ECLI:NL:RBAMS:2024:436
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens niet-naleving door huurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een huurovereenkomst tussen Stichting De Alliantie en de gedaagde partij. De eisende partij, De Alliantie, heeft een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning ingediend. De kantonrechter, mr. J.H.J. Evers, heeft vastgesteld dat de gedaagde, die de woning huurt, niet in het gehuurde woonde. Dit werd onderbouwd door meerdere huisbezoeken waar de gedaagde niet werd aangetroffen, alsook door het aantreffen van poststukken op naam van zijn kinderen in de berging. Bovendien heeft de politie vastgesteld dat er drugs in de woning zijn aangetroffen, wat de situatie verder heeft verslechterd. De gedaagde heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn claim dat hij in de woning woont te onderbouwen. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van de gedaagde, waaronder het niet regelmatig bezoeken van de woning, niet voldoen aan de verplichtingen van een goede huurder. Hierdoor heeft de kantonrechter de vordering van De Alliantie toegewezen en de huurovereenkomst ontbonden. De gedaagde moet de woning binnen twee weken ontruimen en is verantwoordelijk voor de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.