Uitspraak
RENTVISIE B.V.,
[gedaagde],
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 februari 2024, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van RentVisie,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 28 juni 2024,
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling in conventie en reconventie
€ 399,- per maand, [gedaagde] wilde € 300,- per maand betalen. [gedaagde] is uiteindelijk akkoord gegaan met € 325,- per maand. [gedaagde] heeft dan ook voldoende onderbouwd dat zij de overeenkomst niet zou hebben gesloten als het maandbedrag hoger zou worden. De kantonrechter is van oordeel dat RentVisie in het licht daarvan ook had moeten begrijpen dat de prijs voor [gedaagde] van essentiële betekenis was om de overeenkomst te sluiten. Daarbij gaat de kantonrechter niet mee met het argument van RentVisie dat het maar om geringe kosten gaat. Een extra bedrag van minimaal € 24,95 per maand (een verhoging van de overeengekomen prijs met bijna 8%) is in omvang niet gering te noemen.