Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
- [gedaagde 2] het doel heeft om een Formule 1 autocoureur te worden;
- partijen verwachten dat als [gedaagde 2] een succesvol seizoen heeft in 2018 in de FIA Formule 2, hij een reële kans heeft om te worden gecontracteerd als
- [gedaagden] behoefte heeft aan een investering om te kunnen deelnemen aan het Prema-team in de FIA Formule 2, zeker met het oog op de financiële verdienmogelijkheden voor [gedaagde 2] in de Formule 1;
- [naam 1] bereid is het geldbedrag te investeren tegen vergoeding van 3% rente over het geïnvesteerde bedrag en 50% van alle inkomsten die [gedaagde 2] verdient als hij als Formule 1-coureur actief is;
- [naam 1] afstand zal doen van zijn recht op een vergoeding als [gedaagde 2] in de komende drie jaar niet als Formule 1-coureur actief is;
- als [gedaagde 2] uiterlijk 1 mei 2018 geen gebruik maakt van de investering van [naam 1] , maar wel in de toekomst Formule 1-coureur wordt, dan krijgt [naam 1] 10% van alle inkomsten van [gedaagde 2] zolang hij als Formule 1-coureur actief is;
- de investering pas wordt verstrekt als partijen verdere afspraken maken.
[gedaagden] (hierna: de lening).
1 LENING, LOOPTIJD, DOEL
2.RENTE
9.OVERIGE BEPALINGEN
test driverbetrokken geweest bij de FIA Formule 1 voor Mercedes.
reserve driverbetrokken geweest bij de FIA Formule 1 voor Mercedes.
race driverin de FIA Formule 1 van 2023 deel te nemen. [gedaagde 2] is dat geweest tot en met juli 2023 (midden in het seizoen).
3.Het geschil
test driveractief is geweest in de FIA Formule 1,
test driveractief is geweest. Daardoor moet [gedaagden] volgens Investrand de in de Overeenkomst overeengekomen vaste en variabele rente betalen zolang [gedaagde 2] als autocoureur in de FIA Formule 1 actief is. Ook moet [gedaagden] de lening terugbetalen aan Investrand. Verder stelt Investrand dat [gedaagden] niet alle nodige informatie over de carrière van [gedaagde 2] heeft gedeeld, maar dat wel moet doen.
race driverin de FIA Formule 1 is geweest, subsidiair uitsluitend als
test driveraan de FIA Formule 1 heeft deelgenomen. Volgens [gedaagden] heeft dat tot gevolg dat na 2022 de lening is kwijtgescholden en hij geen rente meer hoeft te betalen aan Investrand. Als de rechtbank dit standpunt niet volgt, voert [gedaagden] als verweer dat hij na 2022 geen variabele rente op grond van artikel 2.4 van de Overeenkomst is verschuldigd, omdat Investrand misbruik van omstandigheden heeft gemaakt door de leningsvoorwaarden in de Overeenkomst ten opzichte van de Voorovereenkomst zodanig te wijzigen, dan wel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Investrand daarop aanspraak maakt. Daarnaast voert [gedaagden] aan dat hij alle inkomsten van [gedaagde 2] over 2019 tot en met 2022 heeft afgerekend met en afgedragen aan Investrand, zodat Investrand op grond van de Overeenkomst niets meer te vorderen heeft. [gedaagden] heeft ook alle ontwikkelingen over de carrière van [gedaagde 2] gedeeld. [gedaagden] vindt daarom dat de vorderingen van Investrand moeten worden afgewezen en dat Investrand in de proceskosten moet worden veroordeeld.
4.De beoordeling
test driveren in 2021 en 2022 tevens als
reserve driver. Dit betekent dat [gedaagden] vaste rente (3%) en variabele rente (50% van de bruto inkomsten) verschuldigd is en de lening moet terugbetalen. De uitzonderdering van artikel 3.1 (geen verplichting tot terugbetalen als [gedaagde 2] uitsluitend
test driveris geweest) is niet van toepassing omdat [gedaagde 2] (ook)
reserve driveris geweest.
race drivergeweest (heeft geen ‘stoeltje’ bemachtigd in de FIA Formule 1). Met de toegevoegde uitzondering in artikel 3.1 is die bedoeling voldoende vastgelegd.
