ECLI:NL:RBAMS:2024:3991
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- A.K. Glerum
- J.C.M. Schilder
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag parkeervergunning door de Rechtbank Amsterdam
Op 20 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiser had beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bewonersvergunning parkeren. De aanvraag was afgewezen omdat het vergunningenplafond in het gebied waarvoor eiser een vergunning had aangevraagd op nul was gesteld. Eiser had zijn aanvraag ingediend op 29 juli 2023, maar het bezwaar dat hij indiende tegen de afwijzing werd op 28 september 2023 door verweerder gehandhaafd. Tijdens de zitting op 20 juni 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de aanvraag van eiser voor een parkeervergunning terecht had afgewezen. De regels uit de Parkeerverordening zijn streng en dwingend, en eiser had geen recht op een vergunning op zijn nieuwe adres, dat zich in een ander deelvergunninggebied bevond. Eiser had in de veronderstelling verkeerd dat hij op zijn nieuwe adres ook een vergunning zou kunnen krijgen, maar de rechtbank stelde vast dat hij niet op de informatie van de gemeente had mogen vertrouwen. De persoonlijke omstandigheden die eiser aanvoerde, zoals zijn leeftijd en recente tegenslagen, waren niet voldoende om een uitzondering te maken op de strikte regels van de Parkeerverordening. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, wat betekende dat eiser geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.