ECLI:NL:RBAMS:2024:4501

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
C/13/750595 / KG ZA 24-390
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over onrechtmatige publicatie en vordering tot verwijdering en rectificatie afgewezen

In een kort geding dat op 9 juli 2024 werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [bedrijf 1] afgewezen. [bedrijf 1], een uitzendbureau dat zich richt op arbeidsmigranten, had een verbod geëist tegen Follow The Money (FTM) om zich nog langer smadelijk, lasterlijk en/of tendentieus uit te laten over het bedrijf en haar gelieerde vennootschappen. Tevens vorderde [bedrijf 1] de verwijdering van drie artikelen van de website van FTM, die betrekking hadden op mogelijke misstanden rondom de aanvraag van NOW-subsidies. De rechtbank oordeelde dat [bedrijf 1] een spoedeisend belang had bij haar vorderingen, maar dat de publicaties van FTM niet onrechtmatig waren. De voorzieningenrechter stelde vast dat de artikelen een bijdrage leverden aan een publiek debat van maatschappelijk belang, gezien de omvang van de ontvangen NOW-steun en de mogelijke misbruik daarvan. De rechtbank weegt de belangen van [bedrijf 1] tegen die van FTM en concludeert dat de vrijheid van meningsuiting van FTM zwaarder weegt. De vorderingen van [bedrijf 1] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van FTM.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/750595 / KG ZA 24-390 EAM/LO
Vonnis in kort geding van 9 juli 2024
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 17 juni 2024,
advocaat mr. S. van der Eijk te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FOLLOW THE MONEY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.Ch. Kaaks te Amsterdam.
Partijen zullen hierna (in enkelvoud) [bedrijf 1] en FTM worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 25 juni 2024 heeft [bedrijf 1] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. FTM heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van [bedrijf 1] : [naam 1] , consultant, met mr. Van der Eijk;
aan de kant van FTM: [naam 2] , hoofdredacteur, [naam 3] , chef, [naam 4] , journalist (hierna [naam 4] ), met mr. Kaaks. Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[bedrijf 1] is een uitzendbureau dat met name arbeidsmigranten in kassen en bij plantenkwekers in het Westland bemiddelt. [bedrijf 3] vormt de overkoepelende handelsnaam van een aantal vennootschappen die door [eiser 2] (eiser 2) worden geëxploiteerd.
2.2.
Op dit moment vinden de meeste activiteiten plaats in [eiser 1] B.V. (eiseres 1). [eiser 1] is een van de werkmaatschappijen onder [holding 1] , waarvan de aandelen worden gehouden door [holding 2] . Deze groep is opgericht in januari 2023. [eiser 1] had voorheen als statutaire naam [statutaire naam 1] , [statutaire naam 2] B.V. en [bedrijf 4] B.V., en als handelsnaam naast de drie hiervoor genoemde namen ook [statutaire naam 1] B.V. en [handelsnaam 1] .
2.3.
Vóór 2023 vonden de activiteiten van [bedrijf 3] plaats in andere vennootschappen, waaronder [bedrijf 2] B.V., die als statutaire en/of handelsnamen behalve [bedrijf 3] (B.V.) ook [handelsnaam 2] (B.V.), [handelsnaam 3] B.V., [bedrijf 3] , [bedrijf 5] B.V., [bedrijf 6] gebruikte. Enig bestuurder van [bedrijf 2] was [eiser 2] .
2.4.
FTM is een journalistiek platform dat zich richt op onderzoeksjournalistiek. Op 19 juni 2021 heeft FTM het artikel
“Hoe arbeidsmigranten werden misbruikt bij de aanvraag van NOW-subsidies”, van de hand van [naam 4] en [naam 5] gepubliceerd. FTM heeft voor het artikel misbruik van NOW-subsidies (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid, de steunmaatregel van de Nederlandse overheid om ondernemingen te ondersteunen hun werknemers in dienst te houden tijdens de coronacrisis) onderzocht.
2.5.
In het artikel van 19 juni 2021 staat onder meer het volgende.
“(…)
Een branche waar makkelijk misbruik van de NOW-regeling kan worden gemaakt, is de uitzendsector. Vooral in de industrietakken waar arbeidsmigranten werken die geen kennis hebben van de Nederlandse wetgeving, is de kans op misleiding door de aanvragers (de uitzendbureaus) aanwezig. Bij de NOW-aanvraag wordt gekeken naar het aantal gewerkte uren, uitgedrukt in een voltijdse betrekking van 38 uur.
[naam 6] , een boekhouder die 16 jaar werkzaam was bij een
uitzendbureau dat actief is in de glas- en tuinbouw, meent dat je
met die staatjes ‘makkelijk kan sjoemelen’.
(…)
In het onderzoek van Follow the Money naar uitzendbureaus die NOW-subsidie ontvingen, komen ook bedrijven naar voren waar de omzet, de balans of het aantal in de jaarverslagen vermelde werknemers niet het overgemaakte bedrag rechtvaardigen.
Haagse [bedrijf 1]
Het grootste voorbeeld hiervan is het Haagse uitzendbureau [bedrijf 1] . De uitzender is een leverancier van Oost-Europese werknemers die in kassen en bij plantenkwekers in het Westland werken.
[bedrijf 1] vroeg in drie tranches bijna 3,4 euro miljoen aan via holding [handelsnaam 2] B.V., dat op hetzelfde adres staat ingeschreven als het uitzendbureau en dezelfde eigenaar heeft. Veel gegevens verstrekt het bedrijf niet. In het laatste – zeer summiere – jaarverslag (over 2019) meldt [handelsnaam 2] dat het 200 werknemers in dienst heeft en een verlies leed van 22.000 euro. Omzetcijfers of andere bedrijfsresultaten publiceert het bedrijf niet.
Ook de cijfers van [bedrijf 3] , de bv van het merk waaronder het uitzendbureau opereert, zijn nietszeggend. Het eigen vermogen staat op 4.941 euro, een bedrag dat een NOW-aanvraag van 3,4 miljoen nauwelijks lijkt te rechtvaardigen.
Wat is er aan de hand met de cijfers van [bedrijf 1] ? Een rondgang langs een aantal klanten leert dat de administratie niet (altijd) op orde was. (Buitenlandse) werknemers, die opheldering eisen over betalingen of hun contracten, voelen zich niet zelden geïntimideerd.
Ook de klanten van [bedrijf 1] hebben vraagtekens of alle werknemers netjes staan geregistreerd. [bedrijf 1] kan aanspraak maken op NOW van uitzendkrachten als er werk wegvalt bij werkgevers. Maar hierbij moet het bureau wel een goede administratie overleggen. Dat was niet altijd het geval.
Orchideeënkwekerij
Een orchideeënkweker uit Ter Aar heeft afgelopen jaar een einde gemaakt aan de samenwerking met [bedrijf 1] , omdat niet duidelijk was via welke bv’s [bedrijf 1] zaken deed met deze klant. De sierplantleverancier had te maken met een ‘tiental vennootschappen’, blijkt uit de boekhouding.
Een deel van de administratie voldeed niet aan de zogeheten NEN 4400-1-norm. Deze norm stelt eisen aan de personeels- en loonadministratie van ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikbaar stellen, zoals uitzendbureaus. ‘Het was onduidelijk vanuit welke bv iemand was uitgeleend. Daar werd mee
geschoven,’ vertelt een bron die bekend is met de boekhouding.
De orchideeënkweker had geen zin om door de belastingdienst aangesproken te worden op mogelijke malversaties en stopte daarom de samenwerking. ‘De algemene voorwaarden veranderden steeds bij [bedrijf 1] . Daar wilden wij onze vingers niet meer aan branden. We hebben het contract uiteindelijk in
maart 2021 verbroken’, zegt de bron.
Het afgelopen jaar werkten er zes Poolse uitzendkrachten van [bedrijf 1] bij het bedrijf uit Ter Aar. Die hebben hun baan behouden in coronatijd. Daar zijn facturen voor gestuurd en die zijn ook betaald. ‘Voor die mensen heeft [bedrijf 1] dus geen NOW hoeven aanvragen,’ weet deze insider.
