ECLI:NL:RBAMS:2024:414

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
C/13/740743 / HA ZA 23-935
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot splitsing, verwijzing en voeging in een zaak van internetfraude met Crypto.com en Paytend

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 31 januari 2024, is een incidentele vordering tot splitsing, verwijzing en voeging behandeld. De eiser, die zich slachtoffer voelt van internetfraude, heeft bedragen overgemaakt aan Vorex/Sophie Capital via Crypto.com en Paytend. De eiser vordert dat de rechtbank de overeenkomst met Crypto.com nietig verklaart en schadevergoeding eist van zowel Crypto.com als Paytend. Crypto.com heeft in het incident verzocht om de zaak te splitsen en te verwijzen naar de rechtbank Gelderland, waar soortgelijke zaken aanhangig zijn. De rechtbank overweegt dat er geen dwingende redenen zijn voor splitsing, omdat de vorderingen tegen beide partijen samenhang vertonen. De rechtbank wijst de vordering van Crypto.com af, omdat er geen vrees is voor onverenigbare uitspraken en de te verwachten vertraging in de procedure in Gelderland onredelijk zou zijn. De rechtbank veroordeelt Crypto.com in de proceskosten van het incident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/740743 / HA ZA 23-935
Vonnis in incident van 31 januari 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. M.A. Hupkes te Amsterdam,
tegen

1.de vennootschap naar buitenlands rechtFORIS DAX MT LTD.,gevestigd te St. Julian’s (Malta),gedaagde in de hoofdzaak,eiseres in het incident,advocaat mr. P.L. Tjiam te Amsterdam,

