In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H.F. Dings, in conflict met de gedaagde partij, Noordkaap TV Producties B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A.K. van den Berg. De zaak betreft vorderingen die niet onder de bevoegdheid van de kantonrechter vallen, waaronder een verbod, gebod en rectificatie, die als vorderingen van onbepaalde waarde worden beschouwd. De kantonrechter heeft op 27 juni 2024 een mondelinge uitspraak gedaan, waarin hij heeft aangegeven dat de vorderingen van de eiser niet onder de bevoegdheid van de kantonrechter vallen volgens artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De kantonrechter heeft op 21 juni 2024 partijen geïnformeerd over zijn voornemen om de procedure te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken. Na overleg met de partijen, waarbij mr. van den Berg instemde met de verwijzing en mr. Dings om een toelichting vroeg, heeft de kantonrechter de mondelinge behandeling gesloten. De vorderingen die strekken tot het verwijderen van de uitzending, vernietiging daarvan, publicatieverbod en rectificatie zijn niet op geld waardeerbaar en vallen buiten de competentie van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om de zaak ambtshalve te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, waarbij hij partijen heeft gewezen op de griffierechten die verschuldigd zijn. De beslissing van de kantonrechter is in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om proceshandelingen te verrichten via een advocaat in het vervolg van de procedure.