ECLI:NL:RBAMS:2024:3519

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
10997167 \ CV EXPL 24-2867
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident over onbevoegdheid en forumkeuze in civiele procedure tussen Florent B.V. en Truckom B.V.

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 11 juni 2024 een vonnis gewezen in een incident. De eisende partij, Florent B.V., een advocatenkantoor gevestigd in Amsterdam, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, Truckom B.V., gevestigd in Breda. Florent vordert betaling van een bedrag van € 9.793,93, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. Truckom heeft in het incident een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat de rechtbank Amsterdam niet bevoegd is omdat de vordering minder bedraagt dan € 25.000, zoals bepaald in artikel 108 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De kantonrechter heeft geoordeeld dat het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Florent geen effect heeft, omdat de vordering onder de genoemde drempel valt. Hierdoor is de rechtbank Amsterdam onbevoegd verklaard en is de hoofdzaak verwezen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. Florent is veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 101.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 10997167 \ CV EXPL 24-2867
Vonnis in het incident van 11 juni 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLORENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Florent,
gemachtigde: mr. I.A.W. Been,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRUCKOM B.V.,
gevestigd te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Truckom,
gemachtigde: mr. D.R.D.A. Buren-Baks.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 maart 2024,
- de akte overlegging producties van Florent,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Truckom,
- het antwoord in de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Florent.
1.2.
Ten slotte is vonnis in het incident bepaald.

2.De feiten, voor zover relevant in het incident

2.1.
Florent is een advocatenkantoor in Amsterdam. Florent maakt bij haar dienstverlening gebruik van algemene voorwaarden. Daarin staat onder andere dat bij geschillen de rechtbank Amsterdam bevoegd is.
2.2.
Truckom is gevestigd in Breda.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
Florent vordert in de hoofdzaak, om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Truckom te veroordelen:
(I) tot betaling van € 9.793,93 aan Florent, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de verzuimdatum;
(II) tot betaling van de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, en in de buitengerechtelijke incassokosten van € 779,71.
3.2.
Florent legt aan haar vordering ten grondslag dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen inhoudende dat Florent juridisch advies en bijstand heeft verleend aan Truckom. Florent heeft hiervoor een bedrag in rekening gebracht van
€ 9.793,93 (inclusief btw en kantoorkosten) die niet door Truckom is voldaan.

4.De vordering en het verweer in het incident

4.1.
Truckom vordert dat de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zich onbevoegd laat verklaren om van dit geschil kennis te nemen en Florent de veroordelen in de kosten van dit incident, te vermeerderen met de nakosten.
4.2.
Truckom doet hierbij een beroep op artikel 108 lid 2 Rv, waarin – kortgezegd – staat dat een forumkeuzebeding, behoudens uitzonderingen, geen gevolg heeft indien de vordering een beloop heeft van ten hoogste € 25.000. Dat Florent de hoofdzaak conform dit beding aanhangig heeft gemaakt bij de rechtbank Amsterdam, is dan ook onjuist nu de vordering minder dan € 25.000 bedraagt. Als gevolg hiervan moet er worden teruggevallen op de hoofdregel van artikel 99 lid 1 Rv die bepaalt dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. Omdat Truckom als woonplaats Breda heeft, betekent dit dat de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
4.3.
Florent refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de vordering tot onbevoegdverklaring.
5. De beoordeling in het incident
5.1.
Het beroep van Florent op de forumkeuze in haar algemene voorwaarden, los van de vraag of tussen partijen sprake is van een overeenkomst en of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, kan niet worden gehonoreerd. Uit artikel 108 lid 2 Rv blijkt dat een forumkeuzebeding geen gevolg heeft indien het een vordering betreft van ten hoogste
€ 25.000. In het onderhavige geval is dat het geval: het gaat het om een vordering van
€ 10.573,64 (€ 9.793.93 aan hoofdsom, te vermeerderen met rente en € 779,71 aan kosten). Daarbij is er geen sprake van één van de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 108 lid 2 onder a en b Rv. De forumkeuze heeft dus geen gevolg.
5.2.
De conclusie is dat de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam onbevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.3.
De zaak wordt verwezen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda.
5.4.
De kantonrechter wijst partijen erop dat voor voortzetting van de procedure vereist is dat één van partijen de andere partij bij exploot oproept tegen een nieuwe roldatum (artikel 74 lid 1 jo. artikel 110 lid 2 Rv) of dat partij afspreken ter rolzitting te zullen verschijnen.
5.5.
De proceskosten in het incident komen voor rekening van Florent, omdat zij ongelijk krijgt. Deze kosten worden tot en met dit vonnis begroot op € 101 (€ 82 salaris gemachtigde en € 19 nakosten).

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de vordering in de hoofdzaak,
6.2.
verwijst de hoofdzaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, kamer voor kantonzaken,
6.3.
veroordeelt Florent in de proceskosten van € 101, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Florent niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Florent ook de wettelijke/Btag kosten van betekening betalen,
6.4.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, rechter, bijgestaan door mr. S.C.C. Valk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2024.