De spanning tussen [bedrijf 1] en de zes uitzendkrachten liep daarna op. Daarna zijn er ‘banden lekgestoken’ van de ex-medewerkers door handlangers van [bedrijf 1] , omdat ze opheldering vroegen over hun contract. ‘De angst is groot,’ zegt een medewerker tegen Follow The Money op basis van anonimiteit (naam bekend bij de redactie).
De familie die [bedrijf 1] uitbaat, de familie [eiser 2] , heeft geen beste reputatie. [bedrijf 1] werd door een ex-medewerker in een online review al eens als volgt omschreven: ‘Wat een malafide organisatie. Oplichters zijn het! In mijn korte periode daar heb ik meerdere uitzendkrachten letterlijk in opstand zien komen
omdat betalingen niet uitgevoerd werden. Hier ben ik nu zelf ook de dupe van geworden. Daarom wil ik iedereen waarschuwen, en adviseren: ga niet met dit uitzendbureau in zee.’
De ex-werknemer werkte als agrarisch medewerker voor [bedrijf 1] .
In 2004 werd de Haagse familie al eens beschuldigd van fraude.
De ruzie met de autoriteiten liep toen zo hoog op dat een familielid om het leven kwam tijdens een inval bij hem thuis waar de politie zocht naar bewijsstukken voor fraude. Het OM verdacht het familielid van medewerking aan een miljoenenfraude met sociale premies.
Tijdens een schotenwisseling met de agenten werd toen een lid van de [familienaam] -familie dodelijk geraakt. De man zou uit zelfverdediging hebben gehandeld. De politie verrichtte verschillende arrestaties en er volgden veroordelingen. Onder
meer [eiser 2] , de oprichter van [bedrijf 1] , belandde in de cel.
Het uitzendbureau wordt nu gerund door een jongere generatie [familienaam] , waarbij pater familias [eiser 2] (55) op de achtergrond meekijkt. ‘ [eiser 2] was even uit de roulatie vanwege een slechte gezondheid, maar doet nog steeds de onderhandelingen,’ zegt [naam 7] van kwekerij Esmeralda.
Hij verbaast zich erover dat er 3,4 miljoen aan NOW-gelden naar [bedrijf 1] is gevloeid. ‘Dat lijkt mij een beetje veel,’ zegt hij. [naam 7] neemt nog steeds diensten af van [bedrijf 1] , maar heeft af en toe stevige debatten over de afhandeling van facturen.
Voor de werknemers van Esmeralda hoefde [bedrijf 1] geen NOW aan te vragen aangezien ze in dienst zijn gebleven, stelt [naam 7] . ‘We hebben ons best gedaan om iedereen aan het werk te houden. We hebben niemand naar huis gestuurd. [bedrijf 1] heeft facturen gestuurd, dus dat was business as usual.’
(…)
Gesjoemel
[bedrijf 1] rommelde eerder met de boekhouding. Een kantonrechter in Den Haag stelde in april 2020 vast dat [bedrijf 1] een contract had opgesteld met een valse handtekening van een ex-medewerker. Deze was in verweer gekomen tegen zijn ontslag.
[naam 8] , een van de oprichters van [bedrijf 1] , weet hoe [bedrijf 1] te werk gaat en vermoedt dat er nog steeds wordt gemarchandeerd met de regels.
[naam 8] raakte gebrouilleerd met [bedrijf 1] en exploiteert nu vanuit Oosterhout zelf een uitzendbureau, [bedrijf 7] . Hij levert nu uitzendkrachten aan de eerder genoemde orchideeënkwekerij uit Ter Aar.
Waar [naam 8] sceptisch is over de rechtmatigheid van de NOW-aanvraag, is [naam 6] (42) zeker dat [bedrijf 1] heeft gerommeld met de cijfers. [naam 6] was tussen 2003-2019 als boekhouder actief bij [bedrijf 1] en is er ‘100 procent van
overtuigd’ dat de NOW op onjuiste gronden is aangevraagd.
[naam 6] , nu werkzaam bij het Haagse accountantskantoor Baartse Mennema, stapte twee jaar geleden op nadat [naam 9] en [naam 10] , twee dochters van [eiser 2] , de zaak overnamen. ‘Die twee dames snapten er niks van. Ze deden maar wat en waren alleen maar bezig met geld. Ze stonden ineens op de stoep, want ze waren tot directieleden benoemd.’
[naam 6] heeft na de eerste aanvraag van NOW (7 ton) bij het UWV al een
melding gedaan van mogelijk misbruik van NOW-gelden. ‘Maar ik heb helemaal niks gehoord en dat verbaast me.’
Leeg pand
[bedrijf 1] reageert niet op onze verzoeken om opheldering. Mobiele berichten en apps worden niet beantwoord door [eiser 2] , de oprichter van het bedrijf. In het lege pand aan de Haagse [adres] is, behalve een medewerkster, niemand
aanwezig om te reageren op aantijgingen van ex-medewerkers. ‘Je kunt beter een andere keer terugkomen,’ zegt ze.
Dat het relatief kleine [bedrijf 1] een miljoenenbedrag kon aanvragen is opmerkelijk. Bij andere uitzendbureaus die een met [bedrijf 1] vergelijkbaar bedrag aan NOW-subsidie ontvingen, gaat substantieel meer geld om in de onderneming (zie grafiek).
(…)”
2.6.
In e-mailcorrespondentie tussen [naam 10] ( [naam 10] ) met de toenmalige accountant van [bedrijf 1] , [naam 11] ( [naam 11] ), tussen 5 en 10 februari 2021 staat onder meer het volgende.
“(…)
[naam 10] : Wij hebben besloten om een lening tussen [handelsnaam 2] en [naam 12] af te sluiten voor een bedrag van EUR 600.000. Graag ontvang ik de overeenkomst.
[naam 11] : (…) Wie is [naam 12] ?
[naam 10] : [naam 12] is mijn moeder en zij is op dit moment medewerker bij [bedrijf 1] en wordt dus verloond.
[naam 11] : (…) € 600.000,- is een enorm hoog bedrag. Is zij in staat om dit ooit terug te betalen? (…) Moet er van de lening een overeenkomst worden opgesteld? Dan is het ook van belang dat we weten welk onroerend goed er voor dit geld is gekocht en laat de Turkse notaris dan een hypotheek vestigen voor Geldvast Holding van het geleende bedrag. Graag een vertaalde versie van deze hypotheekakte, zodat we dit bij de leningovereenkomst kunnen voegen.
[naam 10] : Het is ook een optie om het bedrag op te splitsen in 300.000. (…) Er wordt met dit geld een woning kocht, maar is het nog niet bekend welke woning. De woning wordt zonder hypotheek gekocht. (In principe blijft het een persoonlijke lening, waarbij er niet vermeld hoeft te worden voor welke doeleinden het wordt gebruikt.)
(…)
[naam 11] : Stuur me s.v.p. naam, voornamen, geboortedatum, adres. In hoeveel tijd wil mevrouw [naam 12] de lening aflossen? Bedrag van de lening wordt € 300.000, of 600.000?
Ik wijs wel nogmaals op het risico dat dit waarschijnlijk als een lening van [eiser 2] kan worden gezien, omdat hij uit privéoogpunt wordt verstrekt en mevrouw [naam 12] geen zekerheid biedt en waarschijnlijk niet terug kan/zal betalen, of kun jij door middel van haar vermogens en inkomspositie aangeven dat zij dat wel kan?
[naam 10] : (…) Ze is werkzaam bij [bedrijf 3] en heeft een bruto maandsalaris van EUR 2.595,- (…)
[naam 11] : Zoals ik al eerder vroeg, in hoeveel termijnen/tijd gaat je moeder de lening aflossen? Verricht zij ook daadwerkelijk werkzaamheden voor [bedrijf 3] ?
Iemand met een dergelijk salaris, zal bij een bank nooit een lening van € 600.000 kunnen verkrijgen. (…)
Hoe ziet de balans van [bedrijf 1] er uit? Is dei € 600.000 daadwerkelijk als liquide middelen beschikbaar?
