Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
1.[gedaagde] ,wonende te [woonplaats 3] ,
ALLE BELANGHEBBENDENop het registergoed, te weten het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning met balkon gelegen op de tweede verdieping, met een afzonderlijke berging gelegen in het souterrain, gelegen te [adres 1] , kadastraal bekend gemeente [woonplaats 3] , sectie [sectie] , complexaanduiding [nummer] , appartementsindex [indexnr. 1] ,
en op het registergoed, te weten het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de parkeerplaats, gelegen in het souterrain, gelegen nabij [adres 1] , kadastraal bekend gemeente [woonplaats 3] , sectie [sectie] complexaanduiding [nummer] , appartementsindex [indexnr. 2] ,
1.De procedure
2.Samenvatting
3.De feiten
Na de vestiging van het vruchtgebruik zal de vruchtgebruiker het zakelijk recht van vruchtgebruik van dat vruchtgebruikkapitaal hebben en daarover beschikkingsbevoegd zijn. Door de voldoening van de koopsom door koper uit het vruchtgebruikkapitaal zal het recht van vruchtgebruik na de levering van het verkochte middels zaaksvervanging (art. 3:213 BW) van rechtswege komen te rusten op het verkochte. De bloot-eigendom van het verkochte zal na de levering van rechtswege toekomen aan erflaters hiervoor genoemde kinderen als erfgenamen in zijn nalatenschap, welk bloot-eigendom van het verkochte dan tussen de erfgenamen/bloot eigenaren nog steeds (wederom krachtens zaaksvervanging, art. 3:167 BW) tot de onverdeelde nalatenschap van erflater zal behoren, net zolang totdat deze (partieel) verdeeld zal worden.”