ECLI:NL:RBAMS:2024:4631

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
C/13/741735 / HA ZA 23-991
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van afspraken en toepassing van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid in een geschil over een participatieovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Bear Capital B.V. en [gedaagde] B.V. over de uitvoering van een participatieovereenkomst. Bear Capital vordert dat de rechtbank [gedaagde] veroordeelt tot het opstellen van een notariële akte voor de verkoop van aandelen in [naam vennootschap 2] B.V. tegen een koopprijs van € 1,-. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet na een dagvaarding van Bear Capital op 23 oktober 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord van [gedaagde]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de participatieovereenkomst onvolledig is en dat de samenwerking tussen de partijen vroegtijdig is beëindigd zonder dat Bear Capital enige financiering heeft verstrekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de koopoptie in de participatieovereenkomst niet van toepassing is, omdat de overeenkomst niet voorziet in de situatie waarin de samenwerking voortijdig is beëindigd zonder dat aan [gedaagde] toerekenbare redenen zijn. De rechtbank heeft Bear Capital als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.082,-. Het vonnis is uitgesproken op 24 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/741735 / HA ZA 23-991
Vonnis van 24 juli 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
BEAR CAPITAL B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij (hierna:
Bear Capital),
advocaat: mr. L. Scherders,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij (hierna:
[gedaagde]),
advocaat: mr. M.H. Rabbie.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 oktober 2023 met producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 28,
- het tussenvonnis van 13 maart 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is de holdingmaatschappij van [naam vennootschap 2] B.V. (hierna:
[naam vennootschap 2]), die op haar beurt alle aandelen in drie werkmaatschappijen houdt in de rondvaarten, cruises en andere waterevenementen in Amsterdam en Haarlem. Aan het hoofd van deze groep staat de heer [naam 1] (hierna:
[naam 1]) als oprichter, enig bestuurder en aandeelhouder van [gedaagde] .
2.2.
[bedrijf] B.V. (hierna:
[bedrijf]) is op 31 mei 2021 opgericht door haar huidige aandeelhouders de heren [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en mr. J. Siebert (hierna:
[naam 2],
[naam 3],
[naam 4]en
mr. Siebert).
2.3.
De werkmaatschappijen van [gedaagde] boekten in de geconsolideerde jaarverslagen vanaf 2014 negatieve bruto bedrijfsresultaten variërend van -/- € 62.392 in 2014 tot -/- € 1.679.080 in 2020 tijdens de coronapandemie ondanks NOW/TVL-steun. Uitzonderingen zijn 2017 met € 47.821 en 2018 met € 19.434 als positieve resultaten.
2.4.
[naam 1] zocht in 2021 financiële hulp en kwam via zijn toenmalige advocaat mr. Siebert in aanraking met [bedrijf] .
2.5.
Op 8 december 2021 hebben [gedaagde] en [naam 2] namens [bedrijf] een opdrachtbevestiging (hierna: de
opdrachtbevestiging) getekend, met daarin onder meer:
‘Zoals besproken, verleen jij [ [naam 1] ] [bedrijf] (…) opdracht om voor alle bij de [naam vennootschap 1] behorende vennootschappen (…) een plan uit te werken die voldoet aan de realisatie van je toekomstige ondernemersdoelstellingen.
In het plan van aanpak wordt enerzijds gericht aan de aanpak van de huidige situatie en anderzijds aan de door jou gewenste situatie (‘Droom’) zijn de volgende punten in ieder geval uitgewerkt:
1.
Veiligstellen van een deel van de ondernemingswaarde (1 mio euro) voor jou om daarmee de aankoop van een woning mogelijk te maken.
2.
Optimalisatie huidige financieringsstructuur
3.
Een winstgevende exploitatie van [naam vennootschap 1] .
4.
[naam vennootschap 1] in staat te stellen om te investeren in een duurzaam groeiscenario.
5.
Belang Broer in Beheer ter grootte van 5% aandelenbelang.
6.
Financiële en fiscale optimalisatie
7.
Acquisitie Rederij Utrecht z.s.m. realiseren.
8.
Beloning lange termijn voor Managing Director [naam vennootschap 2]
9.
De ‘Droom’ zoals besproken en verwoord in jouw email van (…) verwerken wij in het plan van aanpak.
Het beoogde plan van aanpak zal door [bedrijf] uiterlijk 1 maart 2022 worden opgeleverd. Deze periode is geen advies periode, maar wel een klankbord periode waarin we de ‘Droom’ gezamenlijk uitwerken in een concreet plan van aanpak.
Ons tarief voor deze werkzaamheden bedraagt € 10.000 excl. BTW.
