Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht(Kantongerecht) Duisburg, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 23 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Duisburg, Duitsland, op 25 april 2024. De zaak werd behandeld in het kader van de Overleveringswet (OLW). De officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, had op 21 mei 2024 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van het EAB. Tijdens de zitting op 9 juli 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.T.M. Eijsbouts, en raadsman, mr. T. Nieuwburg. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd en de behandeling van de zaak op 23 juli 2024 heropend en gesloten.
Tijdens de zitting op 23 juli 2024 werd duidelijk dat de uitvaardigende justitiële autoriteit op 9 juli 2024 per e-mail had meegedeeld dat het EAB was ingetrokken. De officier van justitie heeft daarop gevorderd dat zij niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en verklaard dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is, omdat het EAB inmiddels was ingetrokken. Tevens werd vastgesteld dat het geschorste bevel tot overleveringsdetentie was beëindigd. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Mourik, voorzitter, en mrs. E. Bicer en C.M. Delstra, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Harland. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.