Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Piotrków Trybunalski(Polen; hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- vonnis van
- vonnis van
- een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat (
- een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en zes maanden (
II K 2/19moet worden geweigerd op grond van artikel 12 OLW. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat de informatie van de Poolse autoriteiten dat hij in persoon zou zijn gedagvaard, niet kan kloppen, aangezien hij in 2019 in Oostenrijk in detentie verbleef. Van een dagvaarding in persoon aan de opgeëiste persoon kan dan ook geen sprake zijn. De opgeëiste persoon is bij verstek veroordeeld, zonder dat hij op de hoogte is geraakt van de zittingsdatum in Polen. Overlevering zou daarom een schending zijn van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon, aldus de raadsvrouw.
II K 2/19van toepassing is, omdat de dagvaarding voor de procedure die tot dat vonnis heeft geleid, in persoon aan de opgeëiste persoon is uitgereikt.
4.Strafbaarheid
- diefstal;
- poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
- diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
5.Verzoek om aanhouding
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Piotrków(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.