ECLI:NL:RBAMS:2024:4127

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
13/151029-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening en schorsing van het onderzoek naar een Europees aanhoudingsbevel in verband met gelijktijdige afdoening van meerdere EAB's

Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/151029-24, betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Procura Generale Della Republica Presso la Corte D’appello di Venezia. Dit EAB, dat op 19 april 2024 is uitgevaardigd, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Tunesië in 1993, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 25 juni 2024 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Z. Boufadiss, en een tolk in de Arabisch-Tunesische taal.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. De opgeëiste persoon heeft bevestigd dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Tunesische nationaliteit heeft. Het EAB is gebaseerd op een vonnis van het Hof van Beroep van Venetië van 9 november 2021, dat een vrijheidsstraf van 8 maanden oplegt. Dit vonnis is definitief geworden op 2 maart 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet, en dat er geen onderzoek naar dubbele strafbaarheid nodig is.

De rechtbank heeft besloten het onderzoek voor onbepaalde tijd te heropenen en te schorsen, in afwachting van nadere informatie over twee andere gelijktijdig behandelde EAB's. De rechtbank heeft ook bevolen dat de opgeëiste persoon en een tolk op een nader te bepalen datum worden opgeroepen, met inachtneming van de verlengde beslistermijn die op 3 augustus 2024 verstrijkt. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/151029-24 (EAB3)
Datum uitspraak: 9 juli 2024
TUSSEN-
UITSPRAAK
op de vordering van 6 mei 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 19 april 2024 door
Procura Generale Della Republica Presso la Corte D’appello di Venezia(Italië) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Tunesië) op [geboortedag] 1993,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [naam PI] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 juni 2024, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Z. Boufadiss, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Arabisch-Tunesische taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Tunesische nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een voor tenuitvoerlegging vatbaar vonnis van 9 november 2021 van het Hof van Beroep van Venetië, definitief op 2 maart 2022, referentienummer 4123/21 Reg. Vonnis.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 8 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft het feit zoals dat is omschreven in het EAB. [3]
Het Openbaar Ministerie bij het Hof van Beroep van Venetië heeft op 15 oktober 2022 een voorziening voor gelijktijdige strafuitvoering uitgevaardigd (nr. SIEP 335/2022). Hierin worden openstaande vrijheidsstraffen, waaronder de hiervoor vermelde, samengevoegd (er zijn nog twee andere, gelijktijdig behandelde, EAB’s). De totale resterende vrijheidsstraf bedraagt 6 jaar, 2 maanden en 16 dagen.
3.1
Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
In het EAB is vermeld dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing, maar op de hoogte was van de vastgestelde datum en een advocaat heeft gemachtigd zijn verdediging te voeren en op het proces ook werkelijk door die advocaat is verdedigd. Deze informatie is (overigens) ter zitting door de opgeëiste persoon bevestigd.
Dit betekent dat de situatie als bedoeld in artikel 12 sub b OLW aan de orde is, zodat de in dit artikel bedoelde weigeringsgrond niet van toepassing is.

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld. Het feit valt op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Italië een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Slotsom

De rechtbank heropent en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, nu ten behoeve van de twee andere aangebrachte – gelijktijdig behandelde - EAB’s nadere informatie nodig is voor de beoordeling.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

HEROPENTen
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd in afwachting van nadere informatie ten behoeve van twee andere EAB’s die gelijktijdig zijn behandeld.
BEVEELT de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen dag en tijdstip, uiterlijk 19 juli 2024 in verband met het verstrijken van de verlengde beslistermijn op 3 augustus 2024, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van de opgeëiste persoon.
BEVEELT de oproeping van een tolk in de Arabisch-Tunesische taal tegen de nader te bepalen datum en tijdstip.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. A.K. Glerum en A. Pahladsingh, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Rog, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 9 juli 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.