Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak waarin een bezwaarde bezwaar heeft gemaakt tegen de afwijzing van de rechter-commissaris om bepaalde onderzoekshandelingen te verrichten. De bezwaarde, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. A. Boumanjal, had op 16 februari 2024 het Openbaar Ministerie verzocht om vier datasets te verstrekken en getuigen te horen die contact hadden gehad met een specifiek Sky-account. De rechter-commissaris heeft dit verzoek op 22 maart 2024 afgewezen, waarna het bezwaarschrift op 4 april 2024 ter griffie is ingediend.
De rechtbank heeft op 11 juni 2024 het bezwaar behandeld in besloten raadkamer, waarbij de bezwaarde, zijn raadsman en de officier van justitie zijn gehoord. De verdediging stelde dat het van belang was om de gebruikers van de tegenaccounts te horen, omdat deze mogelijk informatie konden geven over de belastende gesprekken. De officier van justitie concludeerde echter dat het bezwaar ongegrond was, omdat de tegencontacten geen belastende verklaringen hadden afgelegd en de verdediging onvoldoende had gemotiveerd waarom het horen van deze getuigen relevant zou zijn.
De rechtbank oordeelde dat de rechter-commissaris terecht had afgewezen, omdat de gevraagde onderzoekshandeling niet kon bijdragen aan de beslissing in de zaak. De rechtbank benadrukte dat de verdediging moet motiveren waarom het horen van getuigen relevant is voor de beoordeling van het ten laste gelegde feit. Aangezien de verdediging niet voldoende had onderbouwd waarom de getuigen gehoord moesten worden, werd het bezwaar ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen door mr. H.E. Hoogendijk, mr. M. Smit en mr. E.M. de Bie, en uitgesproken in tegenwoordigheid van griffier mr. M. van Randeraat.