Op 26 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Tsjechische autoriteiten op 21 november 2023. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1971 in voormalig Tsjecho-Slowakije, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 12 juni 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. L.J. Woltring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Tsjechische nationaliteit heeft en dat de persoonsgegevens in het EAB correct zijn. De raadsman heeft betoogd dat de overlevering moet worden geweigerd op basis van het specialiteitsbeginsel, omdat de Tsjechische autoriteiten geen toestemming hebben gevraagd voor verdere vervolging na de uitlevering vanuit Panama. De officier van justitie heeft echter gesteld dat er geen weigeringsgrond is en dat de overlevering kan worden toegestaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 14 van de Overleveringswet niet van toepassing is, omdat er geen eerdere uitlevering aan Nederland heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de opgeëiste persoon geen eerlijk proces in Tsjechië zal krijgen, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen objectieve gegevens zijn die dit onderbouwen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn, waardoor de overlevering is toegestaan.