ECLI:NL:RBAMS:2024:3642

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
C/13/750986 / KG ZA 24-417
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een geldvordering in kort geding met verstek tegen een niet verschenen gedaagde

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. de Wit, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap RV-GARDENSOLUTIONS B.V., die niet verschenen is. De zitting vond plaats op 18 juni 2024, waar eiser zijn dagvaarding heeft toegelicht en verzocht om vonnis. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bij de wet voorgeschreven formaliteiten zijn nageleefd, waardoor het gevraagde verstek werd verleend.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde geldsom niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. Eiser had een bedrag van € 1.430,00 gevorderd, maar op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is een bedrag van € 1.061,03 toegewezen. Daarnaast is gedaagde in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 2.353,97, inclusief kosten van de dagvaarding, griffierecht, salaris advocaat en nakosten.

In de beslissing is gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 28.603,28 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 december 2023. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten, met een termijn van veertien dagen voor betaling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 19 juni 2024 door mr. W.M. de Vries, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/750986 / KG ZA 24-417 MdV/ MAH
Vonnis in kort geding van 19 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 28 mei 2024,
hierna te noemen: eiser,
advocaat: mr. J. de Wit,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RV-GARDENSOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 18 juni 2024 is eiser verschenen met mr. De Wit. Eiser heeft de - aan dit vonnis gehechte - dagvaarding toegelicht en heeft verzocht vonnis te wijzen. Nadat de zaak kort is besproken, is vonnis bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
De bij de wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, met dien verstande dat aan buitengerechtelijke incassokosten € 1.061,03 zal worden toegewezen. Gevorderd is € 1.430,00, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, maar volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten geldt in dit geval een tarief van € 1.061,03.
2.3.
Gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eiser worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
1.325,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.353,97
2.4.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen een bedrag van € 28.603,28 (achtentwintigduizendzeshonderddrie euro en achtentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023 tot aan de dag der algehele betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen een bedrag van € 1.061,03 (duizendeenenzestig euro en drie eurocent) aan buitengerechtelijke kosten,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten van € 2.353,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.5.
veroordeelt gedaagde tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2024.
Type: MAH
Coll: MA