Bij acceptatie zal [bedrijf] het plan realiseren en heeft financieringsmaatschappij Bear Capital een calloptie op 20% van de aandelen voor 1 euro in het kapitaal van [naam vennootschap 2] met een terugkoopoptie voor hetzelfde bedrag vermeerderd met de waardestijging.’
2.6.
Op 7 maart 2022 heeft een ontmoeting plaatsgevonden tussen in ieder geval [naam 1] en [naam 3] , waarbij zij een overeenkomst hebben ondertekend met de koptekst “Bear Capital en [gedaagde] ” (hierna: de
participatieovereenkomst), en verder onder meer:
‘Betreft: basis afspraken voor participatie en aandeelhoudersovereenkomst.
(…)
Hierbij geven we op hoofdlijnen aan welke afspraken daarbij tussen ons gelden.
De samenwerking betreft de vennootschappen [naam vennootschap 2] B.V. en al haar dochterondernemingen als hieronder vermeld (hierna [naam vennootschap 1] ) en de vennootschap Bear Capital (nu nog genaamd Caesar Internet B.V.) voor de uitvoering zal [naam vennootschap 2] B.V. voor zich en [naam vennootschap 1] opdracht geven aan [bedrijf] B.V. conform de opdracht die als bijlage bij deze overeenkomst hoort. (…)
(…)
Bij deze verleen jij [ [naam 1] ] Bear Capital een koopoptie op 20% van de aandelen in het kapitaal van [naam vennootschap 2] B.V. tegen betaling van een bedrag van € 1,-- waarbij Bear Capital zich zal inzetten om de gezamenlijk bepaalde doelen te realiseren, als gezamenlijk bepaald in de “Doelenboom” en het plan van aanpak.
Na 36 maanden, gebaseerd op de jaarrekening 2024 heb jij een onherroepelijke koopoptie op de aandelen die tot die datum in bezit zijn van Bear Capital, tegen betaling van een bedrag dat de uitkomst is van de formule:
A)
Het Eigen vermogen als blijkende uit de jaarrekening 2024 vermindert met het Eigen Vermogen als blijkende uit de jaarrekening 2021 van [naam vennootschap 2] B.V. (geconsolideerd) vermeerdert met
B)
3 keer de gemiddelde winst over de boekjaren 2022, 2023 en 2024 en van de som van A) en B) 20%.
De jaarrekeningen over de boekjaren 2021 tot en met 2024 zullen op consistente basis en op gelijke grondslagen worden opgemaakt.
De looptijd van deze overeenkomst is voor bepaalde tijd, te weten vanaf de datum van ondertekening tot en met de datum dat Bear Capital de aandelen ingevolge de hierboven genoemde optie tot koop de 20% aandelen in het kapitaal van [naam vennootschap 1] terug levert.
Gedurende de looptijd van deze overeenkomst hebben partijen afgesproken, en voor zover nodig verleent [gedaagde] B.V. hierbij een volmacht voor de duur van deze overeenkomst aan Bear Capital om te stemmen op 50% van de aandelen in het kapitaal van [naam vennootschap 1] , (…), ondanks dat Bear Capital slechts 20% in bezit heeft.
(…)
Wij stellen voor onze nadere afspraken vast te leggen in een aandeelhoudersovereenkomst direct na terugkeer van je vakantie.’
2.7.
Eveneens op 7 maart 2022 is een document getiteld “Termsheet Participatie en aandeelhoudersovereenkomst” ondertekend door [gedaagde] en [naam 2] namens [bedrijf] (hierna: de
Termsheet). De Termsheet betreft “basis voor samenwerking” en beschrijft een “voorgenomen adviesopdracht” van [gedaagde] als opdrachtgever aan [bedrijf] als opdrachtnemer ten behoeve van [naam vennootschap 2] als “Doelvennootschap”, tegen een tarief van € 800 per dagdeel exclusief btw.
2.8.
Vervolgens is op 3 maart 2022 de vennootschap Caesar internet business B.V., actief in IT-dienstverlening (daarvoor: Boek-uw-Reis-Online B.V.), omgedoopt tot Bear Capital met sindsdien als statutaire doel onder meer de financiering van ondernemingen. [naam 3] is haar enige (middellijke) bestuurder.
2.9.
Afgezien van een gestaag groeiend bedrijfsresultaat van de [naam vennootschap 1] , zijn de doelen (zie onder 2.5) van [naam 1] grotendeels onhaalbaar gebleken.
2.10.
In december 2022 is de samenwerking tussen [gedaagde] [bedrijf] en Bear Capital volledig gestaakt.

3.Het geschil

3.1.
