Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenbeslissing genomen in een overleveringszaak, waarbij het Duitse verzoek om aanvullende toestemming op basis van artikel 14 van de Overleveringswet (OLW) werd behandeld. Het verzoek, ingediend door de officier van justitie op 4 april 2024, betreft de uitbreiding van de vervolging met 21 aanvullende feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschikbare informatie niet toereikend is om een beslissing te nemen, met inachtneming van de rechten van de overgeleverde persoon. De rechtbank heeft eerder, in een tussenbeslissing van 30 mei 2024, vastgesteld dat de terugkeergarantie van de Duitse autoriteiten voldoet aan de eisen, maar heeft ook geconstateerd dat de overgeleverde persoon mogelijk niet voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken. De rechtbank heeft daarom de beslissing op het verzoek om aanvullende toestemming aangehouden en de Duitse autoriteiten verzocht om verduidelijking over een mogelijk contactmoment met de overgeleverde persoon. De rechtbank heeft de officier van justitie verzocht om deze vragen aan de Duitse autoriteiten voor te leggen. De uiteindelijke beslissing op het verzoek om aanvullende toestemming is uitgesteld tot uiterlijk 9 juli 2024, waarbij de rechtbank benadrukt dat deze beslissing aan een zitting zal worden gekoppeld.