Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van Dutch E-Mobility Group B.V. (DEMG) betreffende de homologatie van een akkoord op basis van artikel 383 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). DEMG, een besloten vennootschap statutair gevestigd te Amsterdam, heeft een verzoek ingediend voor homologatie van een akkoord dat is aangeboden aan haar schuldeisers. Dit verzoek volgde op een periode van financiële problemen, veroorzaakt door een combinatie van gedaald consumentenvertrouwen, prijsdruk en een hoge schuldenlast. De rechtbank heeft vastgesteld dat DEMG in een toestand van dreigende insolventie verkeert en dat een succesvolle herstructurering noodzakelijk is om faillissement te voorkomen.
De rechtbank heeft de procedure en de relevante processtukken in overweging genomen, waaronder de startverklaring, het stemverslag en het verzoekschrift van DEMG. Tijdens de zitting op 5 juli 2024 zijn verschillende belanghebbenden gehoord, waaronder de advocaten van DEMG en vertegenwoordigers van de schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat alle klassen van schuldeisers voor het akkoord hebben gestemd, met uitzondering van enkele minderheidsaandeelhouders die te laat hebben gestemd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de stem van deze minderheidsaandeelhouders niet meegeteld kan worden, waardoor er geen tegenstemmende klasse is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het akkoord voldoet aan de wettelijke vereisten en dat er geen afwijzingsgronden zijn. De rechtbank heeft het verzoek tot homologatie van het akkoord goedgekeurd, waarmee de weg is vrijgemaakt voor de uitvoering van de herstructurering van DEMG. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters A.E. de Vos, C.A.M. de Bruijn en C.G.E. Prenger, met de griffier F.T.M. Bruning aanwezig.