Bear Capital vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] veroordeelt:
I. om binnen zeven dagen na i) betekening van dit vonnis en ii) ontvangst van de door Bear Capital aan te wijzen notaris op te stellen notariële akte van koop, verkoop en levering en volmacht, alle noodzakelijke medewerking en toestemming te verlenen aan het passeren van deze akte en daarmee aan de koop, verkoop en onbezwaarde levering van een zodanig aantal door [gedaagde] gehouden aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal van [naam vennootschap 2] , vertegenwoordigende een belang van 20%, zulks tegen een koopprijs van € 1,- waarbij deze aandelen vanaf 1 januari 2022 voor rekening en risico van Bear Capital komen en waarbij door [naam vennootschap 2] alleen titelgaranties op de betreffende aandelen zullen worden gegeven en de notariskosten voor rekening van Bear Capital zullen komen, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en € 2.500,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen,
II. in de proceskosten, inclusief nakosten, met wettelijke rente vanaf de dag dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis in verzuim is.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Bear Capital in de proceskosten met rente.

4.De beoordeling

4.1.
Beoordeeld moet worden of [gedaagde] gehouden is tot nakoming van de koopoptie uit de participatieovereenkomst door verkoop en levering van een 20% aandelenbelang in [naam vennootschap 2] aan Bear Capital tegen € 1,-. [gedaagde] betwist dit en voert aan dat de participatieovereenkomst slechts een niet-afdwingbare intentieovereenkomst is, omdat:
  • nadere afspraken nog zouden worden vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst en de samenwerking door het uitblijven daarvan nog niet eens is aangevangen,
  • Bear Capital geen financieringsdiensten heeft verleend en dat ook niet zal doen,
  • een 5% aandelenbelang voor de broer van [naam 1] zou worden gerealiseerd (één van de doelen van [naam 1] ), maar tot op heden niet is verwezenlijkt, en,
  • een zeggenschapsverdeling zou worden geformaliseerd, van niet 50-50% zoals staat in de participatieovereenkomst, maar van 49-49-2% voor respectievelijk [gedaagde] , Bear Capital en de heer [naam 5] , een bevriend gepensioneerd boekhouder van [naam 1] , zodat [naam 5] ingeval van een patstelling een beslissende stem heeft, wat ook tot op heden is uitgebleven.
4.2.
Of de participatieovereenkomst slechts een voorlopig karakter heeft of afdwingbare verplichtingen in het leven roept, hangt af van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de participatieovereenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf). Hierbij spelen de doelen van [naam 1] , de rolverdeling tussen [bedrijf] en Bear Capital, de opdrachtbevestiging en de Termsheet een rol.
4.3.
De opdrachtbevestiging wordt door beide partijen aangemerkt als (eerste) intentieovereenkomst en regelt dat op basis van een aantal geformuleerde doelen van [naam 1] een plan zal worden uitgewerkt tijdens een “klankbord periode”. De opdrachtbevestiging bepaalt verder: ‘
Bij acceptatie zal [bedrijf] het plan realiseren en heeft financieringsmaatschappij Bear Capital een calloptie’. In zoverre is sprake geweest van voorlopige afspraken.
4.4.
Voornoemde acceptatie is er gekomen in de vorm van de participatieovereenkomst met Bear Capital en de Termsheet met [bedrijf] . De participatieovereenkomst beoogt “op hoofdlijnen” afspraken vast te leggen voor de verdere samenwerking. Daarbij is vermeld dat de koopoptie aan Bear Capital “bij deze” en dus met ingang van 7 maart 2022 werd verleend. Als tegenprestatie is verwoord dat Bear Capital ‘
zich zal inzetten om de gezamenlijk bepaalde doelen te realiseren’. Dit heeft [naam 3] op zitting desgevraagd verduidelijkt tegen de achtergrond van de rolverdeling tussen [bedrijf] en Bear Capital:
‘Het advieslichaam is [bedrijf] en het financieringslichaam is Bear Capital. Het is een tripartite samenwerking. U zou inderdaad kunnen zeggen dat ik de verbindende factor ben, aangezien ik bij beide partijen ben betrokken. Ik regel vanuit Bear Capital de financiering.
De formule van de terugkoopprijs van het 20%-aandelenbelang is bij ons standaard. Dit maakt het mogelijk om ondernemers te helpen zoals [gedaagde] , die geen liquiditeit hebben.’
4.5.
Kortom, per 7 maart 2022 zou de tripartite samenwerking tussen [bedrijf] , Bear Capital en [gedaagde] van start gaan. [bedrijf] zou [gedaagde] bijstaan met advies en als tegenprestatie € 800 per dagdeel exclusief btw in rekening brengen (zie onder 2.7). Bear Capital zou voorzien in de liquiditeitsbehoefte van [gedaagde] met de koopoptie als tegenprestatie. Dit staat los van het feit dat nog een aandeelhoudersovereenkomst moest worden opgemaakt en dat over de inhoud daarvan nog werd onderhandeld.
