Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juni 2024 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder,
[vergunninghouder]uit Amsterdam, vergunninghouder,
Inleiding
17 maart 2022 heeft verweerder de omgevingsvergunning verleend. Met het bestreden besluit van 11 oktober 2023 (hierna: het bestreden besluit) op het bezwaar van eisers is verweerder (onder aanvulling van de motivering) bij dat besluit gebleven.
[projectmanager] (projectmanager) en haar gemachtigde.
Totstandkoming van het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
1 december 2023 kan zo worden gelezen dat de laatste dag waarop de volmachten binnen moesten zijn, 30 december 2023 is. De volmachten zijn op die datum overgelegd. Dat is op tijd. Bovendien is de rechtbank bevoegd – en niet verplicht – om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren als de termijn op 29 december 2023 afliep en de volmachten dus wel te laat zouden zijn overgelegd. In dat geval ziet de rechtbank geen aanleiding om gebruik te maken van die bevoegdheid, omdat de brief niet eenduidig is over de laatste dag van de termijn.
[naam 4] , [naam 5] en [naam 6] geen rechtstreeks feitelijke gevolgen van het project, omdat gevolgen van enige betekenis ontbreken. Deze eisers hebben daarom geen rechtstreeks persoonlijk belang bij het bestreden besluit en kunnen daarom niet worden aangemerkt als belanghebbende. Dit betekent dat verweerder de bezwaren van deze eisers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat hun beroep daarom ongegrond is.
De gevel van gebouwen aan de zijde van een bestemmingsvlak, waarbij op de plankaart de aanduidingslijn 'gevellijn' is aangegeven, dient voor minimaal 65% direct aan de bestemmingsgrens gerealiseerd te worden, met een minimum bouwhoogte van 2 bouwlagen in de gevellijn.”
Aan de zijde van een bestemmingsvlak waar op de plankaart het bouwaanduidingsvlak 'aaneengebouwd' [aeg] is aangegeven moet, gezien vanuit het bestemmingsvlak ‘Verkeer-1’ (V-1), de eerste gevelwand direct grenzend aan de bestemmingsgrens en tot een hoogte van tenminste 9 meter aaneengesloten worden gerealiseerd.”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. M.W. Speksnijder, leden, in aanwezigheid van mr.M.M. Mazurel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2024.