Uitspraak
[verzoeker]),
[verweerder]),
1.De procedure
deurwaarder) en de vennootschap, [bedrijf] B.V. (hierna:
[bedrijf]) abusievelijk niet voor de mondelinge behandeling zijn opgeroepen. Vervolgens is overwogen dat na de bewijslevering, zoals bepaald in de tussenbeschikking, zal worden beslist of een nadere mondelinge behandeling zal worden bepaald met oproeping van de deurwaarder en [bedrijf] .
Indien de verkoop kan worden toegewezen zoals omschreven in het door mr. Endtz ingediende verzoekschrift dan is een zitting naar onze mening niet noodzakelijk. Mocht de wederpartij inhoudelijk bezwaar maken tegen de voorgestelde wijze van verkoop dan achten wij een zitting wel alsnog noodzakelijk.’
[naam 1]).
2.De verdere beoordeling van het verzoek
ITS) naar Albanees recht niet rechtsgeldig door [naam 2] (hierna:
[naam 2]) is vertegenwoordigd bij de cessie aan [verzoeker] van de vordering van in totaal € 463.000,- op [verweerder] . Het volgende is daartoe redengevend.
[naam 3]) als bestuurder. [verweerder] heeft aangevoerd dat [naam 2] naar Albanees recht ITS slechts kon vertegenwoordigen met medewerking van [naam 3] . Onder 5.5 van de tussenbeschikking is overwogen dat deze vraag naar Albanees recht moet worden beantwoord volgens de incorporatieleer. Uit de door [verzoeker] overgelegde legal opinion van prof. dr. S. Mengjesi, hoogleraar aan de Universiteit van Tirana in Albanië, volgt dat [naam 2] wel degelijk zelfstandig bevoegd was om ITS te vertegenwoordigen. Concreet staat in de (Engelse vertaling van de) legal opinion dat naar Albanees recht uit de overgelegde statuten en benoemingsbesluiten het volgende volgt:
‘Both administrators had the right to represent the company independently, meaning that each could take actions and decisions without the approval of the other administrator’. Mengjesi concludeert dat de op 3 augustus 2020 door één bestuurder ondertekende cessieakte geldig is.