ECLI:NL:RBAMS:2024:3753

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
24 juni 2024
Zaaknummer
24-008437
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen afwijzing verzoek tot onderzoekshandelingen in strafzaak

Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak waarin een bezwaarde bezwaar heeft gemaakt tegen de afwijzing van de rechter-commissaris om bepaalde onderzoekshandelingen te verrichten. De bezwaarde, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. A. Boumanjal, had op 16 februari 2024 het Openbaar Ministerie verzocht om vier datasets te verstrekken en getuigen te horen die contact hadden gehad met een specifiek Sky-account. De rechter-commissaris heeft dit verzoek op 22 maart 2024 afgewezen, waarna het bezwaarschrift op 4 april 2024 ter griffie is ingediend.

De rechtbank heeft op 11 juni 2024 het bezwaar behandeld in besloten raadkamer, waarbij de bezwaarde, zijn raadsman en de officier van justitie zijn gehoord. De verdediging stelde dat het van belang was om de gebruikers van de tegenaccounts te horen, omdat deze mogelijk informatie konden geven over de belastende gesprekken. De officier van justitie concludeerde echter dat het bezwaar ongegrond was, omdat de tegencontacten geen belastende verklaringen hadden afgelegd en de verdediging onvoldoende had gemotiveerd waarom het horen van deze getuigen relevant zou zijn.

De rechtbank oordeelde dat de rechter-commissaris terecht had afgewezen, omdat de gevraagde onderzoekshandeling niet kon bijdragen aan de beslissing in de zaak. De rechtbank benadrukte dat de verdediging moet motiveren waarom het horen van getuigen relevant is voor de beoordeling van het ten laste gelegde feit. Aangezien de verdediging niet voldoende had onderbouwd waarom de getuigen gehoord moesten worden, werd het bezwaar ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen door mr. H.E. Hoogendijk, mr. M. Smit en mr. E.M. de Bie, en uitgesproken in tegenwoordigheid van griffier mr. M. van Randeraat.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 13-242989-23
raadkamernummer : 24-008437
datum : 25 juni 2024
beslissing van de meervoudige raadkamer op het bezwaar op grond van artikel 182, zesde lid, Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[bezwaarde] ,

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezende op het kantooradres van zijn raadsman mr. A. Boumanjal, Croeselaan 244, 3521 CL Utrecht,
hierna te noemen: de bezwaarde.

Feiten

Namens de bezwaarde heeft de raadsman per brief op 16 februari 2024 het Openbaar Ministerie verzocht onderzoekshandelingen te verrichten, te weten:
  • het verstrekken van 4 datasets;
  • het horen als getuigen van de gebruikers van Sky-accounts [sky-account 1] , [sky-account 2] , [sky-account 3] , [sky-account 4] , [sky-account 5] , [sky-account 6] die contact zouden hebben gehad met het Sky-account [sky-account 7] .
De officier van justitie heeft de brief doorgestuurd naar de rechter-commissaris.
De rechter-commissaris heeft bij beslissing van 22 maart 2024 het verzoek afgewezen.

Procedure

Het bezwaarschrift is op 4 april 2024 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 11 juni 2024 het bezwaar in besloten raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de bezwaarde, zijn raadsman en de officier van justitie op zitting gehoord.

