijziging in conventie;
- het tussenvonnis van 14 februari 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 mei 2024 en het daarin vermelde stuk.
2.De zaak in het kort
€ 39.087,96 aan schadevergoeding. Meer subsidiair vorderen [eisers] een verklaring voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 57.382,98 met rente. Primair en subsidiair vorderen [eisers] buitengerechtelijke kosten van
€ 1.632,08 en veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, waaronder beslagkosten.
3.De beoordeling
- nieuwe achterpui met openslaande deuren leveren en plaatsen ( [eisers] hebben deze pui zelf geplaatst);
- vloerverwarming met verdeler en pomp begane grond;
- oude cv-leidingen verwijderen en aansluiten op nieuwe weggewerkte leidingen;
- achtergevel 1 raam vervangen en isolatieglas plaatsen.
2 niet als onderbouwing kan worden gebruikt voor de gestelde gebreken om de volgende redenen. [gedaagde] is niet uitgenodigd voor de inspectie op grond waarvan Propendum
2 is opgemaakt. Ook voor de inspectie waarop het eerste rapport van Propendum is gebaseerd is [gedaagde] niet uitgenodigd. Daarnaast zijn beide rapporten bouwtechnische keuringen en worden daarin de werkzaamheden van [gedaagde] niet beoordeeld. Om die reden kan uit Propendum 2 niet worden afgeleid dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
6:248 lid 2 BW.
- griffierecht € 1.301,00
- salaris advocaat € 2.428,00 (€ 1.214,- x 2 punten (tarief IV))
- nakosten
- salaris advocaat € 307,00 (€ 614,- x 0,5 punt (tarief II))
- nakosten