Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,2. [eiser 2] ,
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De kern van het geschil
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Tijdens de bezichtiging heb ik toegelicht dat de zijkamer later is bijgebouwd op de patiovloer, dat deze niet afzonderlijk werd verwarmd en met de glazen pui die oorspronkelijk grenst aan de patio nu aan de corridor grenst. Ook in de verkoopbrochure was al opgenomen dat de zijkamer gemakkelijk verwijderd kon worden ten gunste van de patio. Tijdens de bezichtigingen was duidelijk te zien dat er geen radiator aanwezig was.” [eisers] heeft gezegd dat de makelaar geen mededeling heeft gedaan over het ontbreken van de verwarming en dat [eiser 2] zich niet kan herinneren dat ze de opmerking over de verwarming heeft gemaakt. De aankoopmakelaar schrijft in een verklaring dat de verkopende makelaar haar niets heeft gezegd over het ontbreken van een verwarming. Die verklaring bestrijdt niet de verklaring van de verkopende makelaar, omdat zij verklaart dat ze de toelichting over de zijkamer aan [eisers] heeft gegeven. Zij zegt niet dat ze de toelichting aan de aankoopmakelaar heeft gegeven. In het licht van wat [gedaagden] heeft aangevoerd vindt de rechtbank de betwisting van [eisers] onvoldoende. De rechtbank stelt dus vast die mededelingen zijn gedaan zoals de verkopende makelaar schriftelijk heeft verklaard. Met die mededelingen had voor [eisers] voldoende duidelijk moeten zijn dat het hier niet om een volwaardige verblijfsruimte ging en niet zonder meer aan de eisen van het Bouwbesluit werd voldaan. Op zijn minst hadden de mededelingen aanleiding moeten zijn om daar nadere vragen over te stellen of anderszins onderzoek naar te doen. Dat [eisers] dat niet heeft gedaan blijft voor zijn risico. Onder deze omstandigheden is geen sprake van een non-conformiteit op dit punt en wijst de rechtbank de schadevergoeding hiervoor af.