Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Bautzen,Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bautzen in Duitsland. De officier van justitie had op 23 april 2024 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van dit EAB, dat strekte tot de aanhouding en overlevering van een Poolse man, geboren in 1979. Tijdens de zitting op 18 juni 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.X. ten Velden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
Tijdens de behandeling van de zaak is door de verdediging aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard moet worden in zijn vordering, omdat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB op 17 juni 2024 had ingetrokken. Dit werd ondersteund door bewijs dat het Duitse aanhoudingsbevel op 11 juni 2024 buiten werking was gesteld, nadat de opgeëiste persoon een borgsom had betaald. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon is beëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. B.M. Vroom-Cramer, en de rechters mrs. M. van Mourik en P. Sloot, in aanwezigheid van griffier L.E. Poel. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.