Komt de onderneming niet in gevaar als dit bedrag zomaar aan iemand wordt uitgeleend die dit nooit kan terugbetalen? (…)
[naam 10] : Er is op [handelsnaam 2] in 2020 meer dan 1 miljoen aan NOW binnen gekomen, waarvan nog niet gebruik is gemaakt. De heer [eiser 2] loopt niet het risico om andere schulden te betalen, want hij heeft meer aan NOW beschikbaar om eventuele kosten te dekken. Ook komt [handelsnaam 2] in 2021 in aanmerking voor de NOW (…)
[naam 10] : Kun je alstublieft vandaag of morgen de overeenkomst sturen? Er zit namelijk spoed bij. Indien het aan 1 persoon lastig is, kunnen we aan 5 kinderen van [eiser 2] laten zien met een bedrag van EUR 120.000 per persoon.
[naam 11] : Bij een salaris van € 2.500 bruto (stel € 2.000 netto) en dan ook nog eens alleen maar als zij het volledige netto salaris zou kunnen benutten voor aflossing van de lening zou zij bij een lening van 10 jaar maximaal € 240.000 kunnen aflossen.
Verder heb ik nog navraag gedaan over de NOW gelden. Deze moeten besteed worden aan het doorbetalen van lonen, als dat niet gebeurt, hebben jullie de NOW ten onrechte ontvangen. (…)
2.7.
FTM heeft een drietal (niet ondertekende) leningsovereenkomsten overgelegd tussen [handelsnaam 2] B.V., vertegenwoordigd door [eiser 2] , waarin staat dat begin 2021 door [handelsnaam 2] B.V. € 150.000,- is geleend aan [naam 10] , € 240.000,- aan [naam 12] (de moeder van [naam 10] en [naam 9] en (ex)-echtgenote van [eiser 2] ) en € 150.000,- aan [naam 9] .
2.8.
In een e-mail van [naam 13] , accountant, van 3 november 2021 aan [naam 10] en [naam 9] staat – kort gezegd – dat hij maar een klein deel van de benodigde documenten voor de accountantscontrole heeft ontvangen. Hij heeft een overzicht gestuurd van alle documenten die benodigd zijn van alle vennootschappen uit de groep, voordat hij aan de slag kan met een accountantscontrole zoals het UWV die verlangt om te kunnen beoordelen of de NOW terecht is toegekend. [bedrijf 1] heeft die documenten niet verstrekt en [naam 13] heeft geen accountantscontrole verricht.
2.9.
In 2021 heeft ABN AMRO vragen gesteld aan [eiser 2] als bestuurder van verschillende vennootschappen. De vragen gaan onder meer over het grote aantal vennootschappen, frequente bestuurswijzigingen, en over een bedrag van € 365.000,- dat in februari en maart 2021 in twee etappes aan [naam 12] is overgemaakt.
2.10.
In 2022 heeft FTM een nieuw (vervolg)artikel geschreven, en heeft zij [bedrijf 1] in de gelegenheid gesteld haar visie te geven.
2.11.
In een e-mail van 13 mei 2022 van de advocaat van [bedrijf 1] aan [naam 4] (FTM) staat onder meer het volgende.
“(…)
Zoals ik had aangekondigd zou ik nog bij u terugkomen op de door u voorgenomen publicatie van dinsdag 17 mei a.s.
Wij kiezen ervoor om in dit stadium geen commentaar te geven en niet inhoudelijk in te gaan op de door u voorgelegde vragen, met uitzondering van het volgende.
Cliënten betreuren ten zeerste dat u kennelijk voornemens bent om tal van privégegevens aan te halen in het artikel. Zij maken daartegen met klem bezwaar. Voor zover het gaat om de (vermeende) aanschaf van privébezittingen of privéaankopen zien cliënten werkelijk niet in wat daarvan de nieuwswaarde is en waarom daarvan melding moet worden gemaakt. Bovendien wijzen cliënten erop dat het benoemen van adressen en persoonlijke gegevens hen in gevaar zou kunnen brengen. Ik ga er daarom van uit dat u in het artikel geen melding zult maken van privacygevoelige gegevens.
Cliënten constateren verder dat sprake is van een hetze van een aantal personen tegen hen, waarbij tal van conclusies worden getrokken zonder dat een eventueel onderzoek vanuit de overheid wordt afgewacht. Cliënten wijzen erop dat zij met het UWV contact hebben over de NOW-toekenningen. Door cliënten wordt binnen de door het UWV gestelde termijnen gereageerd. Met het UWV is er dus contact. Verder is dit dossier in behandeling bij de accountant van cliënten. Zodra de accountantsverklaring gereed is zal deze aan het UWV worden verstrekt. Van een rechterlijke procedure inzake het NOW is geen sprake, althans daarvan is mij niets bekend.
(…)
Van een inval weten cliënten niets af. Er is slechts een bezoek gebracht aan het garagebedrijf. De politie heeft de in het pand werkzame personen gecontroleerd en vervolgens heeft de politie na tien minuten goedkeuring verleend, waarna het pand weer werd verlaten. Cliënten zien dat niet als een inval en bij dit bezoek van de politie is er niets inbeslaggenomen. Ten onrechte wordt een verband gelegd tussen de aan de bedrijven van cliënten toegekende NOW-bedragen en uitgaven die gedaan zijn binnen het privédomein. Voor de dochters [familienaam] geldt dat zij in loondienst werkzaam zijn, een marktconform salaris ontvangen en van daaruit betalingen kunnen verrichten.
(…)
De auto’s die door u worden genoemd zijn niet aangekocht. Er is sprake van een leaseconstructie waarbij er weliswaar aanbetalingen zijn gedaan, maar de auto’s behoren niet tot de eigendommen van de familie [familienaam] .
(…)”
2.12.
FTM heeft vervolgens het concept-artikel aan de advocaat van [bedrijf 1] doen toekomen. In een reactie daarop bij e-mail van 16 mei 2022 heeft de advocaat van [bedrijf 1] onder meer het volgende geschreven.
“(…)
Ik heb het conceptartikel doorgenomen en ik heb dit op hoofdlijnen met cliënten besproken.
Mevrouw [naam 10] en mevrouw [naam 9] willen absoluut niet dat zij in dit verhaal met hun naam en hun leeftijd worden aangeduid en zij zien ook niet in waarom in het artikel aandacht wordt besteed aan hun zonnebrillen en hun kleding. Zij beschouwen dat als erg suggestief. Cliënten merken op dat zij gevaar dreigen te lopen als gevolg van de publicatie en dat zij slechts werknemers zijn, zoals dat in het artikel overigens terecht wordt vermeld (…)
Daarom ga ik ervan uit dat u de beide zussen/dochters niet met hun volledige namen zult aanduiden en dat u ook het vermelden van hun leeftijd achterwege zult laten. Het klopt ook niet dat het uitzendbureau door de dames wordt gerund, terwijl dat nu wel in het artikel vermeld staat.
Verder verzoeken cliënten u om de passage over een fraudebeschuldiging en een schotenwisseling met agenten uit het artikel te schrappen. Deze passage legt ten onrechte een link met het criminele milieu, terwijl daar in de verste verte geen sprake van is. Bovendien gaat het om een pijnlijke passage, nu hierin het overlijden van een familielid wordt benoemd, waarbij het voorts nog eens zo is dat dezelfde passage in het vorige artikel ook al is gebruikt. Kortom, gezien de diffamerende werking hiervan verzoeken cliënten u om deze alinea uit het verhaal te verwijderen, dit mede gezien de omstandigheid dat deze
voorgeschiedenisniets van doen heeft met het onderwerp waarover u schrijft.
(…)”
2.13.
Op 18 mei 2022 heeft FTM opnieuw een artikel gepubliceerd over mogelijk misbruik van NOW-subsidies, met de titel “Haagse ondernemersfamilie gebruikte miljoenen aan coronasteun voor zichzelf”. In dit artikel staat onder meer het volgende.
“(…)
[bedrijf 3] in Den Haag ontving 6,6 miljoen euro aan coronasteun. Uit de bedrijfsadministratie blijkt dat een deel is besteed aan vastgoed, auto’s en leningen voor familieleden.
[naam 10] (30) en [naam 9] (33) lijken te houden van zwarte, glimmende spullen. In mei 2021 poseren de zussen op Facebook bij een Haagse autodealer voor twee blinkende exemplaren van de Mercedes-Benz A180. De zon weerkaatst in het dashboard van een van de bolides, die volgens de catalogus 33.000 euro kosten. De dames hebben er een zonnebril bij opgezet en zich in zwartleren lakjurken gestoken, aan hun armen hangen twee
identieke leren handtasjes. De zussen hebben dan beiden net een auto uitgezocht bij het garagebedrijf, niet ver verwijderd van het uitzendbureau waar ze werken: het Haagse [bedrijf 1] , dat in 2001 werd opgericht door hun vader [eiser 2] .