2. de vennootschap naar buitenlands recht
PAYTEND EUROPE UAB,
gevestigd te Vilnius (Litouwen),
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. M. Koelemeijer te Utrecht.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiser] , Crypto.com en Paytend worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 juli 2023, met producties;
- de incidentele conclusie tot splitsing en verwijzing van Crypto.com, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident van [eiser] ;
- de akte in het incident van Crypto.com, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiser] stelt het slachtoffer te zijn geworden van internetfraude. Hij heeft belegd via de website van Vorex/Sophie Capital en tussen 15 juli 2022 en 8 augustus 2022 elf keer bedragen overgemaakt van in totaal € 315.000. Dat geld betaalde hij door een rekening te openen bij Crypto.com en daarmee crypto currency over te boeken aan Vorex/Sophie Capital.
2.2.
In oktober 2022 gaf de website van Vorex/Sophie Capital een waarde aan van bijna € 1 miljoen. [eiser] wilde daarvan een bedrag van € 500.000 opnemen. Hij kreeg de melding dat hij eerst twintig procent belasting moest betalen over dat bedrag. Om die reden heeft [eiser] aanvullend € 110.000 overgemaakt naar een bankrekening bij de Litouwse bank Paytend.
2.3.
[eiser] heeft geen geld ontvangen en het tegoed dat op de website stond vermeld is inmiddels geheel verdampt. [eiser] stelt dat hij slachtoffer is van fraude en dat Crypto.com en Paytend de fraude hebben gefaciliteerd, waardoor zij hiervoor ook aansprakelijk zijn.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat de overeenkomst met Crypto.com ingevolge artikel 3:40 BW, juncto 23c en g Wwft nietig is, althans buitengerechtelijk is vernietigd, althans deze in rechte ex artikel 6:193j lid 3 BW vernietigt, althans verklaart voor recht dat Crypto.com onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar tekort is geschoten, zodat Crypto.com gehouden is de door [eiser] betaalde bedragen terug te betalen, dan wel de geleden schade te vergoeden;
II. Crypto.com veroordeelt tot betaling van € 315.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2022;
III. voor recht verklaart dat Paytend onrechtmatig heeft gehandeld door de zorgplicht tegenover [eiser] als derde, met wiens belangen zij rekening had moeten houden, niet in acht te nemen;
IV. Paytend veroordeelt tot betaling van € 110.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2022;
V. Crypto.com veroordeelt tot betaling van € 4.053 aan buitengerechtelijke incassokosten;
VI. Paytend veroordeelt tot betaling van € 2.268 aan buitengerechtelijke incassokosten;
VII. Crypto.com en Paytend veroordeelt in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten;
VIII. een certificaat afgeeft als bedoeld in artikel 53 van de Brussel I-bis verordening in de Engelse en de Litouwse taal.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen jegens Crypto.com ten grondslag dat op haar een wettelijk verbod rustte om diensten aan [eiser] te verlenen, dat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk en dat sprake is van een onrechtmatige daad. Aan zijn vorderingen tegen Paytend legt hij ten grondslag dat deze haar verplichtingen als bank heeft geschonden.
3.3.
Crypto.com heeft in de hoofdzaak nog niet van antwoord geconcludeerd.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Crypto.com vordert in het incident dat:
- de zaak wordt gesplitst in twee afzonderlijke procedures tegen Crypto.com en Paytend;
- de zaak van [eiser] tegen Crypto.com wordt verwezen naar de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem (sector civiel);
- de rechtbank vaststelt dat de zaak van [eiser] tegen Crypto.com van rechtswege is gevoegd met de bij de rechtbank Gelderland aanhangige zaak van Fruitema tegen Crypto.com met zaakkenmerk en rolnummer C/05/427079 / HA ZA 23-471;
- [eiser] veroordeelt in de kosten van het incident, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW.
4.2.
Crypto.com legt aan haar incidentele vorderingen ten grondslag dat er redenen van doelmatigheid zijn om de zaak te splitsen. Er zijn verschillende regulatoire regimes van toepassing op Crypto.com en Paytend. [eiser] baseert zijn vorderingen tegen beiden op verschillende grondslagen en voert tegen beiden andere feiten aan. De zaak dient vervolgens te worden verwezen naar rechtbank Gelderland omdat daar al andere zaken tegen Crypto.com aanhangig zijn en eerder al zijn behandeld. Er is sprake van nagenoeg identieke feiten en volledig identieke juridische geschilpunten. Volgens Crypto.com is behandeling door de rechtbank Gelderland daarom aangewezen uit het oogpunt van proceseconomie en worden tegenstrijdige uitspraken zo voorkomen.
4.3.
[eiser] verzet zich tegen splitsing en verwijzing omdat vanuit zijn perspectief sprake is van één fraude, die in stappen is uitgevoerd. Het is van belang dat de behandelend rechter overzicht houdt over het geheel. Het is niet in het belang van [eiser] om de zaak te verdelen over verschillende rechters. [eiser] loopt ook het risico dat partijen in een gesplitste procedure standpunten innemen die elkaar tegenspreken maar gunstig zijn voor gedaagden. [eiser] is bang voor tegenstrijdige uitspraken indien de zaak gesplitst wordt. Het is niet nodig om de zaak te verwijzen en te voegen bij de rechtbank Gelderland. In drie van de vier zaken is al vonnis gewezen. In de laatste zaak, Fruitema, is volgens hem niet zonder meer sprake van eenzelfde feitencomplex.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De rechtbank zal het verzoek tot splitsing en de vordering tot verwijzing en voeging om de volgende redenen afwijzen.
5.2.
De rechter kan procedures tegen twee verschillende partijen splitsen op de grond dat tussen de vorderingen geen zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling wettigen. [1] De rechtbank overweegt dat gezamenlijke behandeling van de vorderingen tegen enerzijds Crypto.com en anderzijds Paytend gewettigd is. Voor beide vorderingen is van belang of Vorex/Sophie Capital een frauduleuze onderneming is en of financiële dienstverlening aan haar activiteiten een grond voor aansprakelijkheid kan opleveren. Dit dwingt dus niet om de zaken te splitsen.
5.3.
Crypto.com wenst splitsing om haar procedure vervolgens te voegen met een lopende procedure bij de rechtbank Gelderland. De rechtbank overweegt dat een dergelijke verwijzing en voeging op zichzelf mogelijk is. Verwijzing naar een andere gewone rechter van gelijke rang kan immers worden gevorderd in geval de zaak verknocht is aan een zaak die reeds bij die andere rechter aanhangig is. Van verknochtheid is sprake wanneer de feitelijke en juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere, dan wel daarmee zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. Ook aan die eis is voldaan, want Crypto.com heeft onweersproken gesteld dat de dagvaarding in de procedure bij de rechtbank Gelderland grotendeels gelijk is aan de dagvaarding in de zaak van [eiser] .
5.4.
Vrees voor onverenigbare uitspraken van de twee rechtbanken is er echter niet. De procespartijen in beide procedures zijn immers niet dezelfden en ook verder dreigen er geen uitspraken die rechtens onverenigbaar zijn. Verwijzing en voeging zijn dus niet noodzakelijk maar wel mogelijk.
5.5.
Als aan de voorwaarden voor verwijzing en voeging is voldaan moet de rechter de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering in de onderhavige zaak onderzoeken. Hij moet beoordelen of de verwijzing en voeging in de omstandigheden van het onderhavige geval op hun plaats zijn en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
5.6.
De te verwachten onredelijke en onnodige vertraging van de procedure in Gelderland geeft in dit geval de doorslag. In de procedure in Gelderland is op 2 augustus 2023 voor antwoord geconcludeerd en zal de mondelinge behandeling in maart of april 2024 worden gehouden. Crypto.com zal in de zaak tegen [eiser] rond die tijd pas aan de conclusie van antwoord toekomen. De mondelinge behandeling in Gelderland zou dan moeten worden uitgesteld en de nieuwe dagbepaling zou door het grotere aantal partijen worden bemoeilijkt.
5.7.
De vorderingen in het incident zullen daarom worden afgewezen. Crypto.com zal worden veroordeeld in de proceskosten in het incident. Omdat de incidentele vorderingen van onbepaalde waarde zijn, worden deze overeenkomstig tarief II begroot op € 598,00 voor de conclusie van antwoord en € 173,00 aan nakosten.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
veroordeelt Crypto.com in de proceskosten in het incident, aan de zijde van [eiser] begroot op € 771,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe; als Crypto.com niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend moet zij € 90,00 extra betalen plus de kosten van betekening;
in de hoofzaak
6.3.
verwijst de zaak naar de rol van
13 maart 2024voor conclusie van antwoord van Crypto.com;
6.4.
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, rechter, bijgestaan door mr. Z.S. Lintvelt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2024.

Voetnoten

1.HR 27 oktober 1978, NJ 1980, 102 (Vierhout/Cosland).