Op 17 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtshulpkamer, een beslissing genomen in de zaak met parketnummer 13/138399-24. De rechtbank verleent toestemming voor de uitbreiding van de vervolging van de overgeleverde persoon, die momenteel gedetineerd is in Duitsland. Dit verzoek tot uitbreiding is ingediend door het Landgericht Kleve op 12 april 2024, en betreft een vordering ex artikel 14, derde lid, van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om zijn opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken, zoals vereist door het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2021.
De rechtbank heeft de ingediende stukken beoordeeld en geconcludeerd dat deze toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van de rechten van de verdediging. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de overgeleverde persoon geen verklaring wenste af te leggen en dat er geen speciale redenen waren om af te wijken van het specialiteitsbeginsel. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de gegevens die zijn verstrekt in het verzoek en de relevante juridische kaders, en heeft de toestemming verleend voor de uitbreiding van de vervolging voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.