Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Procura Generale Della Republica Presso la Corte D’appello di Venezia, Italië. Het EAB, dat op 19 april 2023 werd uitgevaardigd, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Tunesië in 1993, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 25 juni 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Z. Boufadiss, en een tolk in de Arabisch-Tunesische taal.
De rechtbank heeft besloten de termijn voor het doen van uitspraak over de verzochte overlevering met 30 dagen te verlengen. De opgeëiste persoon heeft bevestigd dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Tunesische nationaliteit bezit. Het EAB verwijst naar een vonnis van 11 juli 2019 van de alleensprekende rechter van Padua, dat definitief is geworden op 8 februari 2022, en waarin een vrijheidsstraf van 2 jaren is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW) en betreft vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten.
De rechtbank heeft echter geconstateerd dat er bijlagen in de Italiaanse taal zijn die nog niet zijn vertaald. Om een zorgvuldige beoordeling van het verdedigingsrecht van de opgeëiste persoon te waarborgen, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen totdat de vertaling van deze bijlagen is ontvangen. De rechtbank heeft ook bevolen dat de opgeëiste persoon en een tolk opnieuw worden opgeroepen voor een nader te bepalen datum, uiterlijk 19 juli 2024, in verband met het verstrijken van de verlengde beslistermijn op 3 augustus 2024.