Uitspraak
śl(Polen), hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court of Przeworskvan 3 juli 2020, met referentie: II K 9/20, waarbij aan de opgeëiste persoon een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar is opgelegd met een proeftijd van twee jaren;
the District Court of Przeworskvan 7 april 2022, met referentie: II Ko 1012/21.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
service addressbinnen Polen moest opgeven. Hij is gewezen op de consequenties van het niet doorgeven van een adreswijziging. De opgeëiste persoon is in februari 2020 op het door hem opgegeven adres opgeroepen.
the District Court of Przeworskvan 7 april 2022 met kenmerk II Ko 1012/21 is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen.
Kobenhavns Byretvan 21 juni 2021, van het
Retten i Roskuldvan 3 september 2021 en van het
Ostre Landsretvan 4 oktober 2021.
triggerendestrafbare feiten waardoor het voor de rechtbank niet mogelijk is om deze veroordelingen te toetsen aan artikel 12 OLW. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen of overlevering van de opgeëiste persoon ten aanzien van deze Deense vonnissen geen schending van zijn verdedigingsrechten inhoudt. De rechtbank ziet – met de officier van justitie - geen reden om hierover nogmaals nadere vragen te stellen omdat het openbaar ministerie hierover de juiste vragen heeft gesteld aan de uitvaardigende justitiële autoriteit en duidelijk is dat deze niet in staat is daarop een antwoord te geven. De rechtbank ziet, gelet op het voorgaande, geen reden om af te zien van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren en is daarom met de raadsman en de officier van justitie van oordeel dat de overlevering dient te worden geweigerd.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
śl(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.