7.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie strafbare feiten. Hij heeft 200 gram cocaïne en 550 gram heroïne opzettelijk aanwezig gehad. Ook heeft hij allerlei voorwerpen, die bestemd waren voor de voorbereiding van drugshandel, voorhanden gehad in zijn woning. Harddrugs als cocaïne en heroïne zijn niet alleen zeer schadelijk voor de volksgezondheid, maar werken ook verslavend met alle gevolgen van dien voor de maatschappij. De handel in harddrugs gaat bovendien gepaard met zeer gewelddadige criminaliteit die de maatschappij ontwricht en die in Amsterdam in het bijzonder regelmatig tot ernstige incidenten leidt. Drugswinsten worden vergroot door het vermengen van harddrugs met versnijdingsmiddelen zoals mannitol, welke ook in de woning van verdachte zijn aangetroffen. Tot slot heeft verdachte een groot geldbedrag van ruim een ton witgewassen samen met een ander. Dit bedrag kreeg hij van die ander in een plastic tas overhandigd in een auto op een parkeerplaats. Gelet op de in de woning van verdachte aangetroffen verdovende middelen en voorwerpen, waaronder het boekje met een overzicht van inkomsten en uitgaven, en de wijze waarop de overdracht van dit geld is gegaan, bestaan er sterke aanwijzingen dat dit geld op enigerlei wijze te maken heeft met de handel in harddrugs. Door witwassen wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast en het draagt bij aan de instandhouding van criminaliteit. Witwassen dekt namelijk onderliggende strafbare feiten af en realiseert de mogelijkheid van geldelijke beloning voor die strafbare feiten. Verdachte heeft daaraan een bijdrage geleverd. De rechtbank neemt verdachte dit alles zeer kwalijk en acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend.
Uitgangspunten voor de strafoplegging
De rechtbank hanteert de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS-oriëntatiepunten) die rechtbanken hebben vastgesteld als vertrekpunt voor de strafoplegging. Bij het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid tussen de 500 en 1000 gram harddrugs geldt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden als uitgangspunt. Voor fraudedelicten, waaronder witwassen, geldt dat bij een benadelingsbedrag tussen € 70.000,- en € 125.000,- in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen vijf en negen maanden, in combinatie met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. Er zijn geen oriëntatiepunten vastgesteld voor het treffen van voorbereidingshandelingen van handel in harddrugs.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 17 mei 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
Strafoplegging
Alles afwegende, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van het voorarrest – conform de eis van de officier van justitie – passend en geboden. De rechtbank zal deze straf aan verdachte opleggen.
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- 108.530 euro (goednummer: 6482471);
- 640 euro (goednummer: 6481771);
- 470 euro (goednummer: 6482509);
- 5 euro (goednummer: 6482056);
- zeventien stuks verdovende middelen (goednummers: 6481748, 6481794, 6481768, 6481786, 6481759 en 6481779);
- acht stuks poeder (goednummers: 6481774, 6481755, 6481768, 6481770, 6481764, 6481758, 6481767 en 6481773);
- één boek (goednummer: 6481750);
- drie tassen (goednummers: 6481789, 6482556 en 6482573);
- één framepers (goednummer: 6481797);
- één sealapparaat (goednummer: 6481801);
- twintig stuks verpakkingsmateriaal (goednummer: 6482512);
- vijf automaten (goednummers: 6481782, 6481783, 6481792, 6481793 en 6481797);
- twee krikken (goednummers: 6481787 en 6481798).
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen geldbedragen zullen worden verbeurdverklaard. Ten aanzien van de overige goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat deze zullen worden onttrokken aan het verkeer. De raadsman heeft de rechtbank verzocht de geldbedragen van € 640,- en € 5,- te doen teruggeven aan verdachte, omdat deze geen verband houden met de verdovende middelen. Verdachte heeft deze bedragen zelf opgespaard en meegenomen vanuit [geboorteland] . De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de overige goederen.
108.530 euro (goednummer: 6482471);
640 euro (goednummer: 6481771);
470 euro (goednummer: 6482509);
5 euro (goednummer: 6482056);
één boek (goednummer: 6481750);
drie tassen (goednummers: 6481789, 6482556 en 6482573);
één framepers (goednummer: 6481797);
één sealapparaat (goednummer: 6481801);
twintig stuks verpakkingsmateriaal (goednummer: 6482512);
behoren aan verdachte toe. Aangezien met betrekking tot de voorwerpen onder gedachtestreepje 1 en 3 het onder 3 bewezen geachte feit is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard. Ten aanzien van de voorwerpen onder gedachtestreepje 2 en 4 geldt dat er aanwijzingen zijn dat verdachte dit geldbedrag heeft verdiend met de voorbereiding van drugshandel. Dit leidt de rechtbank af uit het feit dat bij verdachte grote hoeveelheden harddrugs zijn aangetroffen, maar ook materialen ter voorbereiding van de verkoop van harddrugs. Dat de geldbedragen van € 640,- en € 5,- door verdachte zijn opgespaard en meegenomen uit [geboorteland] , is niet aannemelijk geworden gelet op de door de verdediging ter terechtzitting overhandigde brief van de hand van de vrouw van verdachte waaruit blijkt dat verdachte slechts € 500,- per maand verdiende aan loon in [geboorteland] om een gezin van vijf personen te onderhouden en dat het daarom zeer moeilijk was om alles te betalen wat het gezin nodig had. Ook staat in deze brief dat het gezin daarom leningen is aangegaan bij de banken en vrienden. De inbeslaggenomen geldbedragen onder gedachtestreepje 2 en 4 zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook vatbaar voor verbeurdverklaring, omdat het voorwerpen zijn met behulp waarvan het onder 2 bewezen geachte is voorbereid. De rechtbank zal daarom deze geldbedragen verbeurdverklaren. Nu met betrekking tot de voorwerpen onder gedachtestreepjes 5 tot en met 9 het onder 2 bewezen geachte feit is begaan, worden ook deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Nu de volgende voorwerpen:
zeventien stuks verdovende middelen (goednummers: 6481748, 6481794, 6481768, 6481786, 6481759 en 6481779);
acht stuks poeder (goednummers: 6481774, 6481755, 6481768, 6481770, 6481764, 6481758, 6481767 en 6481773);
zijn bestemd tot het begaan van het onder 1 en 2 bewezen geachte en die feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Nu ten aanzien van de volgende voorwerpen:
vijf automaten (goednummers: 6481782, 6481783, 6481792, 6481793 en 6481797);
twee krikken (goednummers: 6481787 en 6481798);
geen relatie met de bewezen geachte feiten kan worden vastgesteld, beslist de rechtbank dat deze moeten worden teruggegeven aan verdachte.