[bedrijf 1] ontving tussen maart 2020 en september 2021 zes keer steun in het kader van de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), bij elkaar 6,6 miljoen euro. De regeling was bedoeld om bedrijven gedurende de crisis in de gelegenheid te stellen hun werknemers te blijven betalen.
[bedrijf 1] wil niet zeggen of het de miljoenen heeft uitgegeven aan salarissen, of preciezer gezegd: het uitzendbureau kan daar geen accountantsverklaring voor overleggen, een vereiste voor coronasteun. Vooralsnog geldt de NOW-bijdrage daarom als een voorschot.
Rechtvaardiging achteraf
Follow The Money kreeg recent via een anonieme tipgever inzage in de boekhouding van [bedrijf 1] , de merknaam van drie uitzendbureaus onder de besloten vennootschap [handelsnaam 2] van [eiser 2] . De uitzendgroep, waartoe ook het grote Haagse [bedrijf 8] behoort, levert vooral personeel aan tuinders in het Westland. Uit de boekhouding van [bedrijf 1] , en uit andere documenten in handen van Follow the Money, stijgt een beeld op van een bedrijf dat probeert via accountantsverklaringen zijn aanspraak op coronasteun achteraf te rechtvaardigen. Maar uiteindelijk verstrekt [bedrijf 1] geen duidelijkheid over de geldstromen in de coronacrisis.
(…)
Wie het dossier van [bedrijf 1] bestudeert, ziet dat in ieder geval de zussen [naam 10] en [naam 9] en hun moeder [naam 12] – alle drie in loondienst – de NOW-gelden lijken te gebruiken als portemonnee.
In de eerste twee aanvraagperioden stroomt er bijna 2,3 miljoen euro naar het uitzendbureau. Maar een groot deel daarvan wordt niet ingezet om werknemers aan het werk te houden, erkent [naam 10] op 8 februari 2021 in een e-mail aan [naam 11] , op dat moment de belastingadviseur van [bedrijf 1] . Ze spreekt in de mail over een bedrag van meer dan 1 miljoen euro dat nog niet is gebruikt. [naam 10] schrijft ook dat er in 2021 opnieuw aanspraak kan worden gemaakt op NOW-subsidie.
Prijzige spullen
Is die coronasteun benut voor het doorbetalen van de werknemers? Of ergens anders aan besteed? Het is niet na te gaan. [bedrijf 1] deponeert al ruim twee jaar geen jaarrekeningen en wil geen toelichting geven, ook niet na vele verzoeken van
Follow The Money.
Wel deed het gezin van eigenaar [eiser 2] forse uitgaven na de NOW-injecties in het bedrijf. In februari 2021 heeft de familie een huis in Turkije op het oog, ter waarde van 600 duizend euro. Een maand eerder, zo blijkt uit de administratie die Follow the Money kon inzien, tekenen de zussen [familienaam] en hun moeder een koopovereenkomst voor een bedrijfsruimte met appartement (ook ongeveer ter waarde van 6 ton) in Sint-Pieters-Leeuw, een buitenwijk van Brussel.
We vinden ook twee (niet ondertekende) voorstellen voor een persoonlijke lening van 1,5 ton aan de zussen [familienaam] . Beide zijn gedateerd op 19 maart 2021 – precies in de aanvraagperiode van de vierde NOW-ronde, waarin [bedrijf 1] bijna 1,3 miljoen euro krijgt toegekend. Na ontvangst hiervan schaft het uitzendbedrijf nog meer prijzige spullen aan. Zo koopt [eiser 2] in de zomer van dat jaar een showroom aan de Haagse [locatie 1] . Voor zo’n 8 ton, zonder hypotheek.
[bedrijf 1] vraagt weer steun aan wanneer in diezelfde zomer het vijfde NOW-pakket beschikbaar komt. Het ontvangt wederom 1,3 miljoen euro. Bij elkaar heeft [bedrijf 1] dan al voor zo’n 3 miljoen euro aan uitgaven gedaan, midden in de coronacrisis.
Follow The Money bericht hierover in juni 2021 en stelt dan vast dat [bedrijf 1] coronasteun aanvraagt, maar uit openbare cijfers wordt niet duidelijk hoeveel werknemers het bedrijf heeft en hoe groot het verlies aan omzet is.
(…)
Opvallend is dat [bedrijf 1] zich in juli 2021, kort na de publicatie van Follow the Money, tot een accountant wendt. Het UWV verlangt van bedrijven en bedrijfsgroepen die meer dan 100 duizend euro NOW-steun kregen een accountantsverklaring om de definitieve subsidie te bepalen. [bedrijf 1] is op dat moment een bedrijfsgroep van meerdere bv’s en zal over alle vennootschappen openheid moeten geven, anders moet het geld terug.
Voor goedkeuring van het eerste NOW-pakket zoekt [bedrijf 1] in juli 2021 contact met accountant [naam 13] van TIC Assurances in Zwolle. [naam 13] meldt zich op het Haagse kantoor aan de [locatie 2] en ontmoet daar dochter [naam 10] , vader [eiser 2] en medewerker [naam 14] .
Uit e-mailverkeer in handen van Follow The Money blijkt dat [naam 13] hen vertelt dat hij per vennootschap ongeveer tien dagen nodig heeft voor het opstellen van een jaarrekening, mits hij alle stukken op tijd aangeleverd krijgt. Maar daaraan geeft de familie geen gehoor. In september mailt [naam 13] om opheldering, in
oktober belt en mailt hij nog eens. Ondanks toezeggingen van [naam 10] om stukken te sturen, krijgt de accountant die niet binnen.
Pas op 3 november reageert [bedrijf 1] , dertien dagen voor de deadline voor het inleveren van de administratie van de eerste NOW-aanvraag. Dan stuurt het bedrijf stukken, maar die zijn niet voldoende om een adequaat beeld te schetsen, schrijft [naam 13] .
De accountant typeert de aangeleverde jaarverslagen als ‘een heel summier overzicht van de activiteiten’. Ook de btw-aangiftes, die de basis vormen voor de NOW-aanvragen, vindt hij onvoldoende. Hij schrijft: ‘Het is goed om te herhalen dat het er niet zozeer om gaat dat wij op zoek zijn naar stukken die wij nodig hebben, maar dat de vennootschap die de subsidie aanvraagt volledige openheid van zaken geeft over zaken die van belang kunnen zijn voor het beoordelen van de juistheid van de aanvraag.’
Nieuwe naam
[naam 13] stelt [bedrijf 1] een ultimatum. Op 5 november moeten de stukken binnen zijn, anders lukt het niet meer om voor 16 november een verklaring op te stellen. Maar aan die eis komt [bedrijf 1] niet tegemoet. Accountant [naam 13] : ‘Ik zag een groot aantal vennootschappen en constateerde ondoorzichtigheid. Toen er niet meer werd gereageerd, paste het na een tijd niet meer in de planning.’ Daarna verbreekt [bedrijf 1] het contact met TIC Assurance.
Op 16 november 2021 verandert [bedrijf 1] zijn naam in [bedrijf 2] en onder die titel vraagt het uitzendbedrijf voor de zesde keer NOW aan, deze keer 511.000 euro. Uit de documenten blijkt dat [naam 10] in diezelfde periode, in het najaar van 2021, probeert geld los te krijgen voor haar moeder [naam 12] . Ze vraagt belastingadviseur [naam 11] van Contour Accountants in Venlo een leenovereenkomst op te stellen voor 600 duizend euro. Daarvan kan haar moeder een woning kopen. [naam 11] weigert: ‘Komt de onderneming niet in gevaar als dit
bedrag wordt uitgeleend aan iemand die dit nooit kan terugbetalen?’ Dochter [naam 10] dringt aan en impliceert dat er wel degelijk een dekking is: ‘op [handelsnaam 2] [is] in 2020 meer dan 1 miljoen aan NOW binnengekomen, waarvan nog niet is gebruik
gemaakt.’
