Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“Goedemiddag [naam 1] , heb de documenten in goede orde ontvangen.
“● Stv.list krijgt 35% Menspire Amsterdam en UK 65%
a) Menspire op meerdere locaties in Amsterdam een barbershop voor heren exploiteert onder de internationale formule ‘Menspire’;
“Kun jij aan [naam 2] vragen dit aan tr passen en opnieuw naar mij te versturen dan kan ik mijn factuur in orde maken”
“Dat bovenste moet 65% zijn denk dat ik dat vergeten ben aan te passen. Dus 35% voor jou. Dus commissie is goed.
“Ik herinner mij iets anders, deze “vergissing” kost je dus 5%.”
“Ja klopt. En kost jou je baan.
“Dank je wel,” Ik begrijp en respecteer je reactie, alleen de wending die het gesprek nu krijgt vind ik niet fijn. We kunnen tot een passende oplossing komen alleen bespreek ik dit graag face2face met je. Tot straks”
“Heb mijn beslissing al gemaakt. Tot straks”
“Factuur is verstuurd 35%
“Wou ik het nog over hebben. Wat ik begreep is dat je werk weigerde. Ook toen ik naar je toe kwam gebeurde er weinig. Maar daar hebben we het nog wel over. Je staat zaterdag in West.
“Dat moet een misverstand zijn.. en toen jij naar me toe kwam. Was ik even beetje met de boekhouder bezig en verder was ik van 6 tot 20u met klanten bezig”
: “Boekhouder niet in mijn tijd”
“het was maar een klein iets [naam 1] .
“Dus beste is boete kleed aantrekken. Want anders word het van kwaad tot erger”
“Fijne dag verder
“Niet voor mij. Wou graag die kast opgeruimd hebben en nu nog niet gedaan”
3.Het verzoek en het verweer op het tegenverzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
5.2. Menspire heeft als meest verstrekkend verweer tegen de stelling van [verzoeker] dat sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen partijen, aangevoerd dat in die overeenkomst expliciet is opgenomen dat partijen beogen geen arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW aan te gaan. Dit verweer treft geen doel.