Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Gerechtshof van Zalaegerszeg in Hongarije. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 7 november 2023 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1993 in Hongarije, is momenteel gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Tijdens de zittingen op 4 en 12 juni 2024 is de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en zijn de relevante juridische procedures gevolgd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon in persoon is gedagvaard voor de zitting in hoger beroep in Hongarije en dat de verdediging daar is gevoerd door een gemachtigde raadsman.
De rechtbank heeft de inhoud van het EAB en de aanvullende informatie beoordeeld en geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Nederlands recht kwalificeert als diefstal, gevolgd van geweld tegen personen. De rechtbank heeft geen weigeringsgronden gevonden die zich verzetten tegen de overlevering en heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, waarbij is opgemerkt dat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.