De belastingadviseur wijst erop dat NOW-gelden niet privé gebruikt mogen worden. Maar die waarschuwing heeft geen effect. Dochter [naam 10] blijft proberen. Ze zegt dat ze met haar vader heeft afgesproken dat de 6 ton voor haar moeder als een persoonlijke lening kan worden beschouwd. Ze stelt voor om het bedrag dan te splitsen – drie ton rechtstreeks voor moeder en drie ton als onderpand voor de hypotheek. Ook dat voorstel vindt [naam 11] onbespreekbaar.
[naam 11] heeft de leenovereenkomst uiteindelijk niet opgesteld, laat hij Follow the Money weten. ‘Net als iedereen ben ik erop tegen dat er verkeerde gelden naar de verkeerde bronnen gaan. Ik hou me aan de regels.’
De observaties van de accountants [naam 13] en [naam 11] doen vermoeden dat [bedrijf 1] oneigenlijk gebruikmaakte van de NOW-subsidies. Het laat zich moeilijk controleren want [handelsnaam 2] en [bedrijf 2] BV deponeerden sinds 2020 geen officiële jaarcijfers en hebben ook geen adequate accountsverklaring overlegd. Nergens kan uit worden afgeleid dat het geld is terechtgekomen bij werknemers die door corona werkloos zijn geworden.
Afnemers van [bedrijf 1] vertellen dat de coronacrisis nauwelijks effect had op hun branche. Het uitzendbureau heeft volgens hen slechts op kleine schaal te maken gehad met baanverlies. Zo zegt [naam 15] van Zwingrow Fresh4u, een bedrijf gespecialiseerd in het telen en verpakken van oranje paprika's, dat hij is ‘blijven
doorwerken in coronatijd’ met ‘twee à drie werknemers’ van het [bedrijf 8] , een onderneming van [eiser 2] .
Extra handjes
Hetzelfde verhaal is te horen bij Wega Inpakservice in Bleiswijk, een logistiek dienstverlener in de sierteelt. ‘Onze business is vrij simpel: wij pakken planten in voor derden. Die leveren hun planten aan en aan het einde van de dag staan er een heleboel dozen met een strik erom. Op gezette tijden hebben we veel handjes nodig, vooral rond de kerst. Voor drukke periodes benaderen we [bedrijf 1] . Tijdens corona is er wel iets minder gebruik van gemaakt, maar hoeveel weet ik niet precies,’ zegt [naam 16] , kwaliteitsbewaker bij Wega. Volgens de boekhouding van [bedrijf 1] kocht Wega ten opzichte van 2019 drie keer minder in, maar dat bestrijdt [naam 16] . ‘Dat lijkt me sterk.’
Bij de komkommerkwekerij Bolleboom in Bleiswijk werd in de coronacrisis ook ‘gewoon door geproduceerd’. Een medewerker die niet met naam genoemd wil worden: ‘De komkommerproductie bleef prima, het coronajaar was niet slecht, iedereen ging gezond eten. We hebben er geen last van gehad. We hebben bij [bedrijf 1] hetzelfde aantal mensen ingehuurd.’ Zo’n zestig in totaal: in 2020 voor een bedrag van 6 ton, aldus de medewerker, die erop wijst dat de facturering soms
ondoorzichtig was, waardoor moeilijk is na te gaan voor hoeveel er precies werd ingekocht.
Die klacht hebben ook andere klanten van [bedrijf 1] . In een eerder artikel over de NOW-regeling toonde Follow The Money al aan dat het bedrijf met bv’s schoof waardoor het voor afnemers moeilijk was hun facturen te controleren.
Een orchideeënkweker in Ter Aar maakte in 2020 om die reden een einde aan de samenwerking. Hij had bovendien ontdekt dat de administratie van [bedrijf 1] niet voldeed aan de normen voor de personeels- en loonadministratie van uitzendbureaus. De kweker had geen zin om door de Belastingdienst aangesproken te worden op mogelijke malversaties.
De reputatie van de bedrijvengroep van [eiser 2] is al langer niet al te best. Het avontuur begint ruim twintig jaar geleden, op 20 september 2001. Samen met zijn toenmalige compagnon [naam 17] verschijnt [eiser 2] dan bij notaris [naam 18] in Rijnsburg voor de oprichting van de Stichting
[bedrijf 9] . De zakenpartners kennen de inhoud van de oprichtingsstatuten al, dus de notaris leest alleen de belangrijkste passages voor.
In de statuten staat wat de Stichting [bedrijf 9] voor ogen heeft: uitzend- en arbeidsbemiddeling. De uitzendbranche heeft rond de eeuwwisseling niet bepaald een goede naam, zeker niet in Den Haag en al helemaal niet wanneer het personeel levert aan de kas- en tuinbouw.
Schotenwisseling
Malafide uitzendbureaus ronselen goedkoop personeel voor tuinders in het Westland. Om de personeelskosten laag te houden, krijgen de uitzendkrachten vaak (deels) zwart uitbetaald. Om dit te bestrijden wordt het Westland Interventieteam in leven geroepen, een gezamenlijk initiatief van het Openbaar
Ministerie, de Arbeidsinspectie, de Vreemdelingendienst, de Belastingdienst en het GAK.
In 2001 controleert het interventieteam 674 ondernemingen, waar 61 procent van het personeel zich niet wil identificeren. Het OM schat dat de uitzendbureaus voor vele tientallen miljoenen euro frauderen en brengt meerdere strafzaken voor de Haagse rechtbank.
Ook het pad van de familie [familienaam] kruiste al eens met dat van onderzoeks- en recherchediensten. In 2004 werd een familielid verdacht van medewerking aan een miljoenenfraude met sociale-zekerheidspremies. Toen de politie op zoek naar bewijsstukken bij hem thuis een inval deed, kwam de man bij een
schotenwisseling om het leven. De politie verrichtte verschillende arrestaties en er volgden veroordelingen. [eiser 2] belandde in de cel voor betrokkenheid bij de premiefraude. Het bedrijf wordt sindsdien formeel gerund door een jongere
generatie [familienaam] , waarbij pater familias [eiser 2] (56) op de achtergrond meekijkt. Maar hij doet nog steeds zelf de onderhandelingen, vertelde [naam 7] , eigenaar van kwekerij Esmeralda in Rijnsburg en klant van [bedrijf 1] , eerder
aan Follow The Money. [naam 7] verbaasde zich er toen over dat er miljoenen aan NOW-gelden naar [bedrijf 1] zijn gevloeid. ‘Dat lijkt mij een beetje veel.’ [naam 7] memoreerde dat hij in de coronacrisis met [eiser 2] stevige debatten voerde over de facturen voor ingehuurd personeel, en dat zijn kwekerij geen werknemers naar huis hoefde te sturen.
Vervalste handtekening
In april 2020 treft de familie [familienaam] opnieuw justitie op haar pad. Een kantonrechter in Den Haag stelt dan vast dat [bedrijf 1] een contract heeft opgesteld met een vervalste handtekening van een ex-medewerker die bezwaar had gemaakt tegen zijn ontslag. Hoewel [bedrijf 1] beweert dat er sprake is van een hetze doen
sommige ex-werknemers in het openbaar hun beklag. Een van hen omschreef het bedrijf in 2020 in een online-recensie als volgt: ‘Wat een malafide organisatie. Oplichters zijn het! In mijn korte periode daar heb ik meerdere uitzendkrachten letterlijk in opstand zien komen omdat betalingen niet uitgevoerd werden. Hier ben ik nu zelf ook de dupe van geworden. Daarom wil ik iedereen waarschuwen, en adviseren: ga niet met dit uitzendbureau in zee.’
Intussen klagen klanten tegenover Follow the Money ook nu nog over onduidelijke facturen en schuift [eiser 2] nog steeds met bv’s als een croupier in het casino: naamswijzigingen en bestuurswisselingen volgen elkaar in hoog tempo op. Tussen
2009 en 2020 verandert de Stichting [bedrijf 9] vier keer van naam en telt ze net zoveel verschillende bestuurders.
