ECLI:NL:RBAMS:2024:4561

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
24 juli 2024
Zaaknummer
1330700223
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vordering tot behandeling van Europees aanhoudingsbevel

Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Vilnius Regional Court in Litouwen. Het EAB was gericht op de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1990 in Litouwen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verbleef. Tijdens de zitting was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, en een tolk in de Litouwse taal.

De officier van justitie, mr. S.J. Wirken, heeft op 17 mei 2024 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van het EAB. Echter, op 2 juli 2024 heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit aanvullende informatie verstrekt waaruit bleek dat het EAB was ingetrokken. De officier van justitie heeft daarom verzocht om niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vordering tot behandeling van het EAB.

De rechtbank heeft het standpunt van de officier van justitie gevolgd en heeft het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Tevens heeft de rechtbank de overleveringsdetentie opgeheven. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. M.C.M. Hamer, en de rechters mrs. A.R.P.J. Davids en A.R. Vlierhuis, in aanwezigheid van griffier A. Gabriëlse. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-307002-23
Datum uitspraak: 4 juli 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 17 mei 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 22 juni 2023 door de
Vilnius Regional Court, Litouwen, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 4 juli 2024, in aanwezigheid van mr. S.J. Wirken, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, advocaat te Amsterdam, en door een tolk in de Litouwse taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Litouwse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te verklaren in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, nu uit aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 2 juli 2024 blijkt dat het EAB is ingetrokken.
De rechtbank volgt de officier van justitie in bovengenoemd standpunt.

4.Beslissing

VERKLAARThet Openbaar Ministerie
NIET-ONTVANKELIJKin zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
HEFT OPde overleveringsdetentie.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Gabriëlse, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 4 juli 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.