Bezwaar

Het bezwaar richt zich tegen de weigering van de rechter-commissaris van de door de bezwaarde gewenste onderzoekshandelingen te verrichten, te weten het horen als getuigen van de gebruikers van Sky-accounts [sky-account 1] , [sky-account 2] , [sky-account 3] , [sky-account 4] , [sky-account 5] , [sky-account 6] die contact zouden hebben gehad met het Sky-account [sky-account 7] .
Namens de bezwaarde is, kort samengevat, het volgende aangevoerd. De verdediging acht het van belang dat juist in een zaak waarin alleen data van voornoemde servers aanwezig is, om de tegengebruikers van de voor de bezwaarde belastende gesprekken te kunnen horen. Ondanks dat de tegengebruikers op zichzelf niet belastend hebben verklaard, gelden de gesprekken wel degelijk als belastend bewijsmateriaal en is het dus in het verdedigingsbelang om het een en ander nader te kunnen onderzoeken. Daarbij kan in ieder geval gedacht worden aan het horen van die tegengebruikers om de berichten nader te kunnen interpreteren.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat dergelijke "dealertelefoons"
doorgaans tussen verschillende personen worden doorgegeven en het om die reden relevant is om de tegengebruikers daarover te horen met als doel het vaststellen of de bezwaarde, zoals het scenario van het OM luidt, de (enige) (vermeende) gebruiker van de telefoon was.
Er zijn slechts berichten voorhanden in het dossier, en in casu is er alles behalve een begin van aannemelijkheid, althans is niet buiten redelijke twijfel vast te stellen, dat er wél
daadwerkelijk leveringen hebben plaatsgevonden. Juist om die reden is het relevant om de tegengebruikers te horen over de tenlastegelegde leveringen, zeker nu er sprake is van een ontkennende verdachte.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie concludeert tot ongegrondverklaring van het bezwaar.
Allereerst is volgens de officier van justitie van belang dat de tegencontacten van het Sky-ID [sky-account 7] geen belastende verklaringen hebben afgelegd jegens verdachte. Dit maakt dat het horen van deze tegencontacten in beginsel niet van belang is voor het beantwoorden van de vragen in de zin van art. 348 en 350 Sv. Voor zover de verdediging stelt een belang te hebben bij het horen van de getuigen, dient de verdediging het verzoek voldoende te onderbouwen, ook als het gaat om berichten met contactpersonen die mogelijk als bewijsmiddel kunnen worden gebruikt (HR 22 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:177, r.o. 2.5).
De verdediging heeft onvoldoende gemotiveerd waarom de betreffende tegencontacten antwoord zouden kunnen geven op de vraag wie de gebruiker van het Sky-ID [sky-account 7] was. In dit kader is van belang dat op basis van het proces-verbaal ter identificatie inzichtelijk is geworden dat verdachte gedurende de gehele looptijd van het account Sky-ID [sky-account 7] in beeld komt als de gebruiker van dit account.
De informatie in het proces-verbaal ter identificatie wordt door de verdediging niet betwist. De verdediging stelt slechts dat de bezwaarde niet de gebruiker is geweest. Het verzoek is op dit onderdeel dan ook onvoldoende onderbouwd. Het is voor het Openbaar Ministerie dan ook niet evident welk verdedigingsbelang wordt gediend bij het horen van deze getuigen nu deze niet kunnen verklaren over de, niet door de verdediging weersproken, feitelijke bevindingen zoals opgenomen in het proces-verbaal ter identificatie.
De verdediging wil de getuigen tevens horen over de rol van de verdachte en of sprake is geweest van een voltooid delict. Ook op dit punt is het verzoek onvoldoende onderbouwd. Er worden slechts stellingen geponeerd, maar er wordt geen begin van aannemelijkheid geboden dat er geen sprake is geweest van een voltooid delict.
Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat er wel een verdedigingsbelang is gemoeid bij het horen van de tegencontacten, dan verzoekt de officier van justitie een toewijzing te beperken
tot het toewijzen van die tegencontacten waarvan de identificatie reeds is gedeeld in een ander onderzoek.

Beoordeling

Vooropgesteld wordt dat de rechter-commissaris een verzoek als het onderhavige afwijst indien de gevraagde onderzoekshandeling niet kan bijdragen aan enige in de zaak te nemen beslissing. De rechtbank zal moeten toetsen of de beslissing van de rechter-commissaris in het licht daarvan stand kan houden.
De rechtbank stelt voorop dat voor mogelijk ontlastende getuigen - ook na het Keskin arrest - onverminderd geldt dat de verdediging zal moeten motiveren waarom de ondervraging relevant is voor de beoordeling van het ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de bezwaarde ontkent de gebruiker te zijn geweest van Sky account [sky-account 7] . Met het horen van de gebruikers van de tegenaccounts wil de verdediging de stelling van het Openbaar Ministerie dat de bezwaarde de gebruiker van de account is falsificeren. Tevens wil de verdediging de getuigen horen over de inhoud van de chats.
Die motivering is in dit geval onvoldoende. Uit het dossier blijkt dat de identificatie van de bezwaarde als gebruiker van het account niet is gebaseerd op de inhoud van de chatberichten, maar op andere informatie zoals weergegeven in het proces-verbaal ter identificatie. Het Openbaar Ministerie stelt op basis van deze informatie dat de bezwaarde de vaste gebruiker van de account is. Gesteld noch gebleken is dat de tegengebruikers van het aan de bezwaarde toegeschreven Sky-account iets kunnen verklaren over (de (on)juistheid van) die informatie. Voor zover de verdediging de tegenaccounts wenst te horen over de inhoud van de chats geldt dat de verdediging te weinig concreet heeft aangegeven waarover zij de tegenaccounts zou willen bevragen. De algemene stelling dat zij mogelijk iets zouden kunnen zeggen over de vraag of sprake is van voltooide delicten is daartoe onvoldoende.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan welk belang de verdediging heeft bij toewijzing van deze onderzoekswens, nu ook na nadere onderbouwing en toelichting niet is gebleken dat de gevraagde onderzoekshandelingen voor de te beantwoorden vragen van de artikelen 348 en 350 Sv van belang kunnen zijn. Het bezwaar zal daarom ongegrond worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mr. M. Smit en mr. E.M. de Bie, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en uitgesproken op 25 juni 2024.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.