4.6.
Het voorgaande betekent dat de koopoptie wel degelijk tot stand is gekomen.
4.7.
Aan [gedaagde] moet echter worden toegegeven dat de participatieovereenkomst onvolledig is en dat partijen “nadere afspraken” nog in een aandeelhoudersovereenkomst zouden neerleggen (zie onder 2.6). Voor onderhavige situatie waarin de samenwerking die drie jaar zou duren al na zes maanden is beëindigd zonder enige vorm van financiering van Bear Capital, kent de participatieovereenkomst geen regeling. [gedaagde] stelt dat de omstandigheden van het geval maken dat het beroep op het optierecht ongeloofwaardig is. De rechtbank begrijpt dit in combinatie met het standpunt dat de participatieovereenkomst voorlopig (of onvolledig) is, als een beroep op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid uit artikel 6:248 lid 1 BW.
4.8.
Bear Capital leest in de participatieovereenkomst slechts een inspanningsverplichting, waardoor zij haars inziens recht heeft op het 20%-aandelenbelang ongeacht of zij überhaupt een financieringsbijdrage heeft geleverd en of de samenwerking gedurende de overeengekomen periode van drie jaar is uitgediend. Bear Capital heeft ter zitting toegelicht dat zij haar rol als financieringslichaam uitsluitend had willen inzetten voor de acquisitie door [gedaagde] van de Utrechtse rederij Schuttevaer, één van de doelen van [naam 1] . Dit is er volgens Bear Capital niet van gekomen doordat het [naam 1] niet is gelukt om een overnamedeal te sluiten. [naam 1] heeft onweersproken aangevoerd dat de overname onhaalbaar bleek doordat Bear Capital op de benodigde financiering een rente van 10% per jaar vroeg.
4.9.
De samenwerking werd vervroegd beëindigd nadat [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] op 12 november 2022 bespraken dat “het zo niet verder gaat” en “doormodderen” onwenselijk zou zijn. Bear Capital had op dat moment nog geen financieringsdienst verleend; [gedaagde] heeft slechts adviserende bijstand ontvangen vanuit [bedrijf] , waarvoor door (vennootschappen gelieerd aan) [gedaagde] in totaal € 50.000,- is betaald op facturen van [bedrijf] en van door [bedrijf] ingeschakelde (gelieerde) consultancyondernemingen van [naam 4] . Vervolgens besloten [bedrijf] en Bear Capital gezien de beëindiging van de samenwerking “te claimen waar we recht op hebben”, waaruit kan worden opgemaakt dat Bear Capital ook in de toekomst op geen enkele wijze zou voorzien in financiering van [gedaagde] . Daarmee kent de koopoptie geen rationale meer en doet deze geen recht aan de achterliggende bedoeling van [naam 3] : ‘
[de koopoptie] maakt het mogelijk om ondernemers te helpen zoals [gedaagde] , die geen liquiditeit hebben’.
4.10.
Onder deze omstandigheden slaagt het beroep op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. De koopoptie kan redelijkerwijs niet anders zijn bedoeld dan als vergoeding voor (hulp bij het realiseren van de benodigde) financiering; voor het onderhavige geval van een niet aan [gedaagde] toerekenbare voortijdige beëindiging van de participatieovereenkomst zonder financiering, is een dergelijke vergoeding niet overeengekomen. Dit betekent dat de koopoptie op de onderhavige situatie niet van toepassing is en dat Bear Capital geen recht heeft op enige vergoeding anders dan voor eventueel gemaakte (maar niet gebleken kosten), omdat de participatieovereenkomst niet voorziet in de onderhavige situatie, waarin:
de samenwerking van drie jaar, zonder dat dit aan [gedaagde] toerekenbaar is, vroegtijdig na zes maanden is beëindigd,
zonder dat enige financiering is verstrekt,
zonder dat het enige doel waarvoor Bear Capital zou financieren (acquisitie van Schuttevaer) is gerealiseerd, en,
de koopoptie gelet op de achterliggende bedoeling van [naam 3] geen rationale meer kent.
4.11.
Bear Capital zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op:
- griffierecht
676
- salaris advocaat
1.228
(2 punten × € 614)
- nakosten
178
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.082
4.12.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals onder de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Bear Capital in de proceskosten van € 2.082,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,- plus de kosten van betekening als Bear Capital niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Bear Capital in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. M.A.A. van Achterberg, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.