ECLI:NL:RBAMS:2024:4283

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
13/104063-24 (EAB III)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Internationaal strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Hongaars Europees aanhoudingsbevel

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Hongaarse autoriteiten. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Hongarije, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende zittingen besproken, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig waren. Tijdens de zitting op 30 april 2024 heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd, waarna op 14 mei 2024 een tussenuitspraak volgde waarin het onderzoek werd heropend en geschorst om aanvullende informatie van de Hongaarse autoriteiten te verkrijgen. Op 4 juni 2024 werd het onderzoek hervat, waarbij de identiteit van de opgeëiste persoon werd bevestigd en de inhoud van het EAB werd besproken. De rechtbank concludeerde dat het EAB genoegzaam was, ondanks de bezwaren van de raadsman, die stelde dat de antwoorden van de Hongaarse autoriteiten verwarrend waren. De rechtbank oordeelde dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon aan Hongarije toegestaan voor de feiten zoals omschreven in het EAB, waarbij de relevante wetsartikelen zijn toegepast.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/104063-24 (EAB III)
Datum uitspraak: 18 juni 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 28 maart 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 8 maart 2024 door
the Pest Central District Court, Hongarije (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1995,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 30 april 2024
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 30 april 2024, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tussenuitspraak 14 mei 2024
De rechtbank heeft op 14 mei 2024 een tussenuitspraak gewezen. [3] Daarin is het onderzoek heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen om vragen te stellen aan de Hongaarse autoriteiten met betrekking de genoegzaamheid van het EAB.
Zitting 4 juni 2024
De rechtbank heeft het onderzoek op 4 juni 2024 – met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling – hervat in de stand waarin het onderzoek zich bevond op het moment van de schorsing op 30 april 2024. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Hongaarse taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
domestic arrest warrant issued by the Pest Central District Court on the 2nd of November 2023 under number 8.B.X.30.066/2022/42-IVen een beslissing van
the Pest Central District Courtvan 9 januari 2024 met kenmerk No. 8.B.X.30.066/2022/51
.
3.1.
Genoegzaamheid
In de tussenuitspraak van 14 mei 2024 zijn de volgende vragen geformuleerd ten aanzien van de genoegzaamheid van het EAB:
“Betreft de grondslag voor het EAB een domestic arrest warrant issued by the Pest Central District Court on the 2nd of November 2023 under number 8.B.X.30.066/2022/42-IV, zodat de overlevering wordt verzocht ter vervolging van de opgeëiste persoon, dan wel betreft de grondslag voor de overlevering de beslissing van the Pest Central District Court van 9 januari 2024 met kenmerk No. 8.B.X.30.066/2022/51, zodat de overlevering wordt verzocht voor de executie van voornoemd vonnis?
Is de opgeëiste persoon bij de beslissing van the Pest Central District Court van 9 januari 2024 met kenmerk No. 8.B.X.30.066/2022/51 enkel veroordeeld voor het feit zoals dat is omschreven in het EAB?
Indien de overlevering wordt verzocht voor de beslissing van the Pest Central District Court van 9 januari 2024 met kenmerk No. 8.B.X.30.066/2022/51, wordt de Hongaarse autoriteiten verzocht om ten aanzien van die beslissing onderdeel D van het EAB in te vullen.
Hoe verhoudt de gestelde termijn van 8 (acht) dagen voor het instellen van verzet of hoger beroep zoals opgenomen onder 3.4. van onderdeel D in het EAB zich tot de termijn van één maand zoals de rechtbank die kent vanuit andere Hongaarse overleveringszaken (waaronder die in het EAB dat als EAB I tegen de opgeëiste persoon is uitgevaardigd)?”
De Hongaarse autoriteiten hebben antwoord gegeven op de vragen in de aanvullende informatie van 3 juni 2024:
“Questions 1. and 3.
The Pest Central District Court sentenced [opgeëiste persoon], in absentia, at the trial held on 9 January 2024, not legally binding yet (first instance judgement), by its judgment No.8.B.X.30.066/2022/51, as a multiple offender, to 3 (three) years 10 (ten) months imprisonment and 4 (four) years of prohibition from public affairs, with the proviso that the accused shall not be released on parole.
The defendant's counsel filed an appeal primarily for acquittal and secondarily for commutation of the sentence.
In the light of the appeal, the case is pending before the Budapest Capital Regional Court; a final decision has not yet been taken, so the European Arrest Warrant is NOT for the execution of the sentence.
Question 2.
[opgeëiste persoon] was by the decision of the Pest Central District Court of 9 January 2024 with reference No. 8.B.X.30.066/2022/51 convicted at first instance only for the offences as described in the European Arrest Warrant.”
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich aan de hand van zijn pleitnota op het standpunt gesteld dat het EAB nog steeds niet genoegzaam is, omdat de antwoorden van 3 juni 2024 van de Hongaarse autoriteiten verwarrend, cryptisch en onvolledig zijn.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat op basis van de informatie in het EAB en de aanvullende informatie van 3 juni 2024 kan worden geconcludeerd dat het EAB genoegzaam is. In onderdeel c) van het EAB staat vermeld dat de beslissing gegeven door
the Pest Central District Courtvan 9 januari 2024 een ‘
non final decision’betreft. Daarnaast wordt in de aanvullende informatie van 3 juni 2024 bevestigd dat de beslissing gegeven door
the Pest Central District Courtvan 9 januari 2024 een niet onherroepelijke beslissing betreft, omdat het hoger beroep nog aanhangig is bij de
Budapest Capital Regional Courten nog geen definitieve beslissing is genomen. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee duidelijk dat het EAB een vervolgings-EAB betreft, met als grondslag het nationale aanhoudingsbevel. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd – voldaan is aan het vereiste dat op het feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

Artikel 310 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Pest Central District Court, Hongarije, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. E. Biçer en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Bennett, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 18 juni 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.