Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de stichting Stichting Stadgenoot
Bract Financial Care B.V., in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
[naam 2] verschenen met mr. R.G. Matti namens de gemachtigde. Mr. Ang is verschenen als gemachtigde van [gedaagde] . Na telefonisch overleg heeft hij verklaard dat hij tevens gemachtigd is op te treden namens de (op 28 mei 2024 benoemde) bewindvoerder. Daarmee is in de aanhef van dit vonnis rekening gehouden. Als materieel betrokken partij is [gedaagde] (verder te noemen: [gedaagde] ) verschenen. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De gemachtigde van de bewindvoerder en [gedaagde] heeft spreekaantekeningen overgelegd. Na verder debat is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Tijdens een afgelegd huisbezoek op maandag 20 februari 2023 heeft [naam 3] het volgende verklaard (…):• Ik ben alleen met mijn dochter in de woning• Als mijn ex-schoonzus er is dan slaap ik op de bank, anders slaap ik in de eerste slaapkamer en mijn dochter in de tweede slaapkamer• mijn ex-schoonzus is er niet vaak• Zij is nu in haar eigen woning in de [adres 2](…)Op maandag 27 februari 2023 is in de Urdu taal een verklaring op kantoor afgenomen. Klant heeft het volgende verklaard (…):• Mw. [gedaagde] verblijft grotendeels bij haar ouders• Zij is in het weekend af en toe in de woning op het uitkeringsadres(…)• Ik betaal mijn ex-schoonzus de helft van alle vaste lasten• Ik betaal mijn ex-schoonzus € 600,00 per maand contant• Op de bankafschriften is te zien dat [naam 3] maandelijks € 700-€ 900 pint en verklaard hierover € 600,00 aan [gedaagde] te betalen voor de huur etc.(…)Ik kreeg een reactie van (…) zus van klant [gedaagde] en zij leverde de volgende gegevens aan:Afschriften van betaalrekening (…) 1 januari 2023 tot en met 31 mei 2023.(…)Ik, rapporteur, heb geen pintransacties of geldopnames gezien in de nabij omgeving van het uitkeringsadres.(…)Standpunt handhaving(…)Uit het onderzoek is wederom gebleken dat klant haar hoofdverblijf niet op het opgegeven uitkeringsadres heeft.
Aangetroffen bewoners:(…)1. Mevrouw [naam 3] (…)2. dochtertje [naam 4](…)[naam 3] verklaart: “de woning is van mijn ex-schoonzus. Ik ben 7 maanden zwanger. Ik moet 8 juli bevallen. Ik ben 9 maanden geleden gescheiden. Ik ben helemaal alleen met mijn dochtertje. (…) Mijn ex-man woont in de [adres 2] . (…) Mijn ex-schoonzus, de hoofdhuurster, verblijft bij haar broer, mijn ex-man”(…)Ik vraag hoeveel slaapkamers er zijn. [naam 3] vertelt dat er twee slaapkamers zijn. Een voor haar en haar dochter (…) en een voor mevrouw [gedaagde] (…). Ik vraag hoeveel dagen per week mevrouw [gedaagde] in de woning slaapt. [naam 3] haalt har schouders op. Als ik doorvraag hoor ik haar zeggen dat ze drie a vier dagen per week hier slaapt. (…)Ik vraag of [naam 3] mij de slaapkamers wil laten zien. (…) Ik zie een ruime slaapkamer met een tweepersoonsbed. Rechts van de deur staat een ledikant. Ook in daze kamer zie ik speelgoed staan. (…) Ik vraag waar de kleding van mevrouw [gedaagde] is. [naam 3] wijst dan 3 jurken aan, in de linkerzijde van de kast. (…) Ik zie verder geen persoonlijke spullen van mevrouw [gedaagde] liggen. (…)Wij lopen de slaapkamer uit, via de woonkamer naar de hal. Hier is de andere slaapkamer. Naast het bed staat een doorzichtig kastje. [naam 3] zegt dat dit de babykleding voor haar aankomende zoontje is. (…) Achter de deur hangen enkele kledingstukken. [naam 3] zegt dat deze van haar zijn. Naast de deur is een inbouwkast. (…) Ze vertelt dat de inhoud van haar is. Als ik haar nogmaals vraag hoe het zit met de slaapplaatsen zegt [naam 3] dat dit haar slaapkamer is en dat zodra de baby er is zijn naar de andere slaapkamer zal verhuizen. Ik zie verder geen persoonlijke spullen van mevrouw [gedaagde] liggen.(…)Ik vraag waar de poststukken van mevrouw [gedaagde] zijn. [naam 3] zegt dat ze dat niet weet.
ik [hoorde] de klant desgevraagd het volgende zeggen (…):
vordering en verweer
beoordeling
– anders dan [gedaagde] heeft aangevoerd – niet worden afgeleid dat [gedaagde] door haar psychische toestand geen weerstand kon bieden tegen haar broer, die zijn ex-vrouw in het gehuurde heeft ondergebracht. Verder heeft [gedaagde] in ieder geval in de eerste helft van 2023 kennelijk onderdak gehad bij haar ouders of haar broer. Niet gesteld of gebleken is dat dit niet kan worden voortgezet of hervat. Van dreigende dakloosheid is dan geen sprake. Er zijn dan ook geen omstandigheden gebleken die maken dat de ontbinding niet gerechtvaardigd is.
BESLISSING
exploot € 136,72
salaris € 436,00
griffierecht € 372,00
-----------------
totaal € 944,72
voor zover van toepassing, inclusief btw;
€ 68,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;