Ook de belangrijkste vennootschap – [bedrijf 2] , voorheen [handelsnaam 2] – verandert sinds 2015 vijf keer van naam. In 2022 bestuurt [eiser 2] (meestal als eigenaar) liefst vijftien verschillende organisaties. Follow The Money stuurde [bedrijf 1] een lijst met 36 vragen maar het bedrijf wil niet in detail reageren. Raadsman [voornaam] van der Eijk laat in een e-mail weten dat er met het UWV overleg is over de NOW-uitgaven. ‘ [bedrijf 3] en de aanverwante
ondernemingen hebben wel degelijk te lijden gehad onder de coronacrisis,’ stelt hij, maar levert geen bewijzen aan. ‘Het is uiteindelijk aan het UWV en eventueel aan de rechter om te bepalen in welke mate en tot welk bedrag compensatie op zijn
plaats is,’ schrijft Van der Eijk.
Inval bij dochterbedrijf
Een recente politie-inval houdt volgens Van der Eijk geen verband met de NOW. Die inval vond plaats bij een garagebedrijf in Den Haag, een dochteronderneming van [bedrijf 1] . 'De politie heeft de in het pand werkzame personen gecontroleerd en vervolgens heeft de politie na tien minuten goedkeuring verleend, waarna het pand weer werd verlaten. Bij dit bezoek van de politie is er niets in beslag genomen.’
Ook de aanschaf van de Mercedessen behoeft nuance, stelt de raadsman. ‘Er is sprake van een leaseconstructie waarbij er weliswaar aanbetalingen zijn gedaan, maar de auto's behoren niet tot de eigendommen van de familie [familienaam] . Ten onrechte wordt op deze wijze een verband gelegd tussen de aan de bedrijven van
cliënten toegekende NOW-bedragen en uitgaven die gedaan zijn binnen het privédomein.’ Uiteindelijk is er ook een accountant gevonden voor goedkeuring
van de NOW-toekenningen, zegt Van der Eijk. ‘Maar cliënt wil de naam daarvan niet openbaren.’
2.14.
Bij brieven van 1 augustus 2022 heeft ABN AMRO de bancaire relatie met de verschillende vennootschappen behorende bij [bedrijf 1] beëindigd omdat [bedrijf 1] onvoldoende informatie heeft verschaft, hetgeen voor de bank niet in te schatten risico’s meebrengt.
2.15.
Op 21 oktober 2022 heeft [eiser 2] aangifte gedaan tegen [naam 6] , die in het eerste artikel van FTM wordt genoemd, van smaad en laster, omdat [naam 6] documenten uit de boekhouding zou hebben weggenomen, e-mails zou hebben gefingeerd en interne e-mails heeft aangewend om [bedrijf 1] in diskrediet te brengen bij FTM.
2.16.
Het UWV heeft de eerste twee uitgekeerde NOW-tegemoetkomingen terug gevorderd. [bedrijf 1] heeft daartegen een bezwaarprocedure aanhangig gemaakt, waarin nog geen uitspraak is gedaan. Bij brieven van 5 april 2023 heeft het UWV [handelsnaam 2] B.V. en [bedrijf 2] B.V. herinneringen gestuurd voor het terugbetalen van NOW voor de eerste- en tweede aanvraagperiode. Het gaat om bedragen van bijna € 800.000,- en rond de € 1,4 miljoen.
2.17.
Bij brief van 24 april 2023 van ING Bank aan [eiser 2] en verschillende [bedrijf 1] -vennootschappen, geadresseerd aan de [adres] te Den Haag, heeft ING de bankrelatie met de verschillende vennootschappen beëindigd, omdat in het onderzoek onregelmatigheden zijn geconstateerd en [bedrijf 1] niet heeft gereageerd op informatieverzoeken.
2.18.
Op 16 mei 2023 heeft FTM nog een artikel gepubliceerd met de titel “Miljoenenclaims tegen Haags uitzendconcern dat 8,8 miljoen coronasteun kreeg”. In het artikel staat onder meer het volgende.
“(…)
Het net sluit zich rond het Haagse uitzendbureau [bedrijf 1] . De in opspraak geraakte uitzender ontving onterecht miljoenen aan NOW-steun volgens het UWV, dat 2,2 miljoen euro terug eist. Bovendien hangt het bedrijf een miljoenenclaim boven het hoofd vanwege het niet naleven van de CAO. De zaak dient over drie weken.
De ramen van [bedrijf 3] aan de [locatie 1] in Den Haag zijn dichtgeplakt met ondoorzichtige folie. Het is onzorgvuldig gedaan, misschien met haast. Door de kieren heen kan iedere voorbijganger zien wat zich binnen afspeelt. De tl-lichten branden, maar van bureau’s, werknemers of enig ander teken van leven is niets te bekennen. Alleen een schoonmaakkarretje in het midden van de ruimte verraadt dat er nog mensen komen. Er doet niemand open. Het pand is in juli 2021 voor 8 ton hypotheekvrij gekocht door het vastgoedbedrijf van [eiser 2] , een van de bestuurders van [bedrijf 1] . Het Haagse uitzendconcern, bestaande uit een handjevol bv’s met vooral klanten in de glas- en tuinbouw, had
miljoenen euro’s gestort gekregen van het UWV. Het maakte gretig gebruik van de NOW-regeling, een loonsubsidie om personeel te kunnen doorbetalen tijdens de coronalockdowns. In totaal kreeg [bedrijf 1] 8,8 miljoen euro aan voorschotten
uitgekeerd.
Ter vergelijking: voetbalclub Feyenoord kreeg een voorschot van 7,8 miljoen euro, lingeriewinkelketen Hünkemoller 7,5 miljoen euro, en Werk & Ik, een branchegenoot van [bedrijf 1] actief op en rond luchthavens, ontving 8,5 miljoen euro. Naast de aankoop van een bedrijfspand besteedde [bedrijf 1] het geld aan nieuwe auto’s en persoonlijke leningen, schreef Follow the Money eerder. Het waren de dagen voor de val van [bedrijf 1] definitief inzette. Inmiddels zijn de zorgen voor de bestuurders van [bedrijf 1] groot. Drie instanties; het SNCU, het UWV en ING, zitten achter het uitzendbureau aan, blijkt uit stukken in bezit van Follow The Money. De rechtszaak stond op de rol voor 11 mei, maar [bedrijf 1]
kreeg uitstel tot 8 juni.
De zaak draait om het niet – of onjuist – betalen van salarissen van uitzendkrachten. De Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten (SNCU) eist 1,1 miljoen euro van [bedrijf 1] wegens schending van de CAO. Op 13 april 2021 viel bij het uitzendbureau een brief op de mat: [bedrijf 1] was geselecteerd voor een
routinecontrole van SNCU. [bedrijf 1] kreeg drie weken de tijd om stukken – loonstrookjes, betaalbewijzen en arbeidscontracten – te overhandigen, maar
deed dat pas 240 dagen na het verstrijken van de deadline. Uit de documentatie blijkt dat de firma geen reiskostenvergoedingen betaalde, dat de jaarrekening niet
compleet was, dat er te weinig vakantiedagen waren gereserveerd en dat werknemers niet altijd kregen doorbetaald op feestdagen. De administratie over 2019 was ‘niet meer beschikbaar’. In drie jaar tijd betaalde het bedrijf 393.701 euro te weinig salaris uit aan zijn uitzendkrachten.
Bij een eerdere controle van SNCU in 2020 bleek dat er al een betalingsachterstand van bijna zes ton bestond, toen nog bij een andere vennootschap van het uitzendbedrijf. Alles bij elkaar claimt SNCU zo’n 1,1 miljoen euro, en stelt de stichting de drie bestuurders hoofdelijk aansprakelijk.
Volgens SNCU traineerde het trio onderzoeken door handelsnamen te wijzigen, bedrijfsactiviteiten in verschillende vennootschappen te stoppen en aan de lopende band bestuurders te wisselen. Eén vennootschap waar nog een onderzoek naar liep werd zelfs opgedoekt. Zeker is dat er tijdens het SNCU-onderzoek in 2021 nog
voldoende baten waren bij [bedrijf 1] . Het bedrijf ontving vanaf begin 2020 meermaals een NOW-voorschot van het UWV. Tegen oktober 2021 had [bedrijf 1] in totaal ruim 6,6 miljoen euro aan NOW ontvangen.
