Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de akte van Cosmo van 1 mei 2024, met producties,
- de antwoordakte van [eiser] van 29 mei 2024,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser], wonende in Turkije, en de besloten vennootschap Cosmo Zorg B.V., gevestigd in Amsterdam. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en in reconventie geoordeeld dat de koopovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst waar [eiser] zich op beroept, in strijd zijn met de goede zeden en daarom nietig zijn. Cosmo had in reconventie schadevergoeding gevorderd, stellende dat zij schade had geleden door onrechtmatige beslaglegging door [eiser]. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gevorderde schadevergoeding niet kan worden toegewezen, omdat de opgevoerde kosten geen verband houden met de onrechtmatige beslaglegging. Cosmo had kosten opgevoerd voor onderzoek en ondersteuning, maar deze kosten werden niet als causaal verband met de beslaglegging erkend.
Daarnaast heeft de rechtbank de daadwerkelijke proceskosten van Cosmo vastgesteld op € 25.000, ondanks dat Cosmo een veel hoger bedrag had opgevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overgelegde facturen niet duidelijk maakten welke kosten specifiek voor deze procedure waren gemaakt. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzet van [eiser]. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijk causaal verband tussen de gevorderde schade en de onrechtmatige daad, evenals de noodzaak voor partijen om hun proceskosten goed te onderbouwen.