Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de e-mailwisseling van 8 mei 2024 van mr. Baas over kosten ex art. 142 Rv,
- de incidentele conclusie van onbevoegdheid,
- de conclusie van antwoord in incident, tevens houdende vernietiging van algemene voorwaarden,
- aanvullende conclusie van antwoord in incident, tevens akte houdende overlegging van producties.
2.De feiten, voor zover relevant in het incident
3.De vordering in hoofdzaak
I. te verklaren voor recht:
4.De vordering en het verweer in het incident
5.De beoordeling in het incident
het reglement) blijkt vervolgens dat zij enkel consumentengeschillen behandelt. Indien [eiser] de overeenkomst aldus als ondernemer zou zijn aangegaan, dan valt het geschil niet onder de reikwijdte van het beding en is de rechtbank bevoegd op grond van de hoofdregel in artikel 99 Rv.
“(…) Het is mij niet helder of inmiddels een kwestie bij uw Commissie aanhangig werd gemaakt, maar ik richt bij toch reeds tot u.
6.De beslissing
11 september 2024voor conclusie van antwoord.