Bankproblemen
ING stelde recent vast dat er 2 miljoen euro is overgemaakt naar een vennootschap in Turkije dat, aldus de bank, geen onderdeel uitmaakt van de firma. Reden voor de bank om de rekening op te zeggen. Uit correspondentie in bezit van FTM blijkt dat ING acht keer vroeg om opheldering over jaarverslagen en inkomstenstromen, en kwam daarop geen reactie. Vooral de geldstroom van 2 miljoen euro naar een Turkse firma wekte de argwaan van de bank. ‘Het blijft onduidelijk wat het bestedingsdoel van de rekening courant is, welke [sic] worden gestort op de rekening van International Work in Turkije’, schrijft ING.
Als gevolg van ‘negatieve publiciteit’ en onvoldoende transparantie heeft de bank op 24 april aangekondigd de relatie met de Haagse uitzender te willen beëindigen. De rekeningen worden per 24 juli 2023 opgeheven.
Deurwaarders
Inmiddels is ook bekend dat [bedrijf 1] de eerste twee rondes NOW volledig moet terugbetalen, zo’n 2,2 miljoen euro. Het uitzendconcern geeft geen inzicht in de geldstromen en komt niet door met jaaropgaven, aldus het UWV. Vanaf oktober 2022 eist de instantie die verantwoordelijk is voor het verstrekken van de gelden opheldering over de uitgaven. Inmiddels is het geduld van het UWV op. Ze eisen het geld onmiddellijk terug. ‘Wij hebben u verschillende keren gevraagd om de
tegemoetkoming NOW aan ons terug te betalen’, staat er in een beschikking van het UWV aan [bedrijf 1] van 5 april. Het UWV heeft aanmaningen gestuurd om de eerste en tweede tranche van NOW terug te vorderen, samen 2,2 miljoen euro. Mocht er geen reactie komen, dan zullen deurwaarders worden ingeschakeld,
waarschuwt het UWV. [bedrijf 1] hield zich lang stil. Follow The Money bracht in juni 2021 al eens bezoek aan het hoofdkantoor aan de Haagse [adres] , maar werd toen niet te woord gestaan. Nu het net zich sluit worden de bestuurders gedwongen om opheldering te geven in de rechtszaal. De lijn van verdediging was steeds dat de familie ten prooi was gevallen aan een ‘rancuneuze’ ex-werknemer die een ‘heksenjacht’ wilde openen. Althans zo staat te lezen in correspondentie van ING. Aan die verdedigingslijn twijfelt de bank. ING wilde graag bewijzen zien, maar die werden niet geleverd. De familie [familienaam] dreigde met een kort geding,
omdat de ex-werknemer (hij wil anoniem blijven) een geheimhoudingsverklaring zou hebben geschonden. Maar die zaak is ingetrokken, bevestigt zijn advocaat aan Follow the Money. Tegen de ex-werknemer loopt nog wel een bodemprocedure.
(…)
UPDATE: Reactie [bedrijf 1]
spreekt de berichtgeving van Follow the Money op sommige punten tegen. Zo zou bij het UWV inmiddels een bezwaarprocedure zijn gestart. De problemen met ING kwamen volgens het uitzendconcern voort uit het niet tijdig aanpassen van hun postadres, maar door het aanleveren van stukken zou nu ook de opzegging van de bankrelatie zijn opgeschort.
ING Bank en UWV zeggen niet in te gaan op individuele gevallen. Het conflict met de SNCU ziet het bedrijf met vertrouwen tegemoet. Een externe onderzoekspartij zou in opdracht van SNCU geen rekening hebben gehouden met het jaarurenmodel, waarmee gewerkte uren in drukke en minder drukke periodes tegen elkaar worden afgestreept.
(…)”
2.19.
In een e-mail van 22 mei 2023 heeft de advocaat van [bedrijf 1] aan FTM geschreven dat zijn cliënten niet in de gelegenheid zijn gesteld hun visie te geven, en heeft hij op een aantal inhoudelijke punten commentaar gegeven op het artikel. FTM heeft daarop gereageerd en heeft een opmerking van de boekhouder van [bedrijf 1] aan het artikel toegevoegd, en [bedrijf 1] in de gelegenheid gesteld een bevestiging te sturen van het opheffen van de blokkade van de bankrekening door ING, zodat zij ook daarover een update aan het artikel zou kunnen toevoegen. [bedrijf 1] heeft die bevestiging niet meer gestuurd.
2.20.
In een vonnis van 20 december 2023 heeft de rechtbank Den Haag – onder der meer – [eiser 2] en [naam 10] als voormalig bestuurders van [statutaire naam 2] hoofdelijk veroordeeld tot een nabetaling van ruim € 550.000,- aan betrokken uitzendkrachten. Ook [bedrijf 2] B.V. is veroordeeld tot het doen van een nabetaling van bijna € 400.000,-.

3.Het geschil

3.1.
[bedrijf 1] vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
FTM te verbieden zich nog langer smadelijk, lasterlijk en/of tendentieus uit te laten over [bedrijf 1] en de aan haar gelieerde vennootschappen, op straffe van een dwangsom;
FTM primair te gebieden om de drie artikelen binnen 24 uur na dit vonnis van haar website te verwijderen, op straffe van een dwangsom;
FTM subsidiair te gebieden om de artikelen van 18 mei 2022 en 16 mei 2023 binnen 24 uur na dit vonnis te verwijderen, op straffe van een dwangsom;
FTM meer subsidiair te gebieden om het artikel van 16 mei 2023 binnen 24 uur na dit vonnis te verwijderen, op straffe van een dwangsom;
FTM meest subsidiair te gebieden om de drie artikelen te rectificeren op de wijze zoals beschreven in de door [bedrijf 1] overgelegde productie 16, dan wel op een door de voorzieningenrechter te bepalen wijze, op straffe van een dwangsom;
FTM te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding van € 25.000,-;
FTM te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
FTM voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[bedrijf 1] heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen. De artikelen van FTM dateren weliswaar van 2021, 2022 en 2023, maar staan nog steeds online en voldoende aannemelijk is dat [bedrijf 1] daar hinder van ondervindt. Dat [bedrijf 1] niet eerder een kort geding is gestart, maakt niet dat zij thans geen belang meer heeft. [bedrijf 1] heeft toegelicht dat zij eerst heeft afgewacht, in de hoop dat de storm vanzelf zou gaan liggen, en in de hoop op een – voor hen gunstige –
beslissing op bezwaar van het UWV, waarmee zij zelf aan
damage controlzou kunnen doen. Die beslissing is er nog niet. Gelet daarop is een spoedeisend belang aanwezig.
4.2.
FTM heeft aangevoerd dat [eiser 1] B.V. geen belang heeft bij haar vordering, nu dat niet de entiteit is die in de artikelen wordt genoemd en ook niet de entiteit die de NOW-subsidie heeft aangevraagd. Aan dit verweer wordt voorbij gegaan, nu de groep [bedrijf 1] , waarover FTM schrijft, uit veel verschillende entiteiten bestaat, met nog meer handelsnamen. Inmiddels vinden de activiteiten voornamelijk plaats in werkmaatschappij [eiser 1] B.V., zodat deze entiteit hinder ondervindt van de artikelen en een belang heeft bij haar vordering.
4.3.
Toewijzing van de vorderingen zou betekenen dat het grondrecht van FTM op vrijheid van meningsuiting, zoals bepaald in artikel 10 lid 1 van het EVRM, wordt beperkt. Zoals lid 2 van artikel 10 EVRM bepaalt brengt de vrijheid van meningsuiting bepaalde plichten en verantwoordelijkheden mee, en kan deze worden beperkt als dat bij wet is voorzien, bijvoorbeeld om de goede naam en de rechten van anderen te beschermen. Zo’n beperking die bij wet is voorzien doet zich voor als een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.
4.4.
Voor het antwoord op de vraag of de publicatie onrechtmatig is, moeten de wederzijdse belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van [bedrijf 1] is dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen. Het belang van FTM is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over kwesties die de samenleving raken. Bij deze belangenafweging komen alle omstandigheden van het geval aan bod.
4.5.
Een van de omstandigheden die een rol spelen is of de publicatie een bijdrage levert aan een publiek debat van maatschappelijk belang. Bij de vraag naar de rechtmatigheid van toegekende overheidssubsidie is dat uiteraard het geval. Het gaat om miljarden aan publieke middelen, die ruimhartig en snel aan werkgevers zijn toegekend en uitbetaald om Nederland door de coronacrisis te loodsen. Indien van die regeling misbruik is gemaakt heeft de maatschappij er belang bij om daarover bericht te worden.
