ECLI:NL:RBAMS:2024:4120

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
10935589 / CV EXPL 24-1656
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H.F. Dings, in conflict met de gedaagde partij, Noordkaap TV Producties B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A.K. van den Berg. De zaak betreft vorderingen die niet onder de bevoegdheid van de kantonrechter vallen, waaronder een verbod, gebod en rectificatie, die als vorderingen van onbepaalde waarde worden beschouwd. De kantonrechter heeft op 27 juni 2024 een mondelinge uitspraak gedaan, waarin hij heeft aangegeven dat de vorderingen van de eiser niet onder de bevoegdheid van de kantonrechter vallen volgens artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De kantonrechter heeft op 21 juni 2024 partijen geïnformeerd over zijn voornemen om de procedure te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken. Na overleg met de partijen, waarbij mr. van den Berg instemde met de verwijzing en mr. Dings om een toelichting vroeg, heeft de kantonrechter de mondelinge behandeling gesloten. De vorderingen die strekken tot het verwijderen van de uitzending, vernietiging daarvan, publicatieverbod en rectificatie zijn niet op geld waardeerbaar en vallen buiten de competentie van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om de zaak ambtshalve te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, waarbij hij partijen heeft gewezen op de griffierechten die verschuldigd zijn. De beslissing van de kantonrechter is in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om proceshandelingen te verrichten via een advocaat in het vervolg van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10935589 \ CV EXPL 24-1656

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 27 juni 2024

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. E.H.F. Dings,
tegen

NOORDKAAP TV PRODUCTIES B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Noordkaap,
gemachtigde mr. J.A.K. van den Berg.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Amsterdam.
De zaak wordt behandeld door mr. R.H.C. Jongeneel, kantonrechter, en mr. R.E.R. Verloo als griffier.
Aanwezig zijn:
  • dhr. [eiser] ,
  • mr. Dings, voornoemd,
  • mr. O.M.B.J. Volgenant, kantoorgenoot mr. Dings,
  • dhr. [naam] , DGA Noordkaap,
  • mr. van den Berg, voornoemd.
De kantonrechter heeft bij e-mail van 21 juni 2024 partijen bericht over zijn voornemen om de procedure te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken. Daarop heeft mr. van den Berg namens Noordkaap diezelfde dag gereageerd en ingestemd met verwijzing. Mr. Dings heeft bij e-mail van 24 juni 2024 namens [eiser] gevraagd om een toelichting over waarom verwijzing noodzakelijk is. Deze e-mail is toegevoegd aan het procesdossier.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten over de competentie van de kantonrechter toegelicht.
Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de kantonrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.
1.1.
De vorderingen I tot en met V en VII behoren niet tot de vorderingen waarvoor de kantonrechter volgens artikel 93 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd is.
1.2.
De vorderingen die strekken tot het verwijderen van de uitzending, tot vernietiging daarvan, tot een publicatieverbod voor de toekomst en tot rectificatie zijn vorderingen van onbepaalde waarde en zijn ook niet op geld waardeerbaar.
1.3.
De vordering van een verklaring voor recht moet gezien worden in samenhang met de gevorderde schadevergoeding. Voor zover deze beperkt is tot € 25.000 zou die niet aan bevoegdheid van de kantonrechter in de weg staan.
1.4.
De naast de gevorderde schadevergoeding gevorderde dwangsommen hebben bovendien tot gevolg dat de competentiegrens wordt overschreden.
1.5.
De zaak zal daarom ambtshalve (artikel 71 lid 1 Rv) worden verwezen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken bij deze rechtbank.
1.6.
De kantonrechter wijst partijen erop dat voor [eiser] nog een bedrag aan griffierecht (van € 619,00) zal worden bijgeheven en dat gedaagden bij verschijnen griffierecht (van € 2.889,00) verschuldigd zal zijn. Verder kunnen partijen wat het vervolg van deze procedure betreft slechts door tussenkomst van een advocaat proceshandelingen verrichten.
2. De beslissing
2.1.
verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vorderingen van [eiser] ,
2.2.
verwijst de zaak in de stand waarin het zich bevindt naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken bij deze rechtbank.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt.