ECLI:NL:RBAMS:2024:4582
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verhuizing van de vader met minderjarige kinderen zonder toestemming van de moeder
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de verhuizing van de vader met hun minderjarige kinderen. De moeder vorderde dat de vader zou worden verboden om met de kinderen te verhuizen buiten een straal van 15 kilometer van hun woonplaats. De vader had zonder overleg met de moeder de kinderen verhuisd van [woonplaats 1] naar [woonplaats 2]. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 mei 2024 heeft de moeder haar vorderingen toegelicht, terwijl de vader verweer voerde en tegenvorderingen instelde. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen, wat is toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen en dat de vader toestemming van de moeder nodig had voor de verhuizing. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verhuizing niet goed doordacht en voorbereid was en niet in het belang van de kinderen is. De lange reistijd van en naar school en de impact op de hulpverlening zijn belangrijke factoren in deze beslissing. De vader heeft niet aannemelijk gemaakt dat de verhuizing noodzakelijk was en de rechtbank heeft de vordering van de moeder om de vader te gebieden terug te verhuizen naar de regio [woonplaats 1] toegewezen. De vader moet uiterlijk op 1 juni 2024 terugverhuizen, op straffe van een dwangsom.