Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Spanje op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd op 12 april 2023 door de Spaanse autoriteiten, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 2000, die gedetineerd was in Nederland. De behandeling van het EAB vond plaats op 4 juli 2024, waarbij de officier van justitie, mr. S.J. Wirken, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. M.A.M. Karsten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Marokkaanse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 36 maanden en vier dagen, die nog volledig moet worden uitgezeten. De rechtbank heeft de vereisten voor dubbele strafbaarheid beoordeeld en vastgesteld dat aan deze eisen is voldaan. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen.
De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, conform de artikelen 285a en 300 van het Wetboek van Strafrecht en de Overleveringswet. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, zoals bepaald in artikel 29 van de Overleveringswet.