Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De beoordeling
onduidelijk is op cranioplastiek met lat canthopexie oorzaak is van deze ptosis, patiente had voor craniopl ook reeds een ptosis bdz. Mogelijk dat door toename van licht inval ptosis meer naar voren komt, iatrogene schade lijkt niet voor de hand liggend”) heeft de deskundige geoordeeld dat hij zich hierin niet (geheel) kan vinden, omdat op de gelaatsfoto’s van voor en na de operatie een markant verschil in hoogte van het linker ooglid zichtbaar is en dit minder past bij een verschil van lichtinval. De afwijking is volgens de deskundige ook te fors om te concluderen dat dit door de lichtinval kan komen. Verder heeft de deskundige geoordeeld dat [verzoekster] is geïnformeerd over de medische behandelingen en zij hiervoor toestemming heeft gegeven. Een schriftelijke informed consent was destijds niet gebruikelijk. Volgens de deskundige is de statusvoering weliswaar te summier op het gebied van de anamnese, het onderzoek en de bevindingen, maar is deze duidelijk genoeg op de punten waarover [verzoekster] verwijten heeft gemaakt aan Amsterdam UMC en de rechtbank vragen heeft.