actief is als autocoureur in de FIA Formule 1. Zie artikelen 1.2, 2.3 en 2.4 van de Overeenkomst (onder 2.8). Artikel 9.1 van de Overeenkomst bevat de definitie van wat dit betekent:
race driverof
test driverdan wel daarmee gelijk te stellen) verricht, de looptijd van de Overeenkomst wordt bepaald, en hij vaste en variabele rente is verschuldigd. Partijen hebben aan die uitleg ook uitvoering gegeven: [gedaagde 2] heeft sinds 2019 activiteiten verricht bij de FIA Formule 1 (zie onder 2.11 en 2.12) en [gedaagden] heeft de inkomsten van [gedaagde 2] uit de FIA Formule 1 van die periode met Investrand gedeeld (zie onder 2.15).
nietals autocoureur in de FIA Formule 1 actief is, wordt de lening kwijtgescholden. De tweede zin bevestigt eerst dit uitgangspunt: als [gedaagde 2] (dus)
welactief is als autocoureur in de FIA Formule 1 (in de relevante periode), moet de lening in zijn geheel worden terugbetaald. Daarna vervolgt de zin met een uitzondering (hierna: de uitzondering):
test driveris geweest.
race driveris geweest. Alleen dan wordt genoeg verdiend om de lening te kunnen terugbetalen. Als [gedaagde 2] dat niet zou lukken, maar hij wel in de FIA Formule 1 actief zou zijn, dan zouden zijn werkzaamheden steeds gelden als die van
test driver, want de autoracebranche kent slechts ‘twee smaken’:
race driverof
test driver, en partijen hebben in aanloop naar de Overeenkomst, ook bij de Voorovereenkomst, het enkel over die twee termen gehad.
dan wel daarmee gelijk te stellen activiteiten’ náást
race driveren
test driver– is een aanwijzing dat een ruime omschrijving is bedoeld. Dat de uitzondering in artikel 3.1 ook ruim uitgelegd moet worden en wel zo ruim dat
allesbehalve het zijn van
race driverleidt tot een kwijtschelding, volgt niet uit de bewoording van de uitzondering.
race driverzou worden. Met name de latere reactie in blauw (“
aangepast, als hij uitsluitend test driver is, hoeft de Lening niet te worden terugbetaald”) past niet met de door [gedaagden] voorgestane uitleg. Voor zover [naam vader] door de eerste reactie van [naam 1] in het rood dacht dat de eindversie zou worden aangepast op de wijze die hij in gedachte had, had het op zijn weg gelegen dat te controleren in de uiteindelijke versie. Daarbij komt dat ook uit zijn eigen verwijzing in de e-mail van 14 april naar “
3.1/9.1” niet anders kan worden geconcludeerd dan dat [naam vader] zich bewust was van de relevantie van de definitiebepaling in artikel 9.1. Die is niet aangepast. [gedaagden] had vóórdat hij instemde met de Overeenkomst moeten controleren hoe de afspraken schriftelijk waren vastgelegd. Dat heeft hij niet gedaan en komt voor zijn rekening. Dat [gedaagden] zich niet heeft laten bijstaan door een advocaat of jurist komt eveneens voor zijn rekening. Het is ook geen reden om af te wijken van het uitgangspunt dat het gaat om gelijkwaardige professionele partijen ( [gedaagde 1] is immers een onderneming). Dat partijen voorafgaand aan het sluiten van de Overeenkomst (telefonisch) hebben gesproken over de uitzondering op een wijze die afbreuk doet aan hetgeen in de Overeenkomst is opgenomen, is ook niet vast komen te staan.
test driveren
reserve driveractief geweest als autocoureur in de FIA Formule 1 en hij heeft in 2022 als invaller gereden bij de Grand Prix Formule 1 van Italië (zie onder 2.11 en 2.12). Daarmee is [gedaagde 2] in de relevante periode actief geweest als autocoureur in de FIA Formule 1 in de zin van de Overeenkomst. Daarnaast leidt de vastgestelde uitleg van de uitzondering in artikel 3.1 tot de conclusie dat deze niet van toepassing is, omdat [gedaagde 2] niet uitsluitend als
test driveractief is geweest. De vorderingen I en II worden daarom toegewezen.
autocoureur in de FIA Formule 1, zoals bedoeld in artikel 9.1 van de Overeenkomst,
test driverin de FIA Formule 1 actief is geweest,