4.6.
Verder speelt een rol de mate waarin de uitlatingen die in de publicatie worden gedaan steun vinden in de feiten.
FTM heeft uitvoerig onderzoek gedaan en heeft tal van bronnen geraadpleegd. Zij heeft een openbaar register van het UWV geraadpleegd, waarin staat welke voorschotbetalingen zijn uitgekeerd aan [bedrijf 2] en welke subsidiebedragen na controle uiteindelijk zijn toegekend. Ook heeft zij andere gegevens achterhaald uit openbare bronnen, zoals KvK-uittreksels, het Kadaster en socialemediapagina’s van [naam 10] en [naam 9] . Ook het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 december 2023 is openbaar. Verder heeft FTM gesproken met een voormalig administratief medewerker, accountants, banken, klanten, en beschikt zij over tal van stukken, zoals de bij de feiten geciteerde e-mailcorrespondentie tussen [naam 10] en de accountant en de brieven van ING en ABN AMRO. Uit die bronnen en stukken blijkt dat er meer dan voldoende aanwijzingen zijn om vraagtekens te zetten bij de NOW-aanvragen door [bedrijf 1] , zoals FTM ook heeft gedaan. Zij heeft vermeld welke bedragen aan NOW zijn ontvangen, dat het UWV de eerste twee voorschotbedragen heeft teruggevorderd, dat er klanten van [bedrijf 1] zijn die verklaren dat hun bedrijf in de coronaperiode niet minder uitzendkrachten heeft ingehuurd dan daarvoor, dat er leningen zijn gegeven aan familieleden en dat er een pand is gekocht zonder hypotheek. Al deze beweringen zijn gestaafd met stukken of bronnen. [bedrijf 1] heeft de leningen betwist en gesteld dat de overeenkomsten concepten zijn. Zij kan echter niet verklaren waarom € 365.000,- aan [naam 12] is betaald, zoals blijkt uit de brief van ABN AMRO. Verder heeft [bedrijf 1] ook in deze procedure geen bevestiging overgelegd van ING dat de opzegging van de bankrelatie op een misverstand berust omdat de informatieverzoeken naar het verkeerde adres zijn gestuurd. De brieven van ING die door FTM in het geding zijn gebracht zijn overigens verstuurd aan het adres dat bij de KvK is geregistreerd ( [adres] te Den Haag). Al met al kan niet worden gezegd dat de uitlatingen in de artikelen onvoldoende gestaafd worden door de feiten.
4.7.
Voor zover door [bedrijf 1] bepaalde uitingen zijn betwist, heeft FTM dat in haar artikel vermeld (direct bij de eerste publicatie, of door middel van een update). Zo betwist [bedrijf 1] dat NOW-subsidies zijn gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor zij bestemd waren, en is de terugvordering volgens haar een gevolg van een andere manier van omzet berekenen (het UWV kijkt naar de omzet in het jaar 2019, maar [bedrijf 1] had toen net haar entiteiten gesplitst en nieuwe entiteiten opgericht die dus in 2019 nog geen omzet hadden). [bedrijf 1] heeft dan ook alle vertrouwen in de bezwaarprocedure. De Mercedessen van [naam 10] en [naam 9] zijn volgens [bedrijf 1] geen eigendom van een van de vennootschappen maar er is sprake van een leaseconstructie. De opzegging door ING Bank berust op een vergissing, nu ING de informatieverzoeken naar een verkeerd adres had gestuurd. Met één telefoontje was dat opgelost en de bankrelatie is hersteld. Aldus steeds [bedrijf 1] .
4.8.
FTM heeft het standpunt van [bedrijf 1] op de verschillende punten in haar artikelen vermeld, voor zover zij daarvan op de hoogte was. FTM heeft gesteld voorafgaand aan alle publicaties meerdere malen geprobeerd te hebben contact op te nemen met [bedrijf 1] , om haar in de gelegenheid te stellen tot wederhoor. [bedrijf 1] heeft alleen voorafgaand aan het tweede artikel via haar advocaat een reactie gegeven aan FTM. Die reactie (zie 2.11 en 2.12) heeft FTM in haar artikel verwerkt. Hoewel FTM geen stukken heeft overgelegd van de contactpogingen die zij voor het eerste en het derde artikel heeft gedaan, is gelet op de zorgvuldige wijze waarop zij [bedrijf 1] in 2022 in de gelegenheid heeft gesteld tot wederhoor (zij heeft zelfs voorafgaand aan de publicatie het gehele concept-artikel aan [bedrijf 1] doen toekomen) en de wijze waarop zij de reacties uit 2022 en 2023 (naderhand) in haar artikel heeft verwerkt, niet aannemelijk dat zij [bedrijf 1] voor het eerste en het derde artikel geen kans heeft geboden voor wederhoor.
4.9.
[bedrijf 1] heeft gesteld dat informatie van FTM onrechtmatig verkregen is, doordat [naam 6] (voormalig administratief medewerker) vertrouwelijke interne gegevens achterover heeft gedrukt. Het gaat dan kennelijk om de e-mail-correspondentie tussen [naam 10] enerzijds en accountants [naam 11] en [naam 13] anderzijds. Van belang hierbij is dat niet is gesteld of gebleken dat FTM zelf op onrechtmatige wijze informatie heeft vergaard. Ook van belang is dat [bedrijf 1] weliswaar aangifte van diefstal (van geld en documenten) heeft gedaan tegen [naam 6] , maar pas nadat het eerste artikel in FTM was gepubliceerd. Daarbij komt dat FTM niet zomaar is afgegaan op informatie van een mogelijk rancuneuze ex-werknemer, maar dat zij alle informatie heeft geverifieerd bij betrokkenen. Zo heeft FTM contact gehad met zowel [naam 11] als [naam 13] (de accountants waarvan FTM correspondentie heeft ingezien) die het verhaal dat uit de e-mails blijkt bevestigen. Mede gelet op de inhoud van de e-mails ( [naam 10] wil namens [bedrijf 1] een lening van € 600.000,- verstrekken aan haar moeder voor de aankoop van vastgoed, en vertelt haar accountant dat een miljoen aan NOW-subsidies nog ongebruikt op de rekening staat om kosten te dekken en heeft aan de andere accountant onvoldoende openheid van zaken gegeven om een accountantscontrole te kunnen uitvoeren) wordt de omstandigheid dat informatie mogelijk door derden onrechtmatig is verkregen in dit geval niet doorslaggevend geacht.
4.10.
De publicatie van FTM is niet onnodig grievend en er wordt geen onnodige inbreuk gemaakt op de privacy van de familie [familienaam] . Dat de namen van de dochters worden genoemd en het feit dat een familielid in het verleden is verdacht van fraude en [eiser 2] daarvoor in de cel heeft gezeten, is relevant voor het punt dat FTM wil maken, namelijk dat de hele familie betrokken is bij [bedrijf 1] en dat er veelvuldig met namen van vennootschappen en bestuurders wordt geschoven. De dochters zijn weliswaar geen bestuurders, maar hebben kennelijk wel een positie waarin zij over leningen van honderdduizenden euro’s (aan zichzelf en familieleden) kunnen beslissen (zie 2.6). Overigens is de informatie over de kleding van de dochters, die bij een Mercedes poseren, afkomstig van foto’s die zij zelf op sociale media hebben geplaatst. De toon van de artikelen is bovendien niet onnodig grievend. FTM geeft in vrij neutrale bewoordingen haar onderzoeksbevindingen weer, zonder daar onnodig negatieve kwalificaties aan te verbinden.
4.11.
De conclusie is dat de belangenafweging in dit geval in het voordeel van FTM uitvalt en dat de publicatie niet onrechtmatig is. Voor beperking van de uitingsvrijheid van FTM is daarom geen grond. De vorderingen van [bedrijf 1] zullen dan ook worden afgewezen.
4.12.
[bedrijf 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van FTM worden begroot op:
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten
178,00, plus de eventuele kosten van betekening
Totaal € 1.973,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [bedrijf 1] in de proceskosten, aan de zijde van FTM tot op heden begroot op € 1.973,00, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van betekening indien dit vonnis moet worden betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.type: LO