In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe) B.V. [eiser] vorderde een verklaring voor recht dat de uitingen van A.S. Watson in reclamefolders misleidend waren en kwalificeerden als oneerlijke handelspraktijken. De eiser had producten gekocht bij Kruidvat en Trekpleister, waarbij hij zich beroept op onjuiste adviesprijzen en niet-bestaande prijsvoordelen. A.S. Watson voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van de eiser.
De kantonrechter overwoog dat de eiser niet had aangetoond dat hij schade had geleden door de gestelde oneerlijke handelspraktijken. Bovendien had de eiser de overeenkomsten niet buitengerechtelijk vernietigd, wat hem de mogelijkheid had geboden om de producten te retourneren. De rechter concludeerde dat de eiser onvoldoende belang had bij de gevorderde verklaring voor recht, aangezien hij niet had aangetoond dat deze verklaring enige invloed zou hebben op zijn rechtsverhouding met A.S. Watson.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter de eiser niet-ontvankelijk in zijn vorderingen en veroordeelde hem in de proceskosten van A.S. Watson, die op € 